Rb. Amsterdam, 13-09-2021, nr. 8937120 CV EXPL 20-22882
ECLI:NL:RBAMS:2021:5029
- Instantie
Rechtbank Amsterdam
- Datum
13-09-2021
- Zaaknummer
8937120 CV EXPL 20-22882
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBAMS:2021:5029, Uitspraak, Rechtbank Amsterdam, 13‑09‑2021; (Eerste aanleg - meervoudig)
- Vindplaatsen
AR-Updates.nl 2021-1150
JAR 2021/253 met annotatie van Bennaars, J.H.
JIN 2021/153 met annotatie van Bökkerink-de Koning, M.P.
TvPP 2021, afl. 6, p. 230
NLF 2021/2381
NTFR 2021/3598 met annotatie van mr. D. Westerman
Brightmine 2021-20006007
VAAN-AR-Updates.nl 2021-1150
Uitspraak 13‑09‑2021
Inhoudsindicatie
Chauffeurs die zich in persoon met Uber hebben verbonden en die via de Uber-app passagiers vervoeren, vallen onder de CAO Taxivervoer. De rechtsverhouding tussen Uber en deze chauffeurs voldoet namelijk aan alle kenmerken van een arbeidsovereenkomst. Modern werkgeversgezag.
Partij(en)
vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht - team kanton
zaaknummer: 8937120 CV EXPL 20-22882
vonnis van: 13 september 2021
fno.: 25/33494
Vonnis van de kantonrechters
I n z a k e
de rechtspersoonlijkheid bezittende vereniging Federatie Nederlandse Vakbeweging
gevestigd te Utrecht
eiseres
nader te noemen: FNV
gemachtigden: mr. J.H. Mastenbroek en mr. J.F.A. Terpstra
t e g e n
de besloten vennootschap Uber B.V.
gevestigd te Amsterdam
gedaagde
nader te noemen: Uber
gemachtigden: mr. J.M. van Slooten en mr. M. Jovovic
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Het verloop van de procedure blijkt uit :
- de dagvaarding van 15 december 2020, met bijlagen;- de conclusie van antwoord, met bijlagen, van 1 maart 2021;- het verzoek van Uber om onderhavige kwestie meervoudig te behandelen van 1 maart 2021, waarmee FNV heeft ingestemd;- het instructievonnis van 15 maart 2021;- de dagbepaling mondelinge behandeling;
- de nadere akte overlegging producties tevens akte uitlating en akte houdende voorwaardelijke vermindering van eis van FNV van 31 mei 2021;
- het bezwaar tegen de akte van FNV van Uber van 2 juni 2021;
- de nadere akte overlegging producties van FNV van 18 juni 2021.- de antwoordakte tevens akte uitlating producties van Uber van 23 juni 2021.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 29 juni 2021. Voor FNV is verschenen [naam 1] , bijgestaan door de gemachtigden. Namens Uber is verschenen [naam 2] (statutair directeur) met de gemachtigden. Daarnaast zijn van beide zijden meerdere mede-werkers, adviseurs en chauffeurs aanwezig geweest en hebben andere belangstellenden de zitting digitaal kunnen bijwonen.
Partijen hebben hun standpunten toegelicht, mede aan de hand van pleitaantekeningen, en vragen van de kantonrechters beantwoord. Meerdere medewerkers, adviseurs en chauffeurs hebben het woord gevoerd.
Ten slotte is vonnis gevraagd, dat (nader) is bepaald op heden.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Feiten
1. Als gesteld en niet (voldoende) weersproken staat het volgende vast:
1.1.
FNV stelt zich - onder meer - ten doel het behartigen van de belangen van werkenden. Zij onderhandelt en sluit mede daartoe namens haar leden/ werknemers collectieve arbeidsovereenkomsten (hierna ook: een cao) en bewaakt de naleving daarvan.
1.2.
FNV is partij bij de CAO Taxivervoer. De CAO Taxivervoer is de afgelopen jaren op verschillende momenten algemeen verbindend verklaard geweest.
1.3.
Uber maakt deel uit van het internationaal opererende Uber-concern. Zij ontwikkelt en onderhoudt verschillende technologische oplossingen, waarmee een variëteit aan diensten worden aangeboden. Daaronder is een digitale applicatie (hierna ook: de Uberapp), waarmee wordt bemiddeld rond het personenvervoer per auto tegen betaling (hierna ook: taxivervoer).
1.4.
Op het Nederlandse taxivervoer zijn diverse regelingen van toepassing, waaronder de Wet Personenvervoer 2000 (Wp2000), het Besluit personen-vervoer 2000 (Bp2000) en verschillende andere (ministeriële) regelingen. Daarnaast kunnen er op gemeente- en provincieniveau aanvullende bepalingen gelden. Volgens artikel 76 lid 1 Wp2000 heeft degene, onder wiens verantwoordelijkheid en voor wiens rekening en risico personen per auto worden vervoerd, een vergunning nodig: de zogenoemde ondernemers-vergunning. Deze vergunning kan aan een rechtspersoon of een natuurlijke persoon worden verstrekt.
1.5.
Een taxichauffeur is op grond van artikel 81 lid 3 Bp2000 verplicht te beschikken over een chauffeurskaart. Daarvoor moet worden voldaan aan een aantal voorwaarden, zoals het bezit van een rijbewijs B, een geneeskundige verklaring, een verklaring omtrent het gedrag (een VOG) en een certificaat van het afronden van de opleiding tot taxichauffeur.
1.6.
In onder meer de grote steden en op Schiphol is uit hoofde van de openbare orde verplicht gesteld dat de zogenoemde ‘opstapmarkt’ (personenvervoer dat niet tevoren is geboekt) wordt bediend door chauffeurs die deel uitmaken van een organisatorisch verband: een Toegelaten Taxi Organisatie (TTO). In een aantal grote steden, met name Amsterdam, verplicht de gemeente de TTO’s toe te zien op naleving van gemeentelijke regels, zoals bijvoorbeeld de verplichting om consumenten op hun eerste verzoek te vervoeren en geen ritten te weigeren of te staken, tenzij het in redelijkheid niet van de chauffeur kan worden gevergd. Uber is geen TTO.
1.7.
Uber richt zich op de ‘bel- en bestelmarkt’. Hierbij wordt het personenvervoer telefonisch geboekt of digitaal besteld via een applicatie zoals de Uberapp.
1.8.
Uber biedt aan taxichauffeurs de mogelijkheid om via het Uber-platform actief te zijn op de bel- en bestelmarkt. Daartoe dienen zij zich aan te melden op de website of de Uberapp. Na het aanmaken van een account en het invullen van een aantal basisgegevens, worden drie opties voor taxichauffeurs getoond:a. taxichauffeurs, die geen chauffeurskaart of ondernemersvergunning hebben, kunnen (nog) niet actief worden op het Uber-platform;b. taxichauffeurs, die een chauffeurskaart hebben maar geen ondernemersvergunning, kunnen gaan rijden voor een “Fleet Partner” als “driver under partner”. Fleet Partners (of: wagenparkpartners) zijn chauffeurs die andere chauffeurs inzetten om vervoersdiensten te verrichten;c. taxichauffeurs, die beschikken over een chauffeurskaart én een ondernemersvergunning, kunnen direct toegang krijgen tot het Uber-platform om als “zelfstandig Uber Partner” taxivervoer aan te bieden via de Uberapp.
1.9.
Om daadwerkelijk toegang te krijgen tot het Uber-platform dienen de chauffeurs akkoord te gaan met de “Voorwaarden voor onafhankelijke Uber-partners”. In deze voorwaarden (versie geldig vanaf 12 juli 2020), is bepaald, voor zover hier van belang:“Belangrijkste PrincipesUber BV bezit de rechten van de Partner-app via welke u in contact komt met Passagiers. Met de Partner-app beschikt u over mogelijkheden om met een chauffeurskaart en/of taxivergunning Ritten aan te bieden aan Passagiers in Nederland. Wanneer u een Rit aanbiedt, sluit u een overeenkomst rechtstreeks met de Passagier. Als u akkoord gaat met deze Voorwaarden voor Uber-partners, doet u dit als zelfstandig ondernemer, niet als onze medewerker. U bepaalt zelf of, wanneer en waar u de Partner-app gebruikt.
(…).Artikel 6 Uw verplichtingen.“a. Voor toegang tot de Partner-app en behoud van toegang, moet u (i) in bezit zijn van een geldig rijbewijs en beschikken over alle andere vereiste chauffeurs- of taxivergunningen, -kaarten, licenties, goedkeuringen en machtigingen die van toepassing zijn om Ritten aan te bieden, en (ii) voldoen aan alle relevante wettelijke vereisten. b. Wanneer u de Partner-app gebruikt om Ritten aan te bieden, dient u zich op een professionele en efficiënte manier te gedragen, passend bij een verantwoordelijke chauffeur met een chauffeurs-, taxi- of andere goedgekeurde vergunningen (of kaart) voor het leveren van vervoersdiensten. U dient Ritten te leveren met gebruik van de juiste vaardigheden, zorgvuldigheid en toewijding. Zo dient u onder andere de meest efficiënte route te volgen (tenzij u met de Passagier een andere route overeenkomt).c. U dient zich te houden aan de Communityrichtlijnen.d. Wanneer u de Partner-app gebruikt, doet u dit te goeder trouw en zult u deze niet misbruiken of proberen om ons of de Passagiers te bedriegen.e. U mag de naam, handelsmerken of logo’s van Uber niet weergeven op uw auto of kleding (behalve waar vereist).f. U mag alleen Ritten maken met een auto die is geïdentificeerd in uw Uber-account. Uw auto moet geschikt zijn voor gebruik via de Partner-app (wat van tijd tot tijd kan variëren), correct zijn geregistreerd, zijn voorzien van een vergunning en geschikt zijn voor gebruik als taxi en in goede staat verkeren in overeenstemming met de branche- en wettelijke veiligheids- en onderhoudsnormen. g. U bent verantwoordelijk voor alle toeslagen (zoals wegenbelasting (…)) en alle belastingen en kosten die kunnen voortvloeien uit de uitvoering van een Rit, tenzij deze kosten worden doorberekend aan de Passagier in overeenstemming met deze Voorwaarden voor Uber-partners. (…) j. U mag geen contact opnemen met een Passagier of anderszins persoonsgegevens gebruiken om een andere reden dan voor het leveren van de desbetreffende Rit.k. Uw Uber-account is persoonlijk. (…).l. U dient zich te houden aan deze Voorwaarden voor Uber-partners en alle toepasselijke wetgeving tijdens uw gebruik van de Partner-app.7. Het gebruik van de Partner-app.a. U bent niet verplicht om in te loggen in de Partner-app of om deze te gebruiken. U kunt zelf bepalen of u inlogt op de Partner-app en waar en wanneer u dat doet. b. U bepaalt zelf of, wanneer, waar en hoelang u de Partner-app gebruikt en wanneer u een Ritaanvraag accepteert, weigert of negeert. (…)d. Het staat u volledig vrij om indien gewenst ritten te maken via andere bedrijven, waaronder concurrenten van Uber. U mag derhalve ook ritten via andere bedrijven uitvoeren terwijl u de Partner-app gebruikt (‘multi-apping’ genoemd). (…) f. Als u niet beschikbaar bent om Ritten aan te bieden, stemt u ermee in om uit te loggen bij de Partner-app totdat u weer beschikbaar bent. De reden is dat wanneer Uber-partners ingelogd zijn bij de Partner-app, maar niet echt Ritten willen maken, dit ertoe kan leiden dat Passagiers en Uber-partners lang op Ritten moeten wachten. (…). Als het lijkt dat u niet beschikbaar bent om Ritten te maken, kunt u automatisch uitgelogd worden bij de Partner-app. (…)g. U ontvangt belangrijke informatie over een Ritaanvraag in de Partner-app voordat u besluit of u een overeenkomst wilt aangaan met de Passagier. Deze informatie bevat onder andere de door De Passagier aangevraagde bestemming (…), de ophaallocatie en de beoordeling. h. De Passagier ontvangt ook identificatiegegevens over u, waaronder uw voornaam, foto, beoordeling, locatie en informatie over de auto. i. Het is uw volledige verantwoordelijkheid om de meest effectieve en veilige manier te kiezen om de bestemming te bereiken (…).j. Nadat u heeft bevestigd dat u een Ritaanvraag wilt accepteren, kunt u de Rit nog steeds annuleren, conform ons huidige annuleringsbeleid.k. Na een rit wordt u gevraagd om de Passagier te beoordelen. Andersom kan hij of zij u ook beoordelen. De toegang tot de Partner-app kan u worden ontzegd als gevolg van uw beoordeling, zoals beschreven in de Communityrichtlijnen. Passagiers zien uw beoordeling in de Passagiers-app en dit kan van invloed zijn op hun beslissing of ze al dan niet een Rit bij u willen aanvragen. l. We brengen alleen de Servicekosten bij u in rekening voor het gebruik van de Diensten.8. Ritprijzen.a. U hebt het recht om voor elke Rit een Ritprijs in rekening te brengen bij uw Passagier. (…) Ritprijzen (…) kunnen ook naar ons eigen goeddunken worden aangepast op basis van lokale marktfactoren. We stellen u op de hoogte van elke wijziging van een basistarief of toepasselijke bedragen voor afstand en/of tijd. (…).9. De Servicekosten. Onze Servicekosten worden per Rit berekend. a. De Servicekosten zijn een percentage van de Ritprijs of annuleringskosten (inclusief Ritprijs gerelateerde belastingen, maar exclusief toeslagen en fooien). Indien van toepassing berekenen we btw over de Servicekosten. b. U betaalt ons de Servicekosten in ruil voor het gebruik van onze Diensten. Het percentage aan Servicekosten kan per product verschillen en kan naar ons eigen inzicht worden aangepast. We stellen u vooraf op de hoogte van elke wijziging. (…).10. Betalingsbewijzen.Na afloop van een Rit sturen we automatisch namens u een elektronisch betalingsbewijs naar de Passagier. Dit bevat een specificatie van de in rekening gebrachte bedragen en bepaalde informatie over u en de Rit (…). 11. Belastingen.U dient zich te houden aan toepasselijke wetgeving inzake de verplichte aangifte, berekening en afdracht van belastingen voor uw Ritten. (…) U bent verantwoordelijk voor uw eigen belastingen, ook voor uw eigen omzet. (…)”
1.10.
Uber wijzigt (met een zekere regelmaat) eenzijdig de Voorwaarden, waarmee de chauffeurs bij het openen van de Uberapp dan voor gebruik eerst akkoord moeten gaan.
1.11.
Na het inloggen op de Uberapp kan de chauffeur taxiritten aangeboden krijgen. In het aanbod staan de ophaallocatie, de verwachte rijtijd en de ‘rating’ (gemiddelde beoordeling door Uber-chauffeurs naar aanleiding van eerdere ritten) van de passagier. Als het een rit is van meer dan 30 minuten wordt dit ook vermeld. Aan de passagier wordt door Uber een verwachte ritprijs opgegeven. Bepalend voor de definitieve ritprijs is de uiteindelijke route die door de chauffeur, in overleg met de passagier, wordt gereden.
1.12.
De chauffeur heeft vervolgens de keuze om de rit te accepteren, te negeren of te weigeren door het klikken op de betreffende button in de app. Als de chauffeur na ingelogd te zijn drie keer achter elkaar een aangeboden rit negeert, wordt hij automatisch uitgelogd. Hij kan daarna weer inloggen. Nadat een rit door de chauffeur is geaccepteerd, kan hij deze de rit alsnog annuleren. Bij een annuleringspercentage van meer dan 20% kan de toegang tot de Uberapp door Uber worden geblokkeerd. Na het volmaken van de rit, wordt de passagier gevraagd de chauffeur te waarderen (‘te raten’) op een schaal van 1 tot 5.
1.13.
Uber kan eenzijdig een chauffeur van de Uberapp uitsluiten. Redenen om een chauffeur de toegang te ontzeggen zijn bijvoorbeeld het niet-naleven van de regelgeving van overheidswege, fraude, onacceptabel gedrag of gevaarlijk rijgedrag. Ook een gemiddeld lage rating (minder dan 4,5 uit 5) kan leiden tot uitsluiting.
1.14.
Uber maakt bij het aanbieden van de rit via haar app gebruik van een algoritme, het “batched matching system”. Kort gezegd komt het erop neer dat het algoritme van Uber, op basis van alle relevante gegevens van alle chauffeurs en passagiers op een bepaald moment in een bepaalde groep (“batch”), zoals opstapplaats en bestemming van de passagiers en locatie en rijrichting van de chauffeurs, bepaalt wie welke rit aangeboden krijgt. De chauffeur die de rit als eerste accepteert, krijgt de rit toebedeeld.
1.15.
De passagier betaalt de ritprijs aan Uber. Uber betaalt de chauffeurs wekelijks (of desgevraagd dagelijks) de totaalsom van gemaakte ritten uit via Uber Payments B.V. (verder Uber Pay). Op de ritprijs wordt een bedrag van 25% aan servicekosten ingehouden.
1.16.
Geschillen tussen een passagier en een chauffeur, zoals over de ritprijs, worden behandeld en beslist door Uber. Uber kan eenzijdig de door de passagier betaalde ritprijs (deels) retourneren, waarna de chauffeur het lagere bedrag krijgt uitbetaald.
1.17.
Uber hanteert voor de chauffeurs de status of rang Gold, Platinum of Diamond. Om een bepaalde rang te bereiken moet een chauffeur naast een minimum aantal punten (verkregen met ritten), een beoordeling van tenminste 4,85 (uit 5) en een annuleringspercentage (zijnde het alsnog annuleren van de rit na acceptatie daarvan) van niet meer dan 4% hebben. Ook zijn er bepaalde tijdstippen waarop extra punten kunnen worden verdiend. De status geeft de chauffeur voordelen ten aanzien van de ritten. Zo krijgt een chauffeur met Platinum of Diamond status op Schiphol voorrang op een rematch (in een situatie dat meerdere chauffeurs tegelijkertijd bij de vertrekhal staan) en een chauffeur met Diamond status komt op Schiphol automatisch vooraan in de (digitale) wachtrij. Ongeveer 4,7% (Platinum) respectievelijk 2,1% (Diamond) van de chauffeurs heeft zo’n status. Naast deze rangen hanteert Uber nog andere beschikbaar gestelde rangen zoals UberPro, die van invloed zijn op de beloning.
1.18.
FNV heeft Uber aangesproken op het naleven van de CAO Taxivervoer. Uber heeft dat geweigerd.
Vordering FNV
2. FNV vordert – na haar vordering voorwaardelijk te hebben verminderd – bij vonnis voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:I. voor recht te verklaren dat voor de periodes dat de CAO Taxivervoer algemeen verbindend verklaard is (geweest), de arbeidsvoorwaarden van deze CAO van toepassing zijn op de chauffeurs die zich in persoon jegens Uber hebben verbonden om personen met een personenauto te vervoeren over de weg;II. Uber te veroordelen om over de periodes dat de CAO Taxivervoer algemeen verbindend verklaard is (geweest), deze integraal na te leven jegens de onder I bedoelde chauffeurs die haar daarom verzoeken en het (achterstallige) salaris te voldoen waarop zij ingevolge deze CAO recht hebben onder overlegging van een deugdelijke specificatie voor iedere maand waarin de chauffeur voor Uber werkzaam is geweest;III. meer specifiek, Uber te veroordelen om aan ieder van de onder I genoemde chauffeurs die haar daarom vraagt en haar daartoe de ingevolge de ANWB module autokosten berekenen benodigde gegevens heeft verstrekt, onder overlegging van een deugdelijke specificatie aan iedere chauffeur, voor de periode dat de CAO algemeen verbindend is/was verklaard en hij voor Uber werkzaam is (geweest) een loon te voldoen overeenkomstig de CAO Taxivervoer, hetgeen betekent dat Uber de betreffende chauffeur voor de tijd dat hij tijdens de algemeen verbindend verklaring van de CAO Taxivervoer met zijn chauffeursapp ingelogd is geweest, hem met terugwerkende kracht en berekend per maand, het ingevolge deze CAO verschuldigde uurloon (incl. vakantietoeslag, opslag van 9,7% voor niet genoten vakantiedagen en een toeslag van 20% over de overuren) voldoet, onder verrekening van hetgeen Uber de betreffende chauffeur reeds heeft betaald voor de in die tijd uitgevoerde ritten voor zover die gedane betaling de door de chauffeur gemaakte vaste en variabele kosten van de ten behoeve van Uber gereden kilometers overtreft. Voor deze nabetaling dienen de door de chauffeur gemaakte vaste en variabele kosten per kilometer te worden berekend volgens de ANWB module ‘autokosten berekenen’.Uitsluitend voor het geval geoordeeld zou worden dat de procedure verwezen of aangehouden zou moeten worden omdat dit deel aangemerkt moet worden als een vordering ex artikel 3:305a BW, wil FNV geacht worden dit deel van de vordering niet te handhaven om te voorkomen dat door verwijzing of aanhouding de procedure vertraagd wordt;IV. Uber te veroordelen tot betaling aan de chauffeurs van de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW over de onder II en III bedoelde nabetaling;V. Uber te veroordelen tot betaling van de wettelijke rente aan de chauffeurs, te berekenen over het ingevolge II en III verschuldigde vanaf de vervaldata tot aan de datum van voldoening;VI. Uber te veroordelen tot betaling van een dwangsom aan FNV van € 10.000,00 per dag voor iedere chauffeur die, na een verzoek als hiervoor onder II en/of III bedoeld, niet binnen veertien dagen na dat verzoek een correcte en per maand gespecificeerde nabetaling heeft ontvangen;VII. Uber te veroordelen tot betaling aan FNV van € 500.000,00, dan wel een door de kantonrechter in goede justitie te betalen bedrag aan schadevergoeding;VIII. Uber te veroordelen in de kosten van de procedure.
3. FNV stelt daartoe samengevat het volgende. Op grond van artikel 3 lid 2 en lid 4 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten (de Wet AVV) heeft FNV een eigen recht om de nietigheid in te roepen van bedingen tussen een werkgever en een werknemer die in strijd zijn met een cao. De chauffeurs die in persoon voor Uber rijden zijn werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst. Uber is hun werkgever, zodat zij onder de algemeen verbindend verklaarde CAO Taxivervoer vallen. Uber verricht immers middels de chauffeurs tegen betaling vervoer van personen, met een personenauto, over de weg of over andere dan voor het openbaar verkeer openstaande wegen, hetgeen de CAO Taxivervoer als werkingssfeer hanteert. Uber is veel meer dan een prikbord dat vraag en aanbod bij elkaar brengt, zoals zij wil doen geloven. Uber organiseert de vervoersdiensten tot in detail. Zij selecteert de chauffeurs, de auto’s, stelt eenzijdig de tarieven vast en stemt het aanbod van taxi’s door die tarieven af op de lokale vraag. Voorts stuurt Uber op het gedrag van de chauffeurs met voorschriften en regelingen, ratings, gedifferentieerde tarieven, waarschuwingen, blokkades van de app, en monitort zij het rijgedrag van de chauffeurs. Uber bepaalt welke voorwaarden van toepassing zijn tussen chauffeur en klant, chauffeurs moeten de werkzaamheden in persoon uitvoeren en Uber beslist bij onenigheid over de ritprijs. Daarnaast factureert Uber de rit en de klant betaalt aan Uber. Uber afficheert zich ook als een vervoersdienst. Van het daadwerkelijk voeren van een eigen bedrijf door een chauffeur, zoals Uber wil doen geloven, is geen sprake; van het daadwerkelijk maken van eigen keuzes als ondernemer evenmin. Veel chauffeurs rijden 80-90% van hun tijd voor Uber en hebben zich uitsluitend bij de KvK aangemeld om voor Uber werkzaam te kunnen zijn.
4. Er is ingevolge artikel 7:610 BW sprake van een arbeidsovereenkomst, aangezien wordt voldaan aan de daarin genoemde eisen van arbeid, loon en gezag. Als al niet direct sprake is van een arbeidsovereenkomst, dient te worden vermoed dat de chauffeurs de uitgevoerde ritten krachtens een arbeidsovereenkomst hebben verricht, nu zij aan de in artikel 7:610a BW gestelde voorwaarden voldoen.
5. Volgens FNV verdient de gemiddelde Uber chauffeur rond € 9,05 bruto per uur, terwijl het minimumloon € 11,19 en het cao-loon tenminste € 13,36 bedraagt. Het door Uber genoemde uurloon van ca. € 24,48 is om allerlei redenen geflatteerd. Zo worden bijvoorbeeld de wachttijd tussen de ritten en allerlei bijkomende werkzaamheden zoals tanken en autowassen niet meegerekend. De CAO Taxivervoer schrijft echter een hoger uurloon voor en dus hebben de chauffeurs aanspraak op achterstallig loon.
6. Een redelijke toepassing van de CAO Taxivervoer brengt ook mee dat de tijd dat de chauffeurs de Uberapp hebben ingeschakeld maar nog in afwachting zijn van een rit, geldt als verloonde tijd. Zij zijn immers in die tijd beschikbaar voor ritten en wachttijd is volgens de CAO Taxivervoer werktijd. Voorts is slechts een deel van het door Uber aan de chauffeurs betaalde honorarium te beschouwen als loon.
7. FNV vordert nakoming van de CAO Taxivervoer en dus nabetaling van loon. FNV heeft daartoe een eigen vorderingsrecht ex artikel 3 Wet AVV. Alleen als geoordeeld wordt dat de verrekening van autokosten in wezen een schadevergoedingsactie op de voet van artikel 3:305a BW betreft, vermindert FNV haar vordering ter zake om vertraging te voorkomen.
8. FNV vordert voorts op grond van artikel 3 lid 4 Wet AVV een schadevergoeding wegens het niet naleven van de CAO Taxivervoer. Deze schade bestaat uit materiële schade, zijnde de vele uren die haar personeel aan onderzoek naar de schending van de cao heeft moeten besteden, onder meer in de vorm van interviews en het inventariseren van de contracten en de regelingen. Het gaat om tenminste 5527 uur, waarvan de schade begroot wordt op € 400.000,-. Daarnaast heeft FNV immateriële schade geleden bestaande uit reputatieschade en het verlies aan werfkracht ad € 100.000,-.
Verweer Uber
9. Uber voert verweer dat strekt tot afwijzing van de vorderingen van FNV. Samengevat voert Uber aan dat de chauffeurs geen werknemer zijn, en dat ook niet worden doordat ze de Uberapp gebruiken. Bovendien kunnen zij niet allemaal over één kam worden geschoren. Uber is geen werkgever, maar een technologiebedrijf. Zij runt een platform waarop gebruikers met elkaar in contact komen en overeenkomsten met elkaar aangaan, waaronder die voor taxivervoer. Uber bemiddelt bij de totstandkoming van die
overeenkomsten en ondersteunt partijen door een aantrekkelijke marktplaats te creëren. Uber heeft in feite (alleen) ICT-systemen en programma’s die gebruikers helpen, zoals de Uberapp. Chauffeurswerk behoort niet tot de kernactiviteit van Uber.
10. Uber is van mening dat geen enkele chauffeur die de app gebruikt, werknemer van Uber is. Daarnaast gebiedt de rechtspraak volgens Uber een individuele toets, waarbij moet worden gekeken naar voorgeschiedenis, maatschappelijke positie en uitleg van de verbintenissen die partijen met elkaar zijn aangegaan. En zelfs in het geval een enkele chauffeur onder gezag van Uber zou staan, dan nog geldt dat een enorm diverse groep van meer dan 10.000 chauffeurs niet in één keer tot werknemer kan worden gebombardeerd. Ten tweede moet ook worden gekeken naar de regels en gebruiken in de taxiwereld. Andere taxicentrales zoals bijvoorbeeld de Amsterdamse TTO’s worden ook niet als werkgever aangemerkt, terwijl zij op vergelijkbare wijze bemiddelen. Ten derde dient een holistische toetsing plaats te vinden, zo volgt uit de rechtspraak van de Hoge Raad. Dat betekent dat per individu de weging anders kan uitvallen.
10. De rechtsverhouding tussen Uber en de chauffeurs voldoet niet aan de vereisten van artikel 7:610 BW. Zo werken de chauffeurs niet voor Uber en is van een overeenkomst tot het verrichten van werk tegen betaling door Uber geen sprake. Uber is juist opdrachtnemer van de chauffeurs, die tegen betaling toegang krijgen tot de Uberapp en daarmee van Uber een dienst geleverd krijgen. De chauffeurs krijgen geen loon van Uber. De vergoeding wordt door de chauffeurs ontvangen van de passagier, Uber Pay stuurt deze slechts door. Chauffeurs zijn volledig vrij om zelf te bepalen wanneer zij werken, mogen onbeperkt ritten weigeren en mogen ook nog een percentage van de ritten na acceptatie annuleren. Daarnaast moet een chauffeur over een KvK-inschrijving beschikken.
10. Ook is het de vraag of de chauffeurs wel aanspraak willen maken op een arbeidsovereenkomst. Dat betekent dat geen dwangsommen kunnen worden verbonden aan een eventuele veroordeling. De loonvorderingen zijn bovendien mogelijk niet toewijsbaar wegens een gebrek aan bereid- of beschikbaarheid van een chauffeur om de aangeboden rit uit te voeren. Dat een chauffeur online is wil niet zeggen dat hij ook beschikbaar is, en bovendien kan de chauffeur op dat moment ook andere inkomsten verwerven.
10. Bij de beoordeling zal voor zover van belang verder worden ingegaan op de standpunten van partijen.
Beoordeling
14. In de kern komt het geschil neer op de vraag of de verhouding tussen Uber en de chauffeurs, die in persoon via de Uberapp met een personenauto passagiers vervoeren over de weg, moet worden gekwalificeerd als een arbeidsovereenkomst. Zo ja, dan dient vervolgens te worden beoordeeld of de CAO Taxivervoer van toepassing is en wat dit verder betekent voor de verschillende onderdelen van de vordering. Fleet Partners of chauffeurs die als zogenoemde Driver under Partner het taxivervoer aanbieden via de Uberapp blijven dus buiten beschouwing.
Artikel 3 Wet AVV
15. Vooraf wordt opgemerkt dat een werknemersorganisatie die partij is bij een cao, zoals FNV, als contractspartij uit eigen hoofde nakoming kan vorderen van in die cao opgenomen verplichtingen voor een werkgever, die lid is van de contracterende werkgeversorganisatie. Voor zover een cao algemeen verbindend is verklaard, geldt dit ook jegens een werkgever die geen lid is van de werkgeversorganisatie bij de cao. Voor het kunnen instellen van zo’n vordering is niet vereist dat er werknemers zijn die zich hebben verzet of die bezwaar hebben gemaakt tegen de handelwijze van hun werkgever. Als contractspartij heeft de werknemersorganisatie immers een eigen belang bij en recht op nakoming (vgl. ECLI:NL:HR:2021:413[partij] , r.o. 3.3.2). FNV baseert haar vorderingen op de stelling dat Uber onder de algemeen verbindend verklaarde CAO Taxivervoer valt. FNV is partij bij deze cao en heeft derhalve een eigen belang en vorderingsrecht. Voor zover het verweer hiertegen is gericht faalt dat.
Arbeidsovereenkomst?
16. Anders dan in Groen/Schoevers (ECLI:NL:HR:1997: ZC2495) en X./Gemeente Amsterdam (ECLI:NL:HR:2020:1746) gaat het gelet op de vordering van FNV om álle chauffeurs die in persoon zich hebben aangemeld en middels de app voor Uber rijden, zodat geen toetsing van de overeenkomst tussen een individuele chauffeur en Uber plaatsvindt. Enkel de algemene kenmerken van de rechtsverhouding tussen de chauffeurs en Uber worden in deze zaak betrokken. Dit staat – anders dan Uber heeft betoogd – evenwel niet in de weg aan een inhoudelijke beoordeling van de rechtsverhouding, nu de uitgangspunten voor iedere chauffeur die de Uberapp gebruikt, dezelfde zijn.
17. Het toetsingskader voor de beoordeling of sprake is van een arbeidsovereenkomst wordt gevormd door artikel 7:610 BW, nader ingevuld door (onder meer) de twee bovengenoemde arresten. Dat betekent dat over en weer de inhoud van de rechten en verplichtingen van partijen dient te worden vastgesteld, waarbij zo nodig een uitleg aan de hand van de zogenoemde Haviltexmaatstaf en de werkelijke (materiele) verhouding die partijen voor ogen heeft gestaan een rol kunnen spelen, evenals de wijze waarop partijen feitelijk aan de overeenkomst uitvoering hebben gegeven. Aan de hand van de op deze wijze vastgestelde inhoud van de overeenkomst kan vervolgens worden bepaald of de overeenkomst de kenmerken van een arbeidsovereenkomst bevat, of bijvoorbeeld van een overeenkomst van opdracht. Daarbij is niet één enkel kenmerk beslissend, maar moeten de verschillende rechtsgevolgen die partijen aan hun verhouding hebben verbonden in hun onderling verband worden bezien.
18. De kenmerken van een arbeidsovereenkomst zijn kort gezegd arbeid, loon en gezag nu in de rechtspraak breed is geaccepteerd dat ‘in dienst van’ een gezagsverhouding inhoudt. Omtrent deze elementen wordt op basis van de vaststaande feiten en het verhandelde ter zitting overwogen als volgt.
Het (persoonlijk) verrichten van arbeid
19. Dat de chauffeurs arbeid voor Uber verrichten, lijdt geen twijfel. Zij vervoeren via de Uberapp passagiers voor Uber. De bezigheden zijn ook zinvol voor Uber, nu deze door het gebruik van de Uberapp voor haar van toegevoegde waarde zijn, omdat haar een percentage van de ritprijs toekomt.
20. Het verweer van Uber dat zij slechts een technologiebedrijf is dat een platform runt waarop gebruikers met elkaar in contact kunnen komen en overeenkomsten met elkaar aangaan, voor onder andere taxivervoer, wordt verworpen. Immers, uit het feit dat chauffeurs akkoord moeten gaan met de door Uber gestelde voorwaarden om te kunnen worden toegelaten op haar platform, volgt dat zij een overeenkomst aangaan met Uber om vervoersdiensten aan te bieden. Bovendien vormen de vervoersdiensten de kern van de activiteiten van Uber en is de hele organisatie van Uber erop ingericht dat zoveel mogelijk ritten worden verreden en dat op alle dagen en uren voldoende chauffeurs actief zijn om die ritten voor Uber uit te voeren. Dat is het verdienmodel van Uber.
21. De omstandigheid dat de relatie met de chauffeurs door Uber is gegoten in de vorm van een abonnement op de Uberapp en de chauffeurs een commissie van 25% van de ritprijs betalen voor het gebruik van die app, maakt dit niet anders. Het gaat erom dat de chauffeurs feitelijk het via de Uberapp aangeboden vervoer van personen voor Uber verrichten.
22. Los van de vraag of de eis geldt dat de arbeid persoonlijk moet worden verricht of dat het persoonlijk verrichten van arbeid als instructiebevoegdheid en dus als gezag moet worden gezien, geldt dat Uber middels een door de chauffeurs te nemen selfie expliciet controleert of men persoonlijk de arbeid verricht. Dat de achtergrond hiervan is gelegen in het wettelijke vereiste dat een chauffeur moet beschikken over de hiervoor genoemde vergunningen en een chauffeur zich daarom niet kan laten vervangen, maakt geen verschil. Vast staat dat een chauffeur een door hem aanvaarde rit persoonlijk verricht.
Loon
23. Loon is de overeengekomen tegenprestatie voor de verrichte arbeid. Niet in geschil is dat de chauffeurs een vergoeding ontvangen voor een taxirit. De feitelijke gang van zaken is als volgt. Uber krijgt volgens de overeenkomst met de chauffeurs de aanvraag voor de taxirit en bepaalt vervolgens – via het algoritme – aan welke chauffeur de rit wordt aangeboden, de route en de verwachte ritprijs. Uber ontvangt na de rit de ritprijs en betaalt de chauffeur deze minus de servicekosten uit. De ritprijs vormt de beloning voor het vervoer van die passagiers (de arbeid van de chauffeurs).
24. De omstandigheid dat de passagiers de ritprijs aan Uber Pay (een andere entiteit) voldoen, en dat Uber Pay het hun toekomende deel aan de chauffeurs betaalt, betekent niet dat de chauffeurs van Uber geen loon voor hun werkzaamheden ontvangen. De benaming van het loon is niet van belang; de vorm van uitbetaling evenmin.
In dienst van: gezagsverhouding
25. De vraag of sprake is van een gezagsverhouding is nog steeds het meest kenmerkende criterium bij het onderscheid tussen een arbeidsovereenkomst en een andere arbeidsrelatie, en daarmee beslissend voor de vraag of sprake is van ‘werknemer’ of (bijvoorbeeld) een zelfstandige zonder personeel (zzp-er). Het speelt bij de beoordeling een sleutelrol.
26. In de hedendaagse, door technologie beheerste tijd heeft het criterium ‘gezag’ een van het klassieke model afwijkende, meer indirect (vaak digitaal) controlerende invulling gekregen. Werknemers zijn zelfstandiger geworden en verrichten hun werk op meer wisselende (zelfgekozen) tijden. Geoordeeld wordt dat in de verhouding tussen Uber en de chauffeurs sprake is van deze “moderne gezagsverhouding”. Ter toelichting geldt het volgende.
27. De chauffeurs kunnen zich alleen bij Uber aanmelden middels de Uberapp. De voorwaarden waaronder zij de Uberapp kunnen gaan gebruiken, zijn voor hen niet onderhandelbaar; ze moeten eerst alle voorwaarden volledig accepteren om taxi ritten via de Uberapp te kunnen uitvoeren. Uber bepaalt eenzijdig de voorwaarden waaronder de chauffeurs werken, welke voorwaarden ook eenzijdig door Uber kunnen worden gewijzigd. Dat gebeurt ook regelmatig. De chauffeurs kunnen die wijzigingen niet weigeren, ze moeten – willen ze via de Uberapp blijven rijden – de gewijzigde voorwaarden accepteren alvorens ze weer op de Uberapp kunnen inloggen.
28. Het algoritme van de Uberapp bepaalt vervolgens op welke wijze de ritten worden verdeeld en welke prioriteiten daarbij worden gesteld. Het algoritme doet dat op basis van de door Uber gestelde prioriteiten. Zoals ter zitting door Uber is toegelicht, verstrekt Uber bij het aanbieden van een rit slechts een beperkt aantal gegevens, zodat de chauffeur niet alleen de ritten kan accepteren die hem het meeste voordeel opleveren. De Uberapp bepaalt welke chauffeur een rit (als eerste) krijgt aangeboden. Daarbij wordt een route geadviseerd, waarop de aan de klant geïndiceerde ritprijs is gebaseerd. De chauffeurs hebben geen invloed op die prijs, aangezien Uber de tarieven vaststelt. Weliswaar kunnen de klant en de chauffeurs in onderling overleg de ritprijs aanpassen door een andere dan de voorgestelde route te nemen, maar van een vrije onderhandeling tussen passagier en chauffeur is geen sprake. Het ligt immers niet voor de hand dat een passagier akkoord gaat met een andere route, indien die leidt tot een hogere ritprijs.
29. Er gaat ook een disciplinerende werking uit van de Uberapp. Via de Uberapp krijgen de chauffeurs immers een rating en worden zij dus beoordeeld, wat invloed kan hebben op de toegang tot het platform van Uber en het aanbod van de ritten. Een lage gemiddelde rating kan leiden tot verwijdering van het platform, terwijl een hoge gemiddelde rating juist een belangrijke voorwaarde is om te kwalificeren voor de extra status van Platinum of Diamond bij Uber, wat (financiële) voordelen oplevert voor de chauffeur. Zo krijgt een chauffeur met een Platinum of Diamond rang eerder de financieel aantrekkelijke ritten vanaf Schiphol aangeboden.
30. Daar komt bij, zo is ter zitting namens Uber verklaard, dat Uber – eenvoudig gezegd – “aan de knoppen van de app kan draaien” en de instellingen kan wijzigen. Die wijziging is van invloed op de door de chauffeurs te behalen rangen en in verband daarmee het aanbod van de ritten. De door Uber zo bepleite ondernemersvrijheid is hierdoor in wezen afwezig.
31. Hoewel Uber benadrukt dat een chauffeur te allen tijde een reeds geaccepteerde rit alsnog mag annuleren, leidt het regelmatig annuleren van een rit tot uitsluiting van het gebruik van de Uberapp. Ook heeft het driemaal weigeren van een aangeboden rit tot gevolg dat de chauffeur door het systeem wordt uitgelogd en dus geen ritten meer krijgt aangeboden, tot hij opnieuw is ingelogd. Uber heeft aangevoerd dat haar systeem niet goed werkt als ritten bij herhaling worden geweigerd. Dit neemt echter niet weg dat Uber degene is die via het algoritme bepaalt of, en wanneer een chauffeur wordt uitgelogd en weer mag inloggen.
32. Ten slotte is het Uber die bij klachten van klanten eenzijdig beslist over de eventuele oplossing, daaronder een aanpassing van de overeengekomen ritprijs. Daar kan de chauffeur bezwaar tegen maken, maar de uiteindelijke beslissing ligt bij Uber.
33. Op deze wijze gaat van het algoritme een financiële stimulans en een disciplinerende en instruerende werking uit. Dat de chauffeurs tot op zekere hoogte vrij zijn om een rit te weigeren, zelf hun uren mogen bepalen en gelijktijdig gebruik mogen maken van verschillende apps of andersoortige boekingssystemen doet daar niet aan af. Zodra zij gebruik maken van de Uberapp en daartoe ingelogd zijn, zijn zij onderworpen aan de werking van het door Uber ontworpen algoritme, en vallen zij daarmee onder een “modern werkgeversgezag” van Uber.
Conclusie
34. Concluderend wordt aan de hand van eerdergenoemd toetsingskader vastgesteld dat partijen slechts “op papier” zijn overeengekomen dat de chauffeurs als zelfstandig ondernemer werkzaam zijn. Het kan zijn dat (een aantal van) de chauffeurs daartoe ook daadwerkelijk de bedoeling hadden, maar in de gegeven omstandigheden moet die bedoeling – vergaand – worden gerelativeerd nu deze vooral zal zijn ingegeven door de wens om voor Uber, de in economisch opzicht beduidend sterkere partij, werkzaam te zijn. Zoals hiervoor besproken, leidt het samenstel van het door Uber opgetuigde systeem ertoe dat de feitelijke uitvoering alle kenmerken van een arbeidsovereenkomst bevat. In dat geval gaat ‘wezen’ voor ‘schijn’ en moet, met het oog op het dwingendrechtelijk karakter van het arbeidsrecht en ter bescherming van de zwakkere positie van de werker, door de in het contract gekozen bewoordingen heen worden gekeken (zie ook ECLI:NL:RBMNE:2021:3667).
35. De overeenkomsten tussen Uber en de chauffeurs die zich in persoon jegens Uber hebben verbonden, moeten derhalve gekwalificeerd worden als een arbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel 7:610 BW.
36. Onderkend wordt dat dit oordeel bij Uber – zoals zij terecht heeft aangevoerd – tot organisatorische problemen aanleiding kan geven en dat niet alle chauffeurs, die zich in persoon met Uber hebben verbonden, een arbeidsovereenkomst wensen. Dit maakt het oordeel echter niet anders.
Vordering I: toepasselijkheid CAO Taxivervoer:
37. Vervolgens rijst de vraag of dit oordeel tot gevolg heeft dat de CAO Taxivervoer op de arbeidsrelatie van Uber met de in persoon rijdende chauffeurs van toepassing is, althans voor de periode dat deze algemeen verbindend is verklaard. Dat is het geval.
38. Immers, de laatstelijk tot 31 december 2021 algemeen verbindend verklaarde CAO Taxivervoer (vgl. Staatscourant 2021, 1100) is conform artikel 1.2 van de CAO Taxivervoer van toepassing “op ondernemingen, werkgevers en werknemers van elke in Nederland gevestigde arbeidsorganisatie:
ie tegen betaling vervoer van personen verricht, met een personenauto, krachtens een vergunning op grond van de Wet Personenvervoer 2000 (in werking sinds 1 januari 2001, wet van 6 juli 2000, Stb. 2000, 314);
en/of die tegen betaling vervoer van personen verricht, met een personenauto, over de weg of over andere dan voor het openbaar verkeer openstaande wegen.”
Voorts worden de begrippen werknemer en werkgever in artikel 1.5 van de cao als volgt gedefinieerd:
“c. WerkgeverElke natuurlijke of rechtspersoon die in Nederland door één of meer werknemers arbeid doet verrichten als bedoeld in artikel 1.2.d. WerknemerDe persoon die met de werkgever een arbeidsovereenkomst heeft gesloten voor bepaalde of onbepaalde tijd.”
39. Aangezien Uber een rechtspersoon is die in Nederland één of meer werknemers arbeid doet verrichten in de zin van artikel 1.2 van de CAO Taxivervoer, valt zij onder de werkingssfeer van deze cao. Uber dient deze, voor zover de CAO Taxivervoer algemeen verbindend is verklaard, op de arbeidsovereenkomsten van de chauffeurs toe te passen. Dat betekent dat de onder I. door FNV gevorderde verklaring voor recht toewijsbaar is.
Vordering II, IV en V: achterstallig loon en aanverwante vorderingen
40. Uber dient de bepalingen van de CAO Taxivervoer na te leven ten opzichte van de chauffeurs die zich in persoon met Uber hebben verbonden. Dat betekent dat zij aan de chauffeurs die daarvoor in aanmerking komen, achterstallig loon moet voldoen. FNV heeft onder II ook niet anders gevorderd. De vordering kan naar haar aard slechts betrekking hebben op chauffeurs, die op zo’n prestatie zijdens Uber aanspraak kunnen maken (vgl ECLI:NL:HR:1997:ZC2532CNV/ [partij] en ECLI:NL:HR:2021:413[partij]), waarbij verjaring een rol kan spelen. De vordering onder II is derhalve eveneens toewijsbaar, in aanmerking genomen het hierna volgende.
41. Uber heeft betoogd dat de vraag of de chauffeurs aanspraak kunnen maken op een arbeidsovereenkomst en of zij dat ook willen doen gelet op het mogelijk fiscaal gevolg, een relevant gezichtspunt is. Voor zover Uber heeft verzocht daarmee in het dictum rekening te houden geldt het volgende.
42. Nu sprake is van een arbeidsovereenkomst en Uber onder de werkingssfeer van de algemeen verbindend verklaarde CAO Taxivervoer valt, is zij wettelijk gehouden de uit de cao voortvloeiende verplichtingen jegens de chauffeurs na te leven, ook als de chauffeurs dat niet willen. Een ‘louter van de wil’ van de werknemer afhankelijke veroordeling zou kunnen neerkomen op een ‘uitweg’ die de effectiviteit van het systeem van algemeenverbindendverklaring van cao’s onder druk zet (vgl. AG Hartlief, ECLI:NL:PHR:2020:958). Voor zover de vordering ertoe strekt dat naleving van de cao alleen geldt voor de chauffeurs die Uber daarom verzoeken, wordt dit gedeelte van het petitum in het dictum niet overgenomen. Daarbij wordt overwogen dat de zinsnede “die haar daarom verzoeken” in de vordering van FNV wordt begrepen als een juridische uitleg die – zoals hiervoor is overwogen – geen steun vindt in het recht en derhalve onnodig is opgenomen. Door het weglaten van deze zinsnede in het dictum is tegen die achtergrond geen sprake dat meer wordt toegewezen dan door FNV is gevorderd.
43. Voor wat betreft de vraag of de chauffeurs aanspraak kunnen maken op een nabetaling uit hoofde van de CAO Taxivervoer geldt dat uit de door Uber te maken loonberekeningen en de daarop gebaseerde specificaties zal moeten blijken in hoeverre individuele chauffeurs recht hebben op nabetaling van loon.
44. De discussie omtrent het feit dat de chauffeurs tegelijkertijd op verschillende apps (kunnen) zijn ingelogd en ook ritten mogen weigeren of niet accepteren, en wat dit betekent voor de vraag of zij gedurende de wachttijd recht hebben op loon omdat in dat geval volgens Uber de bereidheid tot het verrichten van arbeid ontbreekt, valt buiten de reikwijdte van de beoordeling van dit geschil en behoeft niet beantwoord te worden. Het is een vraag naar de uitleg van de CAO Taxivervoer. In deze procedure ligt enkel de vraag voor of de CAO Taxivervoer op de betreffende arbeidsovereenkomsten van toepassing is.
45. De vordering onder II zal, conform dit oordeel, deels worden toegewezen. De vorderingen onder IV en V zijn prematuur en worden afgewezen, ook omdat (nog) niet inzichtelijk is wie op welke nabetaling recht heeft.
Vordering III: autokosten
46. Los van de vraag of de vordering onder III aangemerkt moet worden als een vordering op de voet van artikel 3:305a BW (een collectieve actie), hetgeen Uber overigens niet heeft betoogd, geldt dat de vordering te onbepaald is en zelfstandig belang ontbeert, om naast de onder I gevorderde verklaring voor recht en de nakomingsvordering onder II, te worden toegewezen. Uber wordt bij toewijzing van de vordering onder II reeds veroordeeld tot nakoming van de CAO Taxivervoer en dus om het achterstallige salaris te voldoen waarop de chauffeurs ingevolge de CAO Taxivervoer recht hebben. Dat achterstallig loon zal moeten worden berekend op de wijze als in de CAO Taxivervoer of de wet voorzien. De vordering onder III wordt afgewezen.
Vordering VI: dwangsom
47. FNV vordert onder VI veroordeling van Uber op straffe van een dwangsom van€ 10.000,- per dag voor iedere chauffeur die na een verzoek als bedoeld onder II niet binnen 14 dagen na het verzoek een correcte en per maand gespecificeerde nabetaling heeft ontvangen. Voor zover FNV met haar vordering bedoelt dat de dwangsom ziet op het verstrekken van een specificatie wordt geoordeeld dat die vordering moet worden afgewezen. Het toewijzen van een dwangsom, te betalen aan FNV, terwijl de specificatie moet worden verstrekt aan de chauffeur en alleen die kan beoordelen of de specificatie correct is, leidt onvermijdelijk tot executieproblemen en komt derhalve niet dienstig voor. Voor zover het gaat om de betaling aan de chauffeurs zelf, geldt dat een dwangsom niet kan worden verbonden aan een betalingsverplichting.
Vordering VII: schadevergoeding FNV
48. Op grond van artikel 3 lid 4 Wet AVV kan FNV een vergoeding vorderen voor de schade die zij lijdt vanwege het niet nakomen van de cao door Uber. FNV vordert in dat kader € 400.000,00 aan materiële schade vanwege de vele uren besteed aan onderzoek, en € 100.000,00 aan immateriële schade vanwege de reputatieschade en verlies aan werfkracht.
49. Dat FNV schade heeft geleden doordat Uber de CAO Taxivervoer niet nakomt is aannemelijk. Daarbij heeft FNV een door Uber weliswaar onbetwist gebleven overzicht ingebracht van 1 bladzijde van de schade, maar dit overzicht is nauwelijks gespecificeerd en is zonder nadere toelichting – welke ontbreekt – onvoldoende voor toewijzing van een vergoeding van materiële schade tot het bedrag van € 400.000,00. Onbetwist is eveneens gebleven dat FNV door het niet nakomen van de cao door Uber reputatieschade heeft geleden en dat er sprake is van verlies aan werfkracht.
50. Alles afwegende wordt een schadevergoeding van in totaal € 50.000,00 (€ 25.000,00 aan materiële en € 25.000,00 aan immateriële schade) redelijk geacht. Deze zal worden toegewezen.
Proceskosten
51. Bij deze uitkomst van de procedure zal Uber in de proceskosten worden veroordeeld.
BESLISSING
De kantonrechters:
verklaren voor recht dat voor de periodes dat de CAO Taxivervoer algemeen verbindend verklaard is (geweest), de arbeidsvoorwaarden van deze CAO van toepassing zijn op de chauffeurs die zich in persoon jegens Uber hebben verbonden om personen met een personenauto te vervoeren over de weg;
veroordelen Uber om voor de periodes dat de CAO Taxivervoer algemeen verbindend verklaard is (geweest), deze integraal na te leven jegens de onder I bedoelde chauffeurs;
veroordelen Uber tot betaling aan FNV van € 50.000,00 aan schadevergoeding;
veroordelen Uber in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van FNV begroot op:exploot € 105,50salaris € 1.496,00griffierecht € 124,00-----------------totaal € 1.725,50voor zover van toepassing, inclusief btw;
veroordelen Uber in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 62,00 aan salaris gemachtigde, te verhogen met een bedrag van € 68,00 en de explootkosten van betekening van het vonnis, een en ander voor zover van toepassing inclusief btw, onder de voorwaarde dat Uber niet binnen veertien dagen na aanschrijving volledig aan dit vonnis heeft voldaan en betekening van het vonnis pas na veertien dagen na aanschrijving heeft plaatsgevonden;
verklaren de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijzen het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mrs. M.V. Ulrici, E. Pennink en F.J. Lourens, kantonrechters, en door mr. M.V. Ulrici in het openbaar uitgesproken op 13 september 2021 in tegenwoordigheid van de griffier.
Griffier Kantonrechter