Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek Boek 7
Artikel 625 [Sanctie op niet-tijdige betaling geldloon]
Geldend
Geldend vanaf 01-04-1997
- Bronpublicatie:
06-06-1996, Stb. 1996, 406 (uitgifte: 01-01-1996, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 23438 Overheid.nl: 23438)
- Inwerkingtreding
01-04-1997
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-01-1997, Stb. 1997, 37 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
1.
Voor zover het in geld vastgesteld loon of het gedeelte dat overblijft na aftrek van hetgeen door de werkgever overeenkomstig artikel 628 mag worden verrekend, en na aftrek van hetgeen waarop derden overeenkomstig artikel 633 rechten doen gelden, niet wordt voldaan uiterlijk de derde werkdag na die waarop ingevolge de artikelen 623 en 624 lid 1 de voldoening had moeten geschieden, heeft de werknemer, indien dit niet-voldoen aan de werkgever is toe te rekenen, aanspraak op een verhoging wegens vertraging. Deze verhoging bedraagt voor de vierde tot en met de achtste werkdag vijf procent per dag en voor elke volgende werkdag een procent, met dien verstande dat de verhoging in geen geval de helft van het verschuldigde te boven zal gaan. Niettemin kan de rechter de verhoging beperken tot zodanig bedrag als hem met het oog op de omstandigheden billijk zal voorkomen.
2.
Van dit artikel kan niet ten nadele van de werknemer worden afgeweken.