Prg. 2021/280
Kantonrechters oordelen dat in de verhouding tussen Uber en chauffeurs sprake is van een ‘moderne gezagsverhouding’. Het systeem bevat alle kenmerken van een arbeidsovereenkomst.
Rb. Amsterdam 13-09-2021, ECLI:NL:RBAMS:2021:5029
- Instantie
Rechtbank Amsterdam
- Datum
13 september 2021
- Magistraten
Mrs. M.V. Ulrici, E. Pennink, F.J. Lourens
- Zaaknummer
8937120 CV EXPL 20-22882
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Arbeidsrecht / Collectief arbeidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBAMS:2021:5029, Uitspraak, Rechtbank Amsterdam, 13‑09‑2021
- Wetingang
Art. 3 lid 2 en 4 Wet AVV; art. 3:305a, 7:610 BW
Essentie
Arbeidsrecht. Wordt gezagsverhouding tussen Uber en chauffeurs gezien als een ‘klassieke gezagsverhouding’?
Nee. Sprake is van een ‘moderne gezagsverhouding’. In huidige door technologie beheerste tijd heeft het criterium ‘gezag’ een meer indirect (vaak digitaal) controlerende invulling gekregen.
Samenvatting
FNV spreekt Uber aan over het naleven van de CAO Taxivervoer. Uber weigert, omdat de chauffeurs geen werknemers zouden zijn.
De kantonrechters buigen zich over de vraag of de verhouding tussen Uber en Chauffeurs moet worden gekwalificeerd als arbeidsovereenkomst ex artikel 7:610 BW. Dat de chauffeurs ‘arbeid’ voor Uber verrichten, lijdt geen twijfel. De stelling dat Uber slechts een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.