Borgtocht (O&R)
Einde inhoudsopgave
Borgtocht (O&R nr. 84) 2014/5.5.1:5.5.1 Algemeen
Borgtocht (O&R nr. 84) 2014/5.5.1
5.5.1 Algemeen
Documentgegevens:
Mr. Dr. G.J.L. Bergervoet, datum 01-09-2014
- Datum
01-09-2014
- Auteur
Mr. Dr. G.J.L. Bergervoet
- JCDI
JCDI:ADS353567:1
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Bijzondere onderwerpen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Vgl. Brahn/Reehuis, Zwaartepunten van het vermogensrecht, Deventer: Kluwer, 2010, nr. 386.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
130. Een essentieel onderdeel voor de totstandkoming van iedere overeenkomst is dat partijen met elkaar wilsovereenstemming bereiken. Indien de wil gebrekkig is gevormd, omdat sprake is geweest van bedreiging, bedrog, misbruik van omstandigheden of dwaling, kan de geldigheid van de overeenkomst worden aangetast. Binnen deze vier wilsgebreken die het BW kent, neemt dwaling een belangrijke positie in.1 Ook wat betreft de overeenkomst van borgtocht neemt het leerstuk van dwaling een voornamere positie in dan de overige wilsgebreken uit het BW. In de jurisprudentie van de Hoge Raad heeft het leerstuk van dwaling centraal gestaan bij de ontwikkeling van een informatieplicht aan de zijde van de schuldeiser. In algemene zin houdt deze informatieplicht in dat de schuldeiser de borg informeert omtrent de gevaren en risico’s die verbonden zijn aan de borgtocht. Het is echter onduidelijk tot waar de informatieplicht van de schuldeiser zich uitstrekt. Moet de schuldeiser de borg alleen van algemene informatie voorzien over de gevaren die zijn verbonden aan het zich borg stellen, of behoort de schuldeiser de borg ook in te lichten over de concrete (financiële) positie waarin de hoofdschuldenaar verkeert?