Einde inhoudsopgave
Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies
Artikel 4.10.8 Verplichtingen subsidieontvanger
Geldend
Geldend van 31-05-2024 tot 01-01-2028
- Bronpublicatie:
28-05-2024, Stcrt. 2024, 17344 (uitgifte: 30-05-2024, regelingnummer: WJZ/ 58809777)
- Inwerkingtreding
31-05-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-05-2024, Stcrt. 2024, 17344 (uitgifte: 30-05-2024, regelingnummer: WJZ/ 58809777)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Onder essentiële wijziging als bedoeld in artikel 37, derde lid, van het besluit wordt in ieder geval begrepen:
- a.
het niet uitvoeren van activiteiten waarvoor subsidie is ontvangen;
- b.
werkelijke investeringskosten die lager zijn dan de bij subsidieverlening begrote investeringskosten;
- c.
het overeenkomen van meer aansluitingen dan het aantal dat op grond van het projectplan werd verwacht en waarvan in de beschikking tot subsidieverlening is uitgegaan, indien er sprake is van een toevoeging van:
- 1°
30 of meer kleinverbruikersaansluitingen in de bestaande bouw, in de nieuwbouw of een combinatie hiervan;
- 2°
een of meer grootverbruikersaansluitingen;
- 3°
een of meer blokaansluitingen.
2.
In afwijking van artikel 37, derde lid, van het besluit, is een voorafgaand verzoek tot ontheffing niet vereist, maar volstaat een melding wanneer sprake is van een situatie als bedoeld in het eerste lid, onderdelen b en c.
3.
De subsidieontvanger verleent op verzoek van de minister medewerking aan het verspreiden van de resultaten van de op grond van deze titel gesubsidieerde activiteiten.
4.
De subsidieontvanger verstrekt gedurende de looptijd van het project jaarlijks een voortgangsrapportage over het project die de minister kan gebruiken voor de openbare brede verspreiding van de niet-bedrijfsgevoelige kennis en informatie die met het project worden opgedaan.
5.
De informatie, bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt verstrekt met gebruikmaking van een elektronisch formulier dat door de minister beschikbaar wordt gesteld.
6.
Artikel 38, eerste lid, onderdeel b, van het besluit is niet van toepassing.