EHRM, 15-02-2007, nr. 19997/02

Documentgegevens:

EHRM 15-02-2007, ECLI:NL:XX:2007:BA2631

Instantie: Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Datum: 15 februari 2007
Magistraten: Zupančič, Hedigan, Bîrsan, Fura-Sandström, Gyulumyan, David Thor Björgvinsson, Ziemele
Zaaknummer: 19997/02
LJN: BA2631
Vakgebied(en): Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:XX:2007:BA2631, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 15‑02‑2007
Wetingang: EVRM art. 6; EVRM art. 10

Essentie

Boldea tegen Roemenië.

Schending van art. 6 en 10.

Klager heeft tijdens een bijeenkomst op zijn universiteit twee collega's (A.S. en L.P.) beschuldigd van plagiaat; uiteindelijk is hij voor smaad veroordeeld. Voormelde bijeenkomst, waarbij over mogelijk plagiaat werd gediscussieerd, is geëindigd in een mondelinge waarschuwing voor A.S. en L.P.. Klager heeft weliswaar zware beschuldigingen geuit, maar deze berusten in ieder geval op enig bewijs en waren niet bedoeld om een lastercampagne op gang te brengen. Voorts hadden de bewuste uitlatingen geen betrekking op de privé-levens van A.S. en L.P., maar op hun beroepsgedrag. Klagers uitingen moeten worden gezien als ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.