Einde inhoudsopgave
RvdW 2007, 536
Geen bekennende verdachte cfm art. 359.3 Sv.
HR 15-05-2007, ECLI:NL:HR:2007:BA0492
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
15 mei 2007
- Magistraten
W.J.M. Davids, W.A.M. van Schendel, W.M.E. Thomassen
- Zaaknummer
01325/06
- Conclusie
A-G Knigge
- LJN
BA0492
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:BA0492, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑05‑2007
ECLI:NL:HR:2007:BA0492, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 15‑05‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑07‑2006
- Wetingang
Sv art. 358 lid 3; Sv art. 359 lid 1; Sv art. 359 lid 3
Essentie
's Hofs oordeel dat in casu kon worden volstaan met een (verkorte) opgave van de bewijsmiddelen ex art. 359 lid 3 Sv is onjuist. HR verstaat het verweer van de raadsman — er is geen sprake van een vorm van betrokkenheid van verdachte bij feit 2 (medeplegen van diefstal van stroom uit een woning met een hennepplantage) nu verdachtes handtekening op de huurovereenkomst van die woning niet aangeeft dat hij ook de stroom daaruit heeft gestolen — als ontkenning van het tenlastegelegde.
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.