Einde inhoudsopgave
RvdW 2006, 359
EHRM, 24-01-2006, nr. 65500/01
EHRM 24-01-2006, ECLI:NL:XX:2006:AW3611
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
24 januari 2006
- Magistraten
Mrs. Costa, Baka, Türmen, Jungwiert, Ugrekhelidze, Mularoni, Fura-Sandström
- Zaaknummer
65500/01
- LJN
AW3611
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:2006:AW3611, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 24‑01‑2006
- Wetingang
EVRM art. 9
Essentie
Kurtulmus tegen Turkije.
Geen schending art. 9.
Niet-ontvankelijk. Verbod voor docente aan universiteit om islamitisch hoofddoekje te dragen. Geen schending art. 9. Margin of appreciation waardoor verschillen per land mogelijk zijn (cfm. Sahin tegen Turkije, EHRM 10 november 2005, nr. 44774/98). Het verbod vindt zijn grondslag in het beginsel van laicité (scheiding van kerk en staat) en de neutraliteit van scholen (vgl. Sahin) en de onpartijdigheid van het overheidsapparaat. Dat laatste argument speelde niet in Sahin, omdat Sahin student was; klaagster is docent. Het verschil met Dahlab tegen Zwitserland (nr. 42393/98, CEDH 2001-V) is dat Dahlab lerares was op een basisschool; de jonge ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.