Proceskostenveroordeling en toegang tot de rechter in IE-zaken
Einde inhoudsopgave
Proceskostenveroordeling en toegang tot de rechter in IE-zaken (BPP nr. XIX) 2017/128:128 Verstek
Proceskostenveroordeling en toegang tot de rechter in IE-zaken (BPP nr. XIX) 2017/128
128 Verstek
Documentgegevens:
C.J.S. Vrendenbarg, datum 15-12-2017
- Datum
15-12-2017
- Auteur
C.J.S. Vrendenbarg
- JCDI
JCDI:ADS576636:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
In zaken waarin tegen de gedaagde verstek wordt verleend, zal de rechter de vordering van eiser toewijzen, tenzij deze de rechter onrechtmatig of ongegrond voorkomt.1 Er vindt geen partijdebat plaats (de gedaagde is immers afwezig), dus de rechter zal ambtshalve moeten beoordelen of het gevorderde niet in strijd komt met het objectieve recht. In deze context geldt dat recht van openbare orde en dwingend recht ambtshalve moeten worden toegepast. Art. 1019h Rv is echter van regelend recht, zodat partijen daarvan afwijkende afspraken mogen maken. In dat geval dient de rechter conform die afspraken te beslissen. Van een dergelijke overeenkomst zal echter niet snel sprake zijn in verstekzaken. Alsdan geldt dat de rechter op grond van art. 25 Rv zal moeten onderzoeken of de aangevoerde (feitelijke en juridische gronden) het gevorderde kunnen dragen.