Einde inhoudsopgave
Het deskundigenadvies in de civiele procedure (R&P nr. 165) 2008/7.5.2.5
7.5.2.5 De motivering van een deskundigenadvies als hulpmiddel bij de vorming van de overtuiging
G. de Groot, datum 20-10-2008
- Datum
20-10-2008
- Auteur
G. de Groot
- JCDI
JCDI:ADS441367:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Voetnoten
Voetnoten
Zie par. 7.2.8.2.
Zie par. 7.2.2.2.
Over Rv 1828: par. 3.4.
Van Boneval Faure 1893, W-1, p. 93; De Pinto 1857, 11-1, p. 363.
Scheltema 1939, p. 469.
Van Boneval Faure 1893, W-1, p. 93.
Rb. Amsterdam 22 april 1890, W 5893.
Provinciaal Geregtshof van Noord-Holland 20 juni 1842, W 306.
Bijv. Rb. Dordrecht 27 december 1922, NJ 1923, p. 1277.
Rb. Den Haag 10 december 1940, NJ 1941, 166.
Zie par. 7.4.2.
HR 10 november 1989, NJ 1990, 111; HR 18 februari 1994, NJ 1994, 742, m.nt. HJS.
1-1R 20 april 2001, NJ 2001, 362, JOR 2001, 113, m.nt. K. Frielink, r.o. 4.1.2.
De Groot & Elbers 2008, par. 5.3.3.2.
Zie par. 5.6.3.1.
CTG 7 december 2004, 2004.045.
Rb. Groningen 20 augustus 1999, PRG 2000, 5420.
De rechter vormt zijn overtuiging ten aanzien van de betekenis van een deskundigenadvies voor het bewijs mede aan de hand van de motivering van een deskundigenadvies. Een deskundigenbericht dient met redenen te zijn omkleed (art. 198 lid 4 Rv).
Motivering van een deskundigenadvies in het verleden
In België1 en Duitsland2 is motivering van een deskundigenadvies niet wettelijk voorgeschreven. Ook in Nederland was aanvankelijk niet wettelijk geregeld dat de deskundige de gronden moest vermelden van zijn antwoorden op de vragen van de rechter. In art. 318 Rv 1811 stond:
`De benoemden zullen niet dan één eenig berigt of verslag opmaken. Zij zullen niet dan één eenig gevoelen bij meerderheid van stemmen uitbrengen.'
In art. 197 Rv 18283 was wel in de motiveringseis voorzien:
`De deskundigen zullen hun berigt opmaken, na daarover met elkander geraadpleegd te hebben. Hun verslag zal bevatten hun beredeneerd gevoelen (...)'
evenals in art. 231 lid 1 Rv 1838:
`De deskundigen maken, na raadpleging, hun berigt met redenen bekleed schriftelijk op, bij meerderheid van stemmen. (...)'
Van Boneval Faure en De Pinto vonden de motivering van een deskundigenadvies van belang om de rechter in staat te stellen zich zelfstandig een oordeel over de zienswijze van de deskundige te vormen.4 Scheltema huldigde een soortgelijke opvatting:
`Ten aanzien van vele deskundigenberichten zal de rechter iedere gefundeerde overtuiging missen, omdat hij van de door de deskundigen behandelde stof geen verstand heeft; dikwijls evenwel zal het algemeene critische vemogen, waarover de rechter krachtens zijn wetenschappelijke opleiding beschikt, hem kunnen doen beoordeelen, of het deskundigengevoelen behoorlijk is gemotiveerd, of dat het slechts een losse, niet geschraagde mening is. Vooral het voorschrift, dat het schriftelijke deskundigenbericht met redenen moet zijn omkleed (...) stelt den rechter in staat de redeneeringen van de benoemde deskundigen te volgen.'5
Bevatte een deskundigenadvies geen motivering, dan was het volgens Van Boneval Faure geen rechtsgeldig deskundigenbericht, ook al volgde uit de wet niet dat het nietig was 6 Hij verwees naar een uitspraak van de rechtbank Amsterdam uit 1890. In deze zaak had de kantonrechter een deskundigenadvies gelast en aan de uitspraak ten grondslag gelegd, waarna in hoger beroep bij de rechtbank was aangevoerd dat de kantonrechter geen acht had mogen slaan op het deskundigenadvies op de grond dat het niet met redenen was omkleed. De rechtbank stelde vast dat het deskundigenadvies geen motivering bevatte. Dit verzuim was weliswaar niet met nietigheid bedreigd, maar dat was volgens de rechtbank ook onnodig,
`daar een bericht zonder motivering, onmogelijk "de vereischte inlichtingen" voor den rechter kan bevatten en mitsdien geen rechtsgeldig bericht oplevert' (...).7
Het hof Amsterdam had al in 1842 overwogen dat vormverzuimen in een deskundigenbericht door de wet niet met nietigheid werden bedreigd.8 De rechtbank Dordrecht legde in 1922 een ongemotiveerd deskundigenbericht aan de beslissing ten grondslag en zag in het motiveringsgebrek geen aanleiding een nieuw deskundigenbericht in te winnen, op de grond dat de motiveringseis niet op straffe van nietigheid was voorgeschreven.9 De rechtbank Den Haag oordeelde in 1940 niet dat een deskundigenbericht met een onvolledige motivering nietig was, maar zag in de onvolledigheid aanleiding om aanvullende vragen te stellen aan de deskundige.10 Ook tegenwoordig is een gebrek in de motivering van een deskundigenadvies geen reden om het uit te sluiten van het bewijs, maar kan het bijvoorbeeld wel aanleiding geven tot aanvullende vragen aan de deskundige of tot inschakeling van een andere deskundige.11
Inhoud van de motiveringseisen ten aanzien van een deskundigenadvies
Naar Nederlands civiel procesrecht is niet of nauwelijks nader uitgewerkt wat de motiveringseisen ten aanzien van een deskundigenadvies inhouden.
De Hoge Raad stelt de eis dat de motivering van een deskundigenadvies kenbaar en controleerbaar moet zijn voor partijen en de rechter.12 Verder is in de opvatting van de Hoge Raad de mate waarin een deskundigenadvies gemotiveerd dient te zijn, afhankelijk van de mate waarin een deskundigenadvies is gebaseerd op eigen wetenschap en ervaring van de deskundige. In een zaak waarin het hof de formele en inhoudelijke bezwaren van een partij tegen een deskundigenbericht gemotiveerd had verworpen en het deskundigenbericht aan de beslissing ten grondslag had gelegd, overwoog de Hoge Raad dat hierin besloten lag dat de redengeving van de deskundige naar het oordeel van het hof voldeed aan de daaraan te stellen eisen. Het hof was er volgens de Hoge Raad vanuit gegaan dat het deskundigenbericht naar zijn aard voor een belangrijk deel berustte op de eigen wetenschap en ervaring van de deskundige. Dit was niet in strijd met de eis dat een deskundigenbericht met redenen is omkleed. Eigen wetenschap en ervaring van de deskundige kunnen volgens de Hoge Raad in belangrijke mate redengevend zijn voor een deskundigenbericht.13 A-G Mok schreef in zijn conclusie bij deze zaak over de motivering van een deskundigenadvies:
`Er bestaan echter geen vaste regels voor de motivering van zulk een bericht. Vaak zal een deskundige zich — daar is hij deskundige voor — op eigen wetenschap baseren. Hij kan dat soms aan de hand van literatuur onderbouwen, maar dat zegt in beginsel niet meer dan dat er nog een ander is die het ook vindt (als de geciteerde literatuur al niet door de betrokken deskundige zelf is geschreven).
Bekend zijn de deskundigenberichten in onteigeningszaken, waarin deskundigen de waarde van de betrokken zaak (m.n. van grond) intuïtief schatten. Het baseren van een (gedeelte van) een deskundigenbericht op eigen wetenschap lijkt mij niet zo bezwaarlijk, zeker niet voor zover het oordeel van de deskundige als instructiemiddel dient.'
Een vergelijkbare gedachte is geuit door rechters die zijn geïnterviewd in het kader van het onderzoek 'Inschakeling van deskundigen in de rechtspraak'. Zij zeiden dat niet elk rapport zich leent voor een uitgebreide onderbouwing met verantwoording van geraadpleegde literatuur. Het gaat erom dat de motivering van een rapport functioneel is en ook dat duidelijk is in hoeverre de deskundige (on)zeker is van zijn bevindingen en conclusies.14
Motiveringseisen ten aanzien van een deskundigenadvies en 'naar beste weten'
De eisen die worden gesteld aan de motivering van een deskundigenadvies, kunnen niet los worden gezien van de taak van de deskundige om de opdracht 'naar beste weten' te vervullen. Zoals uiteengezet in par. 5.6.4 behoort een deskundige bij de vervulling van deze taak de vragen van de rechter naar waarheid te beantwoorden met kennis van de aan hem ter beschikking gestelde (gegevens uit de) (proces)stukken en met gebruik van actuele vakkennis en zijn professionele ervaring. Hij dient de opdracht persoonlijk te vervullen, met dien verstande dat hij in het algemeen onderdelen van het onderzoek onder zijn leiding en toezicht door anderen mag laten verrichten. Hij dient de identiteit van die anderen bekend te maken. Als de deskundige een onderzoeksmethode toepast, moet hij verantwoorden dat de onderzoeksmethode op zijn vakgebied algemeen aanvaard, betrouwbaar en valide is en correct is toegepast. Het deskundigenadvies moet de gegevens bevatten die nodig zijn om de bevindingen, gedachtegang en conclusies van de deskundige te kunnen volgen en controleren. Lopen de meningen op het vakgebied van de deskundige op een relevant punt uiteen, dan behoort de deskundige daarvan melding te maken. Het deskundigenadvies moet inzichtelijk en consistent zijn en een toereikende onderbouwing van de antwoorden op de vragen van de rechter bevatten. In essentie komen deze eisen erop neer dat een deskundigenadvies, evenals in Zwitserland, volledig, begrijpelijk en logisch te volgen behoort te zijn.
De medische tuchtrechter verlangt eveneens dat een deskundigenadvies begrijpelijk en logisch te volgen is, maar besteedt minder aandacht aan de volledigheid:15
`1) wordt in het rapport op inzichtelijke en consistente wijze uiteengezet op welke gronden de conclusie van het rapport steunt,
2) vinden de in het rapport uiteengezette gronden aantoonbaar voldoende steun in de feiten, omstandigheden en bevindingen van het rapport,
3) kunnen bedoelde gronden de daaruit getrokken conclusie rechtvaardigen,
4) beperkt de rapportage zich tot de deskundigheid van de rapporteur en
5) kon de methode van onderzoek teneinde tot beantwoording van de voorgelegde vraagstelling te komen tot het beoogde doel leiden, dan wel heeft de rapporteur daarbij de grenzen van redelijkheid en billijkheid overschreden:16
Naar mijn opvatting dient een deskundigenadvies naar Nederlands civiel procesrecht zowel volledig, begrijpelijk als logisch te volgen te zijn. Met een eenvoudig voorbeeld laat zich illustreren waarom de eis van volledigheid van zelfstandig belang kan zijn. De rechtbank Groningen had in een zaak aan een deskundige gevraagd in hoeverre een bepaald tapijt bestand was tegen rolstoelgebruik. De deskundige had echter onderzocht in hoeverre rolstoelgebruikers in staat waren zich over het tapijt in kwestie voort te bewegen en hiervan verslag gedaan. De rechtbank zag zich vervolgens genoodzaakt een aanvullend deskundigenbericht te gelasten om alsnog antwoord op haar vraag te krijgen.17
Dat een deskundigenadvies naar Nederlands civiel procesrecht volledig, begrijpelijk en logisch te volgen behoort te zijn, leid ik af uit het samenstel van bepalingen op grond waarvan de rechter de reikwijdte van de opdracht bepaalt (art. 194 lid 1 Rv) en de deskundige de opdracht 'onpartijdig en naar beste weten' behoort te vervullen (art. 198 lid 1 Rv) en een gemotiveerd deskundigenadvies dient in te leveren (art. 198 lid 4 Rv).
Of een deskundigenadvies volledig, begrijpelijk en logisch te volgen is, is niet alleen van invloed op de vorming van de overtuiging van de rechter. Zoals in de volgende paragraaf zal worden toegelicht, kan het criterium 'volledig, begrijpelijk en logisch te volgen' ook van pas komen bij de motivering van de rechterlijke beslissing waaraan een deskundigenadvies al dan niet ten grondslag wordt gelegd.