Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/1159
Gewoonte maken van witwassen.
HR 23-11-2021, ECLI:NL:HR:2021:1702
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 november 2021
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, A.L.J. van Strien, M.J. Borgers, T. Kooijmans
- Zaaknummer
19/04933
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1702, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑11‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:843, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑09‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑02‑2021
- Wetingang
Art. 420bis, 420ter Sr
Essentie
Hof kon oordelen dat verdachte een ‘gewoonte’ heeft gemaakt van witwassen.
Samenvatting
Het maken van een ‘gewoonte’ fungeert soms als wettelijke strafverzwaringsgrond, in de vorm van een extra bestanddeel of als bijzondere strafbepaling. Of een meervoud aan gedragingen kan worden gekwalificeerd als het maken van een ‘gewoonte’, hangt af van de concrete omstandigheden van het geval. Daarbij kan onder meer betekenis toekomen aan de aard van de gedragingen en de omstandigheden waaronder deze zijn verricht, alsmede aan het aantal gedragingen en het tijdsbestek waarbinnen deze zich hebben afgespeeld. Daarbij geldt niet de eis dat wordt vastgesteld dat de verdachte ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.