RvdW 2023/336:Grootschalige internetfraude. Medeplegen gewoontewitwassen van geldbedragen (art. 420ter lid 1 jo. art. 420bis lid 1 sub a Sr) en deelneming aan criminele organisatie (art. 140 lid 1 Sr) door computers van rekeninghouders van banken te infecteren met ‘malware’ teneinde frauduleuze overboekingen te bewerkstelligen. 1. Bewijsklacht witwassen en deelneming aan criminele organisatie. Kan uit bewijsvoering worden afgeleid dat verdachte gebruik maakte van bijnaam A? 2. Bewijsklacht medeplegen witwassen m.b.t. transacties. 3. Vorderingen benadeelde partijen (banken), rechtstreekse schade. Is toegewezen deel van vorderingen een rechtstreeks gevolg van bewezenverklaard witwassen? 4. Vorderingen benadeelde partijen, art. 361 lid 4 Sv. Heeft hof verweer m.b.t. vorderingen toereikend gemotiveerd verworpen? HR: art. 81 lid 1 RO. Samenhang met 21/01540 (RvdW 2023/337), 21/01580 (RvdW 2023/338), 21/01581 (RvdW 2023/339), 21/01600 (NJ 2023/109) en 21/01639 (RvdW 2023/324).