De exhibitieplicht
Einde inhoudsopgave
De exhibitieplicht (BPP nr. X) 2010/7.5.3:7.5.3 Gelijke toepasselijkheid familiaal verschoningsrecht geboden
De exhibitieplicht (BPP nr. X) 2010/7.5.3
7.5.3 Gelijke toepasselijkheid familiaal verschoningsrecht geboden
Documentgegevens:
mr. J. Ekelmans, datum 02-12-2010
- Datum
02-12-2010
- Auteur
mr. J. Ekelmans
- JCDI
JCDI:ADS378322:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Adviescommissie Burgerlijk Procesrecht 2008, p. 130 (art. 155c lid 3).
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
De argumentatie die de Hoge Raad gebruikt om strafrechtelijk verschoningsrecht te aanvaarden bij faillissementsverhoor laat zich één op één toepassen op de aanvaarding van familiaal verschoningsrecht bij de exhibitieplicht. Ook voor familiaal verschoningsrecht geldt immers, dat dit niet in art. 843a Rv is geregeld, dat niet blijkt dat het achterwege blijven daarvan het gevolg is van enige afweging, dat die afweging wel is verricht bij de totstandkoming van het nieuwe bewijsrecht én dat niet valt in te zien, waarom het belang van waarheidsvinding bij bescheiden zo veel sterker zou moeten wegen dan bij getuigenverhoor, dat bij bescheiden geen beroep op familiaal verschoningsrecht gedaan kan worden en bij getuigenverhoor wel. Een rechtvaardiging, waarom in het ene geval wel en in het andere geval niet aan bewijslevering medegewerkt zou moeten worden, valt ook niet goed te geven. In het advies van de Adviescommissie voor het burgerlijk procesrecht, wordt het thans bestaande verschil dan ook terecht weggenomen voor hen aan wie op grond van art. 165 lid 2 Rv verschoningsrecht toekomt.1