Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2009/65/EG tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's)
Artikel 12
Geldend
Geldend vanaf 16-01-2023
- Bronpublicatie:
14-12-2022, PbEU 2022, L 333 (uitgifte: 27-12-2022, regelingnummer: 2022/2556)
- Inwerkingtreding
16-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-12-2022, PbEU 2022, L 333 (uitgifte: 27-12-2022, regelingnummer: 2022/2556)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
1.
Iedere lidstaat stelt prudentiële regels op die door de beheermaatschappijen met een vergunning voor die lidstaat doorlopend moeten worden nageleefd met betrekking tot het beheer van icbe's die overeenkomstig deze richtlijn zijn toegelaten.
Mede in het licht van de aard van de icbe's die door een beheermaatschappij worden beheerd, schrijven de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de beheermaatschappij met name voor dat een dergelijke maatschappij:
- a)
moet beschikken over een goede administratieve en boekhoudkundige organisatie, controle- en beveiligingsvoorzieningen op het gebied van elektronische informatieverwerking, onder meer wat betreft netwerk- en informatiesystemen die worden opgericht en beheerd overeenkomstig Verordening (EU) 2022/2554 van het Europees Parlement en de Raad (1), evenals over adequate interne controleprocedures, met inbegrip van met name regels voor persoonlijke transacties van de eigen medewerkers en voor het aanhouden of beheren van beleggingen in financiële instrumenten met het oog op het beleggen voor eigen rekening, die ten minste waarborgen dat elke transactie waarbij de icbe betrokken is, kan worden gereconstrueerd wat betreft de oorsprong ervan, de betrokken partijen, de aard ervan, en de tijd en de plaats waar zij heeft plaatsgevonden, en dat de activa van de door de beheermaatschappij beheerde icbe, overeenkomstig het fondsreglement of de statuten en de vigerende wettelijke bepalingen worden belegd;
- b)
zodanig gestructureerd en georganiseerd is dat er een zo klein mogelijk risico is dat de belangen van icbe's of cliënten worden geschaad door belangenconflicten tussen de beheermaatschappij en haar cliënten, tussen twee van haar cliënten onderling, tussen één van haar cliënten en een icbe of tussen twee icbe's.
2.
De beheermaatschappij waarvan de vergunning ook het in artikel 6, lid 3, onder a), genoemde portefeuillebeheer op discretionaire basis bestrijkt:
- a)
belegt de portefeuille van een belegger niet geheel of gedeeltelijk in rechten van deelneming van door haar beheerde instellingen voor collectieve belegging zonder de voorafgaandelijke algemene toestemming van de cliënt;
- b)
is, wat de in artikel 6, lid 3, bedoelde diensten betreft, onderworpen aan het bepaalde in Richtlijn 97/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van 3 maart 1997 inzake beleggerscompensatiestelsels (1).
3.
Onverminderd de bepalingen van artikel 116 stelt de Commissie middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 112 bis maatregelen vast ter nadere bepaling van:
- a)
de procedures en regelingen als bedoeld in lid 1, tweede alinea, punt a), voor zover zij geen betrekking hebben op de procedures en regelingen inzake netwerk- en informatiesystemen;
- b)
de structuren en organisatorische eisen ter beperking van belangenconflicten als bedoeld in lid 1, tweede alinea, punt b).
4.
Om eenvormige voorwaarden voor de toepassing van dit artikel te garanderen kan de ESMA ontwerpen voor technische uitvoeringsnormen opstellen ter bepaling van de voorwaarden voor de uitvoering van de gedelegeerde handelingen die de Commissie vaststelt met betrekking tot de in lid 3 bedoelde procedures, schikkingen, structuren en organisatorische vereisten.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen op te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.
Voetnoten
Verordening (EU) 2022/2554 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2022 betreffende digitale operationele weerbaarheid voor de financiële sector en tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1060/2009, (EU) nr. 648/2012, (EU) nr. 600/2014, (EU) nr. 909/2014 en (EU) 2016/1011 (PB L 333 van 27.12.2022, blz. 1).
PB L 84 van 26.3.1997, blz. 22.