Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 tot vaststelling van eenvormige praktische regelingen voor de uitvoering van officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 wat officiële controles betreft
Artikel 27 Praktische regelingen voor de post-mortemkeuring van gekweekt wild
Geldend
Geldend vanaf 14-10-2021
- Bronpublicatie:
23-09-2021, PbEU 2021, L 339 (uitgifte: 24-09-2021, regelingnummer: 2021/1709)
- Inwerkingtreding
14-10-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-09-2021, PbEU 2021, L 339 (uitgifte: 24-09-2021, regelingnummer: 2021/1709)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
Dierenrecht / Veterinair recht
1.
De volgende procedures voor de post-mortemkeuring zijn van toepassing op gekweekt wild:
- a)
in geval van kleine (< 100 kg) Cervidae de in artikel 21 vastgelegde procedures voor de post-mortemkeuring van schapen; in geval van rendieren worden echter de in artikel 20 vastgelegde procedures voor de post-mortemkeuring van schapen gebruikt en de tong mag zonder onderzoek van de kop voor menselijke consumptie worden gebruikt;
- b)
in geval van wild van de familie Suidae de in artikel 23 vastgelegde procedures voor de post-mortemkeuring van als landbouwhuisdier gehouden varkens;
- c)
in geval van andere wilde hoefdieren die niet onder de punten a) en b) vallen, de in artikel 19 vastgelegde procedures voor de post-mortemkeuring voor runderen;
- d)
in geval van zeldzaamheden de in artikel 25, lid 1, vastgelegde procedures voor de post-mortemkeuring voor pluimvee.
2.
Indien de dieren buiten het slachthuis zijn geslacht, controleert de officiële dierenarts van het slachthuis het certificaat.