Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 tot vaststelling van eenvormige praktische regelingen voor de uitvoering van officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 wat officiële controles betreft
Artikel 18 Jonge runderen
Geldend
Geldend vanaf 14-10-2021
- Bronpublicatie:
23-09-2021, PbEU 2021, L 339 (uitgifte: 24-09-2021, regelingnummer: 2021/1709)
- Inwerkingtreding
14-10-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-09-2021, PbEU 2021, L 339 (uitgifte: 24-09-2021, regelingnummer: 2021/1709)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
Dierenrecht / Veterinair recht
1.
De karkassen en het slachtafval van de volgende runderen worden aan de in lid 2 vastgelegde standaardprocedures voor de post-mortemkeuring onderworpen:
- a)
dieren jonger dan acht maanden, en
- b)
dieren jonger dan 20 maanden indien zij gedurende hun hele leven geen toegang tot weidegrond gehad hebben in een officieel tuberculosevrije lidstaat of deel van een lidstaat overeenkomstig artikel 1 van Beschikking 2003/467/EG.
2.
De procedures voor de post-mortemkeuring behelzen ten minste een visueel onderzoek van het volgende:
- a)
de kop en de keel; naast palpatie en onderzoek van de lymfklieren in de keelholte (Lnn. retropharyngiales), mogen de lidstaten echter besluiten verdere onderzoeken uit te voeren om de controle van de erkenning als officieel tuberculosevrij te waarborgen; onderzoek van de mond- en de keelholte;
- b)
de longen, de luchtpijp en de slokdarm; palpatie van de longen; palpatie en onderzoek van de bronchiale en de mediastinale lymfklieren (Lnn. bifurcationes, eparteriales en mediastinales);
- c)
het hartzakje en het hart;
- d)
het middenrif;
- e)
de lever en de lymfklieren van de lever en van de alvleesklier (Lnn. portales);
- f)
het maag-darmkanaal, het mesenterium en de lymfklieren van de magen en het mesenterium (Lnn. gastrici, mesenterici, craniales en caudales);
- g)
de milt;
- h)
de nieren;
- i)
het borstvlies en het buikvlies;
- j)
de navelstreek en de gewrichten bij jonge dieren.
3.
Wanneer er aanwijzingen zijn voor een mogelijk risico voor de menselijke gezondheid, de diergezondheid of het dierenwelzijn in de zin van artikel 24, worden de procedures voor de post-mortemkeuring verricht overeenkomstig artikel 18, lid 2, punt c), van Verordening (EU) 2017/625 en de artikelen 7 en 8 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624, waarbij gebruik wordt gemaakt van insnijding en palpatie van het karkas en het slachtafval:
- a)
een insnijding van de lymfklieren in de keelholte (Lnn. retropharyngiales); een palpatie van de tong;
- b)
een insnijding van de bronchiale en de mediastinale lymfklieren (Lnn. bifurcationes, eparteriales en mediastinales); een overlangse snede van de luchtpijp en de voornaamste vertakkingen van de bronchiën; in het onderste derde gedeelte van de longen wordt een dwarssnede aangebracht door de voornaamste vertakkingen van de luchtpijp; deze insnijdingen zijn niet vereist wanneer de longen niet voor menselijke consumptie bestemd zijn;
- c)
een overlangse insnijding van het hart waardoor de beide kamers worden geopend en de scheidingswand ervan wordt ingesneden;
- d)
een insnijding van de lymfklieren van de magen en het mesenterium;
- e)
een palpatie van de milt;
- f)
een insnijding van de nieren en hun lymfklieren (Lnn. renales);
- g)
een palpatie van de navelstreek en de gewrichten. De navelstreek wordt ingesneden en de gewrichten worden opengesneden; het gewrichtsvocht moet worden onderzocht.