Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/31
Verzet tegen strafbeschikking. Het hof heeft verdachte niet-ontvankelijk verklaard omdat het hof kennelijk van oordeel is dat zich een omstandigheid heeft voorgedaan waaruit voortvloeit dat de strafbeschikking verdachte meer dan 14 dagen voorafgaand aan het door hem gedane verzet bekend was waardoor het verzet niet tijdig is gedaan. Dat oordeel is niet toereikend gemotiveerd gelet op wat verdachte heeft aangevoerd.
HR 01-12-2020, ECLI:NL:HR:2020:1895
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
1 december 2020
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, J.C.A.M. Claassens, C. Caminada
- Zaaknummer
19/05116
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1895, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 01‑12‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:920, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑10‑2020
Essentie
Verzet tegen strafbeschikking. Het hof heeft verdachte niet-ontvankelijk verklaard omdat het hof kennelijk van oordeel is dat zich een omstandigheid heeft voorgedaan waaruit voortvloeit dat de strafbeschikking verdachte meer dan 14 dagen voorafgaand aan het door hem gedane verzet bekend was waardoor het verzet niet tijdig is gedaan. Dat oordeel is niet toereikend gemotiveerd gelet op wat verdachte heeft aangevoerd.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 19/05116
Datum 1 december 2020
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag van 24 oktober 2019, nummer 22-003127-19, in de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.