RvdW 2021/10
Art. 81 lid 1 RO. Huurrecht. Kort geding. Vervolg op HR 28 september 2018, ECLI:NL:HR:2018:1810. Is tekortkoming huurder van voldoende gewicht om ontbinding van de huurovereenkomst te rechtvaardigen? Art. 6:265 lid 1 BW.
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
4 december 2020
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.M.J. van Buchem-Spapens, G. Snijders, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
19/05823
- Conclusie
A-G mr. M.H. Wissink
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Huurrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1944, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 04‑12‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:973, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑10‑2020
ECLI:NL:HR:2020:803, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 24‑04‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:216, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑03‑2020
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Huurrecht. Kort geding. Vervolg op HR 28 september 2018, ECLI:NL:HR:2018:1810. Is tekortkoming huurder van voldoende gewicht om ontbinding van de huurovereenkomst te rechtvaardigen? Art. 6:265 lid 1 BW.
Partij(en)
ARREST In de zaak van [eiser], wonende te [woonplaats], EISER tot cassatie, hierna: [eiser], advocaat: J.P. van den Berg, tegen WONINGSTICHTING EIGEN HAARD, gevestigd te Amsterdam, VERWEERSTER in cassatie, hierna: Eigen Haard, advocaat: J.P. Heering.
Conclusie
Conclusie A-G mr. M.H. Wissink:
1. Inleiding en uitgangspunten
1.1
Deze zaak ...