Einde inhoudsopgave
Smartengeld 1998/2.4.5
2.4.5 Een grensverschijnsel; aggravated damages
prof. mr. S.D. Lindenbergh, datum 21-06-1998
- Datum
21-06-1998
- Auteur
prof. mr. S.D. Lindenbergh
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
Voetnoten
Voetnoten
Zowel in de vs als in Engeland was aanvankelijk het onderscheid tussen punitive damages en compensatoire vergoedingen voor immateriële schade weinig scherp. In de VS is reeds in 1851 een einde gemaakt aan deze onduidelijkheid doordat in de zaak Day v. Woodivorth (te kennen uit Pacific Mutual Life Insurance Company v. Haslip, 111 S.Cf. 1032 (1991)) uitdrukkelijk werd aangenomen dat punitive damages niet dienen ter compensatie van schade. In Engeland werd eerst in 1964 in Rookes v. Barnard uitgemaakt dat punitive damages zich onderscheiden van vergoedingen die dienen om (immateriële) schade goed te maken. In die zaak werden aan de toekenning van punitive damages grenzen gesteld door haar te beperken tot bepaalde categorieën van gevallen (zie hierboven), maar werd bovendien aangegeven dat exemplary damages in die gevallen dienen te worden opgelegd naast eventuele compensatory damages (aldus Lord Devlin in Rookes v. Barnard, 1 AU ER [1964], 411).
McGregor 1997, nr. 290. Zie voor assault and false imprisonment ook nr. 1845 en 1854, voor malicious prosecution nr. 1868 en voor defamation nr. 1902 e.v.
Rookes v. Barnard, 1 Alt er [1964], 414.
Lord Devlin in Rookes v. Barnard, 1 AU ER [1964], 407.
In deze gedachtengang hoefde alleen de zaak Loudon v. Ryder (1 AU ER [1953], 741) expliciet te worden 'overruled', omdat die buiten de door Lord Devlin geformuleerde categorieën viel, maar daarin wel met zoveel woorden een punitieve vergoeding was toegekend bovenop de compensatory damages.
Rookes v. Barnard, 1 au ER [1964], 411.
Law Commission, Report 247, p. 185
Punitive of exemplary damages onderscheiden zich in hun zuivere vorm van compensatory damages hierin, dat zij niet worden toegekend met het oog op de vergoeding van schade, doch uitsluitend met het oog op vergelding en preventie van onrecht.1 Compensatory damages en punitive damages verschillen dan ook vooral op het niveau van hun doel. Nu met name in Engeland de toekenning van exemplary damages strikt is beperkt tot bepaalde situaties, is daar nogal wat aandacht besteed aan het onderscheid tussen compensatory damages en exemplary damages. Bovendien zijn in het Engelse recht zogenaamde aggravated damages erkend, die zich min of meer in het grensgebied tussen compensatory en punitive damages bevinden. Het gaat hier om een vergoeding die wordt geacht te strekken tot compensatie van schade die 'verzwaard' (aggravated) wordt door de 'motives' en 'conduct' van de laedens. McGregor verwoordt dit voor het Engelse recht als volgt:2
'In certain torts, particularly those of defamation, false imprisonment and malicious prosecution, the measure of damages may be affected by the conduct, character and circumstances of both plaintiff and defendant. These factors are said to go in aggravation or in mitigation of the damage. Thus the damage is most commonly aggravated, and the damages correspondingly increased, by the defendant's bad motives or wilfulness; the prime illustration of this is in defamation where one of the principal elements in estimating the damages is the malice of the defendant.'
Voor de toekenning van aggravated damages lijkt een tamelijk ernstige mate van 'malevolence' of 'spite' nodig; 'pig-headedness will not do' en 'more than hard words are needed for aggravated damages', aldus Lord Devlin.3
Aggravated damages vormen binnen de compensatory damages in zoverre een bijzondere figuur dat zij worden toegekend met het oog op vergoeding van schade, doch dat het bestaan en de omvang van deze schade niet worden aangenomen op grond van factoren gelegen in de sfeer van de gelaedeerde, maar worden afgeleid uit voor de gelaedeerde 'externe' omstandigheden, zoals het gedrag van de laedens en de omstandigheden waaronder dit plaatsvond. Erkenning van de categorie aggravated damages schept in feite twee problemen van afgrenzing: in de eerste plaats ten opzichte van de exemplary damages en in de tweede plaats ten opzichte van de 'overige' compensatoire vergoedingen voor immateriële schade.
De erkenning van aggravated damages in het Engelse recht kan eigenlijk niet los worden gezien van de problematiek van de exemplary damages. Lord Devlin zag zich in Rookes v. Barnard namelijk geplaatst voor het probleem dat hij de exemplary damages beschouwde als een anomalie in het Engelse civiele recht, maar deze niet kon uitbannen zonder een groot aantal precedenten, waarin bij de toekenning van 'damages' de motieven en de wijze van handelen van de laedens relevant werden geacht, te negeren.4 Zonder deze precedenten geweld aan te doen kon de beperking van de exemplary damages tot de door Lord Devlin genoemde categorieën slechts plaatsvinden door aan te nemen dat het, in de tot dan toe gewezen zaken die pleegden te worden geassocieerd met bestraffing, in feite steeds ging om aggravated damages en niet om exemplary damages.5 Sindsdien plegen aggravated damages te worden gezien als een compensatoire vergoeding van (extra) schade, ontstaan door het gedrag en de motieven van de laedens, terwijl exemplary damages worden geacht uitsluitend te dienen om de laedens te straffen en preventie te bewerkstelligen. Dit betekent overigens niet dat aan de toekenning van aggravated damages niet tevens effecten van bestraffing worden toegedacht. Integendeel, in veel gevallen zal de compensatoire vergoeding (inclusief eventuele aggravated damages) voldoende zijn om naast vergoeding van schade tevens vergelding en preventie te bewerkstelligen. Lord Devlin verwoordt het aldus:6
‘In a case in which exemplary damages are appropriate, a jury should be directed that if, but only if, the sum which they have in mind to award as compensation (which may of course be a sum aggravated by the way in which the defendant has behaved to the plaintiff) is inadequate to punish him for his outrageous conduct, to mark their disapproval of such conduct and to deter him from repeating it, then they can award some larger sum.'
Nadat aggravated damages in de zaak Rookes v. Barnard waren onderscheiden van exemplary damages en waren erkend als een speciale categorie van compensatory damages, werd het onderscheid tussen aggravated damages en andere categorieën van compensatory damages (met name die voor 'pain and suffering') actueel. Dat heeft ertoe geleid dat door de Law Commission in 1997 is geadviseerd om 'by statute' te bepalen dat 'aggravated damages' compensatoire vergoedingen zijn en om in dit verband bij voorkeur te spreken van 'damages for mental distress'.7 Dat neemt evenwel niet weg dat de gedachtegang die heeft geleid tot het erkennen van aggravated damages - namelijk dat de handelwijze en motieven van de laedens een verzwarend effect hebben op de (immateriële) schade - in bepaalde gevallen nog steeds wordt gevolgd bij de vaststelling van de omvang van de compensatory damages.