Einde inhoudsopgave
RvdW 2016/624
Bewezenverklaring van seksueel binnendringen door een niet nader omschreven voorwerp in de mond te brengen, ontoereikend gemotiveerd.
HR 17-05-2016, ECLI:NL:HR:2016:859
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
17 mei 2016
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, M.J. Borgers
- Zaaknummer
14/05458
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:859, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 17‑05‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:354, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑03‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑09‑2015
- Wetingang
Art. 244 Sr
Essentie
Bewezenverklaard is dat verdachte het lichaam van een vijfjarig meisje seksueel is binnengedrongen door een — niet nader omschreven — voorwerp in haar mond te brengen. Het hof heeft geoordeeld dat het niet anders kan zijn dan dat dit handelen ‘een seksuele connotatie’ had. Nu het hof slechts heeft vastgesteld dat verdachte met haar naar een afgesloten WC-ruimte is gegaan, haar ogen heeft afgedekt en haar heeft gevraagd of het lekker smaakte, terwijl zij niet wist welk voorwerp in haar mond was gestopt, is ‘s hofs oordeel dat sprake was van seksueel binnendringen ontoereikend.
Partij(en)
Arrest op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.