Einde inhoudsopgave
RvdW 2011/230
Schending redelijke termijn in ontnemingszaak moet bij nieuwe behandeling hoofdzaak worden meegenomen.
HR 01-02-2011, ECLI:NL:HR:2011:BM9103
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
1 februari 2011
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu, W.F. Groos, M.A. Loth
- Zaaknummer
S 08/03372 P
- Conclusie
A-G Hofstee
- LJN
BM9103
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Materieel strafrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BM9103, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 01‑02‑2011
- Wetingang
EVRMart. 6 lid 1
Essentie
Zowel in de hoofdzaak als in de ontnemingszaak is de redelijke termijn overschreden. Nu de hoofdzaak wordt teruggewezen, zal de compensatie voor wat betreft de ontnemingszaak alsdan kunnen worden toegepast in de hoofdzaak.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 11 juli 2008, nummer 23/006162-05, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van: B. Adv. mr. A.A. Franken, te Amsterdam.
Conclusie
Conclusie A-G mr. Hofstee:
1.
Het gerechtshof te Amsterdam heeft het door verzoeker wederrechtelijk verkregen voordeel vastgesteld op € 129.385,15, te vermeerderen met ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.