Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) Nr. 1007/2011 betreffende textielvezelbenamingen en de desbetreffende etikettering en merking van de vezelsamenstelling van textielproducten
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 07-11-2011
- Bronpublicatie:
27-09-2011, PbEU 2011, L 272 (uitgifte: 18-10-2011, regelingnummer: 1007/2011)
- Inwerkingtreding
07-11-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-09-2011, PbEU 2011, L 272 (uitgifte: 18-10-2011, regelingnummer: 1007/2011)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
(voor de EER relevante tekst)
Verordening van 27 september 2011 betreffende textielvezelbenamingen en de desbetreffende etikettering en merking van de vezelsamenstelling van textielproducten, en houdende intrekking van Richtlijn 73/44/EEG van de Raad en Richtlijnen 96/73/EG en 2008/121/EG van het Europees Parlement en de Raad
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 114,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
Richtlijn 73/44/EEG van de Raad van 26 februari 1973 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake de kwantitatieve analyse van ternaire mengsels van textielvezels (3), Richtlijn 96/73/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1996 betreffende bepaalde methoden voor de kwantitatieve analyse van binaire mengsels van textielvezels (4) en Richtlijn 2008/121/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 januari 2009 inzake textielbenamingen (5) zijn verschillende keren gewijzigd. Omdat nog meer wijzigingen nodig zijn, moeten deze handelingen voor de duidelijkheid door één wettekst worden vervangen.
- (2)
De wetgevingshandelingen van de Unie op het gebied van textielvezelbenamingen en de daarmee verband houdende etikettering en merking van de vezelsamenstelling van textielproducten hebben een zeer technische inhoud en bevatten uitvoerige bepalingen die regelmatig aanpassing behoeven. Om te voorkomen dat de lidstaten de technische wijzigingen in nationale wetgeving moeten omzetten en dus de administratieve belasting van de nationale autoriteiten te beperken, en om ervoor te zorgen dat nieuwe textielvezelbenamingen, die in de gehele Unie op hetzelfde moment moeten worden gebruikt, sneller worden aangenomen, lijkt een verordening het meest geschikte rechtsinstrument om de wetgeving te vereenvoudigen.
- (3)
Om mogelijke belemmeringen voor de goede werking van de interne markt als gevolg van verschillen tussen de lidstaten op het gebied van de voorschriften inzake textielvezelbenamingen, en daarmee verbonden etikettering en merking van de vezelsamenstelling van textielproducten weg te nemen, moeten de benamingen van textielvezels, alsook van de aanduidingen op etiketten, merken en documenten die textielproducten tijdens de productie, verwerking en distributie vergezellen, worden geharmoniseerd.
- (4)
De etiketterings- en merkingsvoorschriften vastgelegd in deze verordening mogen niet van toepassing zijn in gevallen waarin textielproducten die, zonder dat eigendomsoverdracht onder bezwarende titel van de materialen plaatsvindt, voor verdere bewerking aan thuiswerkers of zelfstandige ondernemingen tegen betaling van maakloon worden toevertrouwd, of waarin textielproducten op maat worden gemaakt door zelfstandige kleermakers. Dergelijke vrijstellingen dienen echter beperkt te worden tot transacties tussen deze thuiswerkers of zelfstandige ondernemingen en de personen die hen het werk hebben toevertrouwd en tussen zelfstandige kleermakers en consumenten.
- (5)
In deze verordening worden met betrekking tot bepaalde aspecten van de etikettering en merking van textielproducten, met name textielbenamingen, geharmoniseerde regels vastgelegd. Andere vormen van etikettering en merking zijn mogelijk, mits zij niet binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallen en verenigbaar zijn met de Verdragen.
- (6)
Er moeten voorschriften worden vastgesteld op grond waarvan fabrikanten de toevoeging van nieuwe textielvezelbenamingen aan de bijlagen bij deze verordening kunnen aanvragen.
- (7)
Ook moeten er bepalingen komen voor bepaalde producten die niet uitsluitend uit textiel bestaan, maar wel een textielgedeelte hebben dat een wezenlijk deel van het product uitmaakt of waarop de marktdeelnemer specifiek de aandacht vestigt.
- (8)
Er moeten voorschriften worden vastgesteld voor de etikettering en merking van bepaalde textielproducten die niet uit textiel bestaande delen van dierlijke oorsprong bevatten. Om consumenten in staat te stellen bewuste keuzes te maken, moeten in deze verordening in het bijzonder eisen worden vastgesteld betreffende de aanduiding van de aanwezigheid van niet uit textiel bestaande delen van dierlijke oorsprong in de etikettering of merking van textielproducten die zulke onderdelen bevatten. De etikettering of merking mag niet misleidend zijn.
- (9)
De tolerantie voor ‘vreemde vezels’, die niet op de etiketten en merken hoeven te worden gespecificeerd, moet voor zowel zuivere producten als mengsels gelden.
- (10)
Om alle consumenten in de Unie van dezelfde, juiste informatie te voorzien, moet het verplicht zijn de vezelsamenstelling op het etiket of het merk te vermelden. Deze verordening dient de ondernemingen echter niet te beletten om daarnaast aan te duiden dat het textielproduct kleine hoeveelheden vezels bevat die, wil het zijn oorspronkelijke kwaliteit behouden, bijzondere aandacht behoeven. Indien de vezelsamenstelling van een textielproduct uit technisch oogpunt moeilijk te specificeren is op het tijdstip van de fabricage, moet het mogelijk zijn op het etiket of het merk alleen de vezels te vermelden die op dat tijdstip bekend zijn, mits zij een bepaald percentage van het eindproduct uitmaken.
- (11)
Om verschillen in werkwijze tussen de lidstaten te voorkomen, moeten voor bepaalde, uit twee of meer delen bestaande textielproducten nauwkeurige etiketterings- en merkingsmethoden worden vastgesteld en moet tevens worden gespecificeerd welke delen van textielproducten bij de etikettering, merking en analyse buiten beschouwing mogen blijven.
- (12)
Textielproducten waarvoor uitsluitend de voorschriften voor algemene etikettering gelden en textielproducten die per meter of op lengte gesneden worden verkocht, moeten op zodanige wijze op de markt worden aangeboden dat de consument ten volle kennis kan nemen van de informatie op de buitenverpakking of rol.
- (13)
Er moeten bepaalde voorwaarden gelden voor het gebruik van textielvezelbenamingen of omschrijvingen van textielvezels, die bij gebruikers en consumenten in bijzonder hoog aanzien staan. Voorts is het wenselijk dat, ter informatie van gebruikers en consumenten, textielvezelbenamingen in verband staan met de eigenschappen van de vezelsoort.
- (14)
Het markttoezicht in de lidstaten op de producten die onder deze verordening vallen, is onderworpen aan Verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het in de handel brengen van producten (6) en Richtlijn 2001/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 3 december 2001 inzake algemene productveiligheid (7).
- (15)
Er moeten bemonsterings- en analysemethoden voor textielproducten worden vastgesteld, zodat geen geschillen over de toegepaste methoden kunnen ontstaan. Bij officiële tests die in de lidstaten worden uitgevoerd om de vezelsamenstelling van uit binaire en ternaire vezelmengsels samengestelde textielproducten te bepalen, moeten uniforme methoden voor zowel de voorbehandeling als de kwantitatieve analyse van het monster worden toegepast. Om deze verordening te vereenvoudigen en de daarin genoemde uniforme methoden aan te passen aan de vooruitgang van de techniek, dienen deze methoden te worden omgezet in geharmoniseerde normen. De Commissie moet hiertoe de overgang regelen van de huidige regeling die op de in deze verordening omschreven methoden berust, naar een regeling die op geharmoniseerde normen berust. De toepassing van uniforme methoden voor de analyse van uit binaire en ternaire mengsels van vezels samengestelde textielproducten zal het vrije verkeer van die producten, en bijgevolg de werking van de interne markt ten goede komen.
- (16)
In het geval van binaire textielvezelmengsels waarvoor op uniaal niveau geen uniforme analysemethode bestaat, moet het met de test belaste laboratorium de samenstelling kunnen bepalen; in het analyserapport moeten het verkregen resultaat, de toegepaste methode en de nauwkeurigheid ervan worden vermeld.
- (17)
In deze verordening moeten de overeengekomen percentages worden vastgesteld die, bij de bepaling van de vezelinhoud van textielproducten, op de watervrije massa van elke vezelsoort moeten worden toegepast; voor de berekening van de samenstelling van gekaarde of gekamde vezels die wol en/of dierlijk haar bevatten moeten twee verschillende overeengekomen percentages worden opgenomen. Omdat niet altijd kan worden vastgesteld of een product gekaard of gekamd is, waardoor de toepassing van de toleranties bij controles van de conformiteit van textielproducten in de Unie uiteenlopende resultaten kan opleveren, moeten de laboratoria die deze controles uitvoeren in geval van twijfel één enkel overeengekomen percentage kunnen toepassen.
- (18)
Er moeten voorschriften worden vastgesteld voor producten die van de algemene etiketterings- en merkingsvoorschriften van deze verordening zijn vrijgesteld, in het bijzonder wegwerpproducten of producten waarvoor alleen een algemene etikettering vereist is.
- (19)
Misleidende handelspraktijken, waarbij onjuiste informatie wordt verstrekt waardoor de consument tot een transactie besluit waartoe hij anders niet had besloten, zijn verboden bij Richtlijn 2005/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2005 betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt (8) en vallen onder Verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 27 oktober 2004 betreffende samenwerking tussen de nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming (9).
- (20)
Met het oog op de bescherming van de consument zijn er transparante en consistente handelsregels nodig, ook met betrekking tot oorsprongsaanduidingen. Wanneer dergelijke aanduidingen worden gebruikt, moeten deze consumenten in staat stellen zich volledig bewust te zijn van de oorsprong van de producten die zij kopen teneinde hen te beschermen tegen frauduleuze, onjuiste of misleidende claims betreffende de oorsprong.
- (21)
De Europese textielsector heeft te maken met namaak, wat problemen oplevert voor de consumentenbescherming en -voorlichting. De lidstaten moeten speciale aandacht besteden aan de tenuitvoerlegging van horizontale uniale wetgeving en maatregelen inzake nagemaakte producten op het gebied van textielproducten, bijvoorbeeld Verordening (EG) nr. 1383/2003 van de Raad van 22 juli 2003 inzake het optreden van de douaneautoriteiten ten aanzien van goederen waarvan wordt vermoed dat zij inbreuk maken op bepaalde intellectuele- eigendomsrechten en inzake de maatregelen ten aanzien van goederen waarvan is vastgesteld dat zij inbreuk maken op dergelijke rechten (10).
- (22)
Er moet worden voorzien in een procedure voor de opneming van nieuwe textielvezelbenamingen in de bijlagen bij deze verordening. Deze verordening moet daarom voorschriften bevatten betreffende de aanvraag door fabrikanten of andere personen die in hun naam optreden, tot opneming van nieuwe vezelbenamingen in die bijlagen.
- (23)
Een fabrikant of een namens hem optredende andere persoon die een nieuwe textielvezelbenaming wil toevoegen aan de bijlagen bij deze verordening, dient in het bij zijn aanvraag te voegen technisch dossier de beschikbare wetenschappelijke informatie op te nemen over mogelijke allergische reacties of andere schadelijke gevolgen van de nieuwe textielvezel voor de gezondheid van de mens, waaronder resultaten van tests ter zake die overeenkomstig de desbetreffende wetgeving van de Unie zijn uitgevoerd.
- (24)
De bevoegdheid om in overeenstemming met artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen vast te stellen moet aan de Commissie worden overgedragen ten aanzien van de vaststelling van technische criteria en procedurele voorschriften voor het toestaan van hogere toleranties, de wijziging van de bijlagen II, IV, V, VI, VII, VIII en IX om deze aan te passen aan de vooruitgang van de techniek en de wijziging van bijlage I om nieuwe textielvezelbenamingen toe te voegen aan de lijst in die bijlage. Het is van bijzonder belang dat de Commissie tijdens haar voorbereidende werkzaamheden het nodige overleg pleegt, onder meer op deskundigenniveau. De Commissie moet bij de voorbereiding en opstelling van gedelegeerde handelingen ervoor zorgen dat de desbetreffende documenten tijdig en op gepaste wijze gelijktijdig worden toegezonden aan het Europees Parlement en de Raad.
- (25)
Daar de doelstellingen van deze verordening niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve wegens de omvang ervan beter op uniaal niveau kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen vaststellen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om die doelstellingen te verwezenlijken.
- (26)
Om echter mogelijke belemmeringen voor een goede werking van de interne markt die worden veroorzaakt door uiteenlopende bepalingen en praktijken in de lidstaten uit de weg te ruimen, en om gelijke tred te houden met de ontwikkeling van de elektronische handel en toekomstige uitdagingen op de markt voor textielproducten, moet de harmonisatie of normalisatie van andere aspecten van textieletikettering worden onderzocht. Hiertoe wordt de Commissie verzocht een verslag in te dienen bij het Europees Parlement en de Raad over eventuele nieuwe, op Unieniveau in te voeren etiketteringsvoorschriften, teneinde het vrije verkeer van textielproducten op de interne markt te vergemakkelijken en een hoog niveau van consumentenbescherming in de gehele Unie tot stand te brengen. In dat verslag moet in het bijzonder aandacht worden geschonken aan de mening van de consumenten over hoeveel informatie op het etiket van textielproducten moet worden gegeven, en worden onderzocht of er naast etikettering nog andere middelen zijn om de consument aanvullende informatie te verschaffen. Het verslag moet gebaseerd zijn op een uitgebreide raadpleging van de relevante belanghebbenden, met inbegrip van consumenten, en rekening houden met bestaande aanverwante Europese en internationale normen. In het verslag moeten met name worden onderzocht: de reikwijdte en de kenmerken van eventuele geharmoniseerde regels voor de oorsprongsaanduidingen, waarbij rekening moet worden gehouden met de resultaten van de ontwikkelingen op het gebied van potentiële horizontale regels inzake het land van oorsprong; de toegevoegde waarde voor de consument van mogelijke etiketteringsvoorschriften met betrekking tot onderhoudsinstructies, maat, gevaarlijke stoffen, ontvlambaarheid en milieuaspecten van textielproducten; het gebruik van taalonafhankelijke symbolen of codes voor het identificeren van textielvezels in een textielproduct, op basis waarvan de consument gemakkelijk inzicht krijgt in de samenstelling ervan en, met name, het gebruik van natuurlijke of synthetische vezels; etikettering van sociale aspecten en elektronische etikettering; alsmede de vermelding van een identificatienummer op het etiket om op verzoek aanvullende informatie te verkrijgen, met name via het internet, over het product en de fabrikant. Zo nodig moet het verslag vergezeld gaan van wetgevingsvoorstellen.
- (27)
De Commissie dient een studie uit te voeren om te beoordelen of er een oorzakelijk verband is tussen allergische reacties en chemische stoffen of mengsels die worden gebruikt in textielproducten. Op basis van die studie moet de Commissie zo nodig wetgevingsvoorstellen indienen in het kader van de bestaande wetgeving van de Unie.
- (28)
De Richtlijnen 73/44/EEG, 96/73/EG en 2008/121/EG moeten worden ingetrokken,
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Voetnoten
PB C 255 van 22.9.2010, blz. 37.
Standpunt van het Europees Parlement van 18 mei 2010 (PB C 161 E van 31.5.2011, blz. 179) en standpunt van de Raad in eerste lezing van 6 december 2010 (PB C 50 E van 17.2.2011, blz. 1). Standpunt van het Europees Parlement van 11 mei 2011 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 19 juli 2011.
PB L 83 van 30.3.1973, blz. 1.
PB L 32 van 3.2.1997, blz. 1.
PB L 19 van 23.1.2009, blz. 29.
PB L 218 van 13.8.2008, blz. 30.
PB L 11 van 15.1.2002, blz. 4.
PB L 149 van 11.6.2005, blz. 22.
PB L 364 van 9.12.2004, blz. 1.
PB L 196 van 2.8.2003, blz. 7.