HR, 06-03-2012, nr. S 09/05104
ECLI:NL:HR:2012:BS1716
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
06-03-2012
- Zaaknummer
S 09/05104
- LJN
BS1716
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2012:BS1716, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑03‑2012; (Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2012:BS1716
- Wetingang
- Vindplaatsen
NJ 2012/448 met annotatie van J.M. Reijntjes
VR 2012/120
SR-Updates.nl 2012-0129
NbSr 2012/158
Uitspraak 06‑03‑2012
Inhoudsindicatie
Toewijzing vordering wijziging tll. Sprake van “hetzelfde feit” i.d.z.v. art. 68 Sr? Art. 304 Sr juncto art. 303 en art. 45 Sr en art. 6 WVW of art. 5 WVW 1994. HR herhaalt relevante overwegingen uit HR LJN BM9102 m.b.t. aan te leggen beoordelingsfactoren of sprake is van “hetzelfde feit” i.d.z.v. art. 68 Sr. Het Hof heeft de vordering wijziging tll ten onrechte toegewezen, nu zowel het verschil in de rechtsgoederen ter bescherming waarvan de onderhavige delictsomschrijvingen strekken als het verschil in strafmaxima die op de onderscheiden feiten zijn gesteld dermate groot is dat geen sprake kan zijn van “hetzelfde feit” i.d.z.v. art. 68 Sr.
6 maart 2012
Strafkamer
nr. S 09/05104
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 8 december 2009, nummer 23/002101-09, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1991, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
1.1. Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. J.F. van der Brugge, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Silvis heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep
1.2. De raadsman heeft schriftelijk op de conclusie gereageerd.
2. Beoordeling van het eerste middel
2.1. Het middel klaagt dat het Hof de vordering tot wijziging van de tenlastelegging ten onrechte heeft toegewezen.
2.2.1. Aan de verdachte is bij inleidende dagvaarding tenlastegelegd dat:
"hij op of omstreeks 25 januari 2009 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een ambtenaar, te weten [verbalisant 1], werkzaam bij de Regiopolitie Amsterdam Amstelland, gedurende en/of terzake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet op een bromfiets in de richting van [verbalisant 2] en/of [verbalisant 1] is gereden, waarna hij, verdachte, gas heeft gegeven en/of (met aanzienlijke snelheid) om [verbalisant 2] is heen gereden en/of (vervolgens) (met die aanzienlijke snelheid) tegen [verbalisant 1] is aangereden;
(artikel 304 jo 45 Wetboek van Strafrecht)
Subsidiair:
hij op of omstreeks 25 januari 2009 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk mishandelend met een bromfiets tegen [verbalisant 1] is aangereden, waardoor voornoemde [verbalisant 1] letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
(artikel 300 Wetboek van strafrecht)."
2.2.2. Ter terechtzitting van het Hof heeft de Advocaat-Generaal op de voet van art. 313 Sv gevorderd dat de tenlastelegging wordt gewijzigd, in dier voege dat daaraan als meer subsidiair wordt toegevoegd dat:
"hij op of omstreeks 25 januari 2009 te Amsterdam als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (bromfiets/snorfiets/scooter), daarmede rijdende over de weg, (een fietspad aan) de Vrijheidslaan, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door roekeloos, in elk geval zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend en/of onachtzaam,
- een stopteken te negeren van (een) politieambtena(a)r(en) ([verbalisant 2] en/of [verbalisant 1]) en/of
- (- nadat hij eerst snelheid had verminderd -) zijn snelheid te vermeerderen/gas te geven toen hij de politieambtena(a)r(en) (zeer) (nabij) was genaderd en/of
- zijn bromfiets/snorfiets/scooter (met verhoogde snelheid) naar links te sturen om politieambtenaar [verbalisant 2] heen en/of
- bij het maken van de stuurmanoeuvre naar links en/of het vervolgen van zijn weg geen/onvoldoende controle te houden over zijn bromfiets/snorfiets/scooter en/of
- zijn snelheid niet zodanig te regelen, dat hij in staat was zijn bromfiets/snorfiets/scooter tot stilstand te brengen (binnen de afstand waarover hij de weg/het fietspad kon overzien),
waardoor er een aanrijding/botsing is ontstaan tussen hem, verdachte, en politieambtenaar [verbalisant 1] (die zich in de nabijheid van politieambtenaar [verbalisant 2] bevond),
waardoor een ander (genaamd [verbalisant 1]) zwaar lichamelijk letsel (te weten een (zware) hersenschudding en/of een of meer kneuzingen en/of een of meer wond(en) (op de benen)), of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan;
(artikel 6 Wegenverkeerswet 1994)."
en als meest subsidiair dat:
"hij op of omstreeks 25 januari 2009 te Amsterdam als bestuurder van een voertuig (bromfiets/snorfiets/scooter), daarmee rijdende op de weg, (een fietspad aan) de Vrijheidslaan,
- een stopteken heeft genegeerd van (een) politieambtena(a)r(en) ([verbalisant 2] en/of [verbalisant 1]) en/of
- (- nadat hij eerst snelheid had verminderd -) zijn snelheid heeft vermeerderd/gas heeft gegeven toen hij de politieambtena(a)r(en) (zeer) (nabij) was genaderd en/of
- zijn bromfiets/snorfiets/scooter (met verhoogde snelheid) naar links heeft gestuurd om politieambtenaar [verbalisant 2] heen en/of
- bij het maken van de stuurmanoeuvre naar links en/of het vervolgen van zijn weg geen/onvoldoende controle heeft gehouden over zijn bromfiets/snorfiets/scooter en/of
- zijn snelheid niet zodanig heeft geregeld, dat hij in staat was zijn bromfiets/snorfiets/scooter tot stilstand te brengen (binnen de afstand waarover hij de weg/het fietspad kon overzien),
waardoor er een aanrijding/botsing is ontstaan tussen hem, verdachte, en politieambtenaar [verbalisant 1] (die zich in de nabijheid van politieambtenaar [verbalisant 2] bevond), door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd;
(artikel 5 Wegenverkeerswet 1994)."
2.2.3. Het Hof heeft deze vordering integraal toegewezen.
2.3. Bij de beoordeling van de vraag of sprake is van 'hetzelfde feit', dient de rechter in de situatie waarop art. 68 Sr ziet de in beide tenlasteleggingen omschreven verwijten, en in de situatie waarop art. 313 Sv ziet de in de tenlastelegging en de in de vordering tot wijziging van de tenlastelegging omschreven verwijten te vergelijken.
Bij die toetsing dienen de volgende gegevens als relevante vergelijkingsfactoren te worden betrokken.
(A) De juridische aard van de feiten. Indien de tenlastegelegde feiten niet onder dezelfde delictsomschrijving vallen, kan de mate van verschil tussen de strafbare feiten van belang zijn, in het bijzonder wat betreft (i) de rechtsgoederen ter bescherming waarvan de onderscheidene delictsomschrijvingen strekken, en (ii) de strafmaxima die op de onderscheiden feiten zijn gesteld, in welke strafmaxima onder meer tot uitdrukking komt de aard van het verwijt en de kwalificatie als misdrijf dan wel overtreding.
(B) De gedraging van de verdachte. Indien de tenlasteleggingen respectievelijk de tenlastelegging en de vordering tot wijziging daarvan niet dezelfde gedraging beschrijven, kan de mate van verschil tussen de gedragingen van belang zijn, zowel wat betreft de aard en de kennelijke strekking van de gedragingen als wat betreft de tijd waarop, de plaats waar en de omstandigheden waaronder zij zijn verricht.
Uit de bewoordingen van het begrip 'hetzelfde feit' vloeit reeds voort dat de beantwoording van de vraag wat daaronder moet worden verstaan, mede wordt bepaald door de omstandigheden van het geval. Vuistregel is nochtans dat een aanzienlijk verschil in de juridische aard van de feiten en/of in de gedragingen tot de slotsom kan leiden dat geen sprake is van 'hetzelfde feit' in de zin van art. 68 Sr.
Bij de toepassing van art. 68 Sr en 313 Sv moet aan de hand van dezelfde maatstaf worden beoordeeld of sprake is van 'hetzelfde feit' (vgl. HR 1 februari 2011, LJN BM9102, NJ 2011/394).
2.4. In het onderhavige geval is zowel het verschil in de rechtsgoederen ter bescherming waarvan de onderscheiden delictsomschrijvingen strekken als het verschil in de strafmaxima die op de onderscheiden feiten zijn gesteld, dermate groot dat geen sprake kan zijn van 'hetzelfde' feit in de zin van art. 68 Sr. Het Hof heeft de vordering tot wijziging van de tenlastelegging dus ten onrechte toegewezen.
2.5. Het middel slaagt.
3. Slotsom
Hetgeen hiervoor is overwogen, brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven, het tweede middel geen bespreking behoeft en als volgt moet worden beslist.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof te Amsterdam, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan en W.F. Groos, in bijzijn van de griffier S.P. Bakker, en uitgesproken op 6 maart 2012.