Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake de heffing van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens
Artikel 14 Instelling van een coördinatiecommissie
Geldend
Geldend van 01-05-2019 tot 31-12-2029
- Bronpublicatie:
06-12-2017, Trb. 2018, 2 (uitgifte: 11-01-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-05-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-05-2019, Trb. 2019, 77 (uitgifte: 20-05-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
1.
Voor de uitvoering van de in dit Verdrag genoemde gemeenschappelijke werkzaamheden ten behoeve van de gemeenschappelijke heffing van het gebruiksrecht stellen de Verdragsluitende Partijen een coördinatiecommissie in. Deze heeft in het bijzonder de volgende taken:
- 1.
de toepassing van de correctie- en verdeelsleutel overeenkomstig dit Verdrag;
- 2.
het toezicht op en de afrekening van rechten die worden geïnd in staten waar het gemeenschappelijk gebruiksrecht niet wordt geheven;
- 3.
de coördinatie tussen de nationale toezichthoudende autoriteiten van de Verdragsluitende Partijen waar het gemeenschappelijk gebruiksrecht wordt geheven.
2.
De coördinatiecommissie stelt haar eigen reglement op, waarin de bijzonderheden worden geregeld van de werkwijze en de in dit Verdrag genoemde te nemen beslissingen.
3.
De coördinatiecommissie houdt ten minste eens per jaar zitting op uitnodiging van een Verdragsluitende Partij. Op verzoek van een Verdragsluitende Partij dient de coördinatiecommissie te worden bijeengeroepen.
4.
De Europese Commissie wordt uitgenodigd bij alle zittingen van de coördinatiecommissie.