De raadsman heeft aangevoerd dat verdachte niet wilde dat anderen te weten zouden komen dat haar woning een plaats delict zou zijn, maar dat staat er niet aan in de weg dat verdachte op deze wijze willens en wetens de afvoer van het slachtoffer heeft bevorderd.
Hof Arnhem-Leeuwarden, 08-05-2015, nr. 21-003750-13
ECLI:NL:GHARL:2015:3251
- Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
- Datum
08-05-2015
- Zaaknummer
21-003750-13
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHARL:2015:3251, Uitspraak, Hof Arnhem-Leeuwarden, 08‑05‑2015; (Hoger beroep)
Cassatie: ECLI:NL:HR:2016:2057, Bekrachtiging/bevestiging
Uitspraak 08‑05‑2015
Inhoudsindicatie
Het hof veroordeelt verdachte voor medeplegen van een poging tot doodslag tot een gevangenisstraf van 42 maanden, met aftrek van voorarrest.
Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-003750-13
Uitspraak d.d.: 8 mei 2015
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Oost-Nederland van 14 maart 2013 met parketnummer 05-701098-12 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [postcode en woonplaats], [adres].
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 27 mei 2014, 17 oktober 2014, 16 januari 2015, 9 april 2015, 14 april 2015 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen door verdachte en haar raadsman, mr. J.A. Schadd, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere bewijsbeslissing, kwalificatie en strafoplegging komt. Het hof zal daarom opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is -na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg en in hoger beroep- tenlastegelegd dat:
zij in of omstreeks de periode van 21 tot en met 22 juli 2012, althans in of
omstreeks de maand juli 2012, te Arnhem en/of te Rheden en/of (elders) in
Nederland, ter uitvoering van het voorgenomen misdrijf om tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en met
voorbedachten rade, [slachtoffer] van het leven te beroven,
tezamen met verdachtes mededader(s), althans alleen, opzettelijk na kalm
beraad en rustig overleg, althans na een (kort) tevoren genomen besluit,
die [slachtoffer] -conform te voren gemaakte afspraak- heeft
uitgenodigd om naar haar/een woning (aan de [adres verdachte] te Arnhem) te
komen en/of die [slachtoffer] naar die woning heeft gelokt en/of die [slachtoffer] aldaar
heeft opgewacht, waarna verdachte en/of verdachtes mededader(s) -nadat die
[slachtoffer] was gearriveerd en/of in die woning was binnengelaten- meerdere malen
met kracht tegen het hoofd en/of het lichaam van die [slachtoffer] hebben/heeft
geschopt, geslagen en/of gestompt en/of (vervolgens) die [slachtoffer] in de
kofferbak van een auto hebben/heeft gelegd en/of naar een bosgebied te Rheden
hebben/heeft vervoerd en/of die [slachtoffer] aldaar op een (afgelegen) plek,
zwaargewond en/of in hulpeloze toestand, hebben/heeft achtergelaten en/of die
[slachtoffer] (aldus) hebben/heeft blootgesteld aan onderkoeling, terwijl de
uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
en/of
zij in of omstreeks de periode van 21 tot en met 22 juli 2012, althans in of
omstreeks de maand juli 2012, te Arnhem en/of te Rheden en/of (elders) in
Nederland, ter uitvoering van het voorgenomen misdrijf om tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk
[slachtoffer] van het leven te beroven, tezamen met verdachtes mededader(s), althans alleen, opzettelijk, die [slachtoffer] -conform te voren gemaakte afspraak- heeft
uitgenodigd om naar haar/een woning (aan de [adres verdachte] te Arnhem) te
komen en/of die [slachtoffer] naar die woning heeft gelokt en/of die [slachtoffer] aldaar
heeft opgewacht, waarna verdachte en/of verdachtes mededader(s) -nadat die
[slachtoffer] was gearriveerd en/of in die woning was binnengelaten- meerdere malen
met kracht tegen het hoofd en/of het lichaam van die [slachtoffer] hebben/heeft
geschopt, geslagen en/of gestompt en/of (vervolgens) die [slachtoffer] in de
kofferbak van een auto hebben/heeft gelegd en/of naar een bosgebied te Rheden
hebben/heeft vervoerd en/of die [slachtoffer] aldaar op een (afgelegen) plek,
zwaargewond en/of in hulpeloze toestand, hebben/heeft achtergelaten en/of die
[slachtoffer] (aldus) hebben/heeft blootgesteld aan onderkoeling, terwijl de
uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
en/of
[medeverdachte] in of omstreeks de periode van 21 tot en met 22 juli 2012, althans
in of omstreeks de maand juli 2012, te Arnhem en/of te Rheden en/of (elders)
in Nederland, ter uitvoering van het voorgenomen misdrijf om tezamen en
in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en met
voorbedachten rade, althans opzettelijk, [slachtoffer] van het leven te
beroven, tezamen met zijn mededader(s), althans alleen, opzettelijk, na kalm
beraad en rustig overleg, althans na een (kort) tevoren genomen besluit,
althans opzettelijk, naar een woning (aan de [adres verdachte] te Arnhem) is
gegaan en/of aldaar die [slachtoffer] heeft opgewacht (zulks terwijl die [slachtoffer]
-conform te voren gemaakte afspraak- was uitgenodigd om naar die woning te
komen en/of naar die woning was gelokt), waarna die [medeverdachte] en/of zijn
mededader(s) -nadat die [slachtoffer] was gearriveerd en/of in die woning was
binnengelaten- meerdere malen met kracht tegen het hoofd en/of het lichaam van
die [slachtoffer] hebben/heeft geschopt, geslagen en/of gestompt en/of (vervolgens)
die [slachtoffer] in de kofferbak van een auto hebben/heeft gelegd en/of naar een
bosgebied te Rheden hebben/heeft vervoerd en/of die [slachtoffer] aldaar op een
(afgelegen) plek, zwaargewond en/of in hulpeloze toestand, hebben/heeft
achtergelaten en/of die [slachtoffer] (aldus) hebben/heeft blootgesteld aan
onderkoeling, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is
voltooid,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de
periode van 21 tot en met 22 juli 2012, althans in of omstreeks de maand juli
2012, te Arnhem en/of te Rheden en/of (elders) in Nederland medeplichtig is
geweest door het opzettelijk verschaffen van gelegenheid, middelen en/of
inlichtingen en/of door opzettelijk behulpzaam te zijn,
welke medeplichtigheid (onder meer) hieruit heeft bestaan dat verdachte,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, die [slachtoffer]
heeft uitgenodigd om naar haar/een woning (aan de [adres verdachte] te
Arnhem) te komen en/of die [slachtoffer] naar die woning heeft gelokt en/of -nadat
het geweld tegen die [slachtoffer] was begonnen- zich niet heeft gedistantieerd en/of
niet heeft ingegrepen en/of de -verdere- uitvoering van het geweld tegen die
[slachtoffer] niet heeft verhinderd en/of op de uitkijk heeft gestaan voor/tijdens het leggen van die [slachtoffer] in de kofferbak van een auto en/of het
vervoeren/achterlaten van die -zwaargewonde- [slachtoffer] naar/op die (afgelegen)
plek niet heeft verhinderd en/of geen afstand hiervan heeft genomen;
en/of
zij in of omstreeks de periode van 21 tot en met 22 juli 2012, althans in of
omstreeks de maand juli 2012, te Arnhem en/of te Rheden en/of (elders)in
Nederland, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen,
aan [slachtoffer] opzettelijk en met voorbedachten rade, althans opzettelijk,
zwaar lichamelijk letsel heeft toegebracht, hierin bestaande dat verdachte
en/of verdachtes mededader(s) opzettelijk, na kalm beraad en rustig overleg,
althans na een (kort) tevoren genomen besluit, althans opzettelijk, die [slachtoffer]
-conform te voren gemaakte afspraak- hebben/heeft uitgenodigd om naar een
woning (aan de [adres verdachte] te Arnhem) te komen en/of die [slachtoffer] naar
die woning hebben/heeft gelokt en/of die [slachtoffer] aldaar hebben/heeft opgewacht
en/of -nadat die [slachtoffer] was gearriveerd en/of in die woning was binnengelaten-
meerdere malen met kracht tegen het hoofd en/of het lichaam van die [slachtoffer]
hebben/heeft geschopt, geslagen en/of gestompt en/of (vervolgens) die [slachtoffer]
in de kofferbak van een auto hebben/heeft gelegd en/of naar een bosgebied te
Rheden hebben/heeft vervoerd en/of die [slachtoffer] aldaar op een (afgelegen) plek,
zwaargewond en/of in hulpeloze toestand, hebben/heeft achtergelaten en/of die
[slachtoffer] (aldus) hebben/heeft blootgesteld aan onderkoeling;
en/of
[medeverdachte] in of omstreeks de periode van 21 tot en met 22 juli 2012, althans
in of omstreeks de maand juli 2012, te Arnhem en/of te Rheden en/of (elders)
in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans
alleen, aan [slachtoffer] opzettelijk en met voorbedachten rade, althans
opzettelijk, zwaar lichamelijk letsel heeft toegebracht, hierin bestaande dat
die [medeverdachte] en/of zijn mededader(s) opzettelijk, na kalm beraad en rustig
overleg, althans na een (kort) tevoren genomen besluit, althans opzettelijk,
naar een woning (aan de [adres verdachte] te Arnhem) zijn/is gegaan en/of
aldaar die [slachtoffer] hebben/heeft opgewacht (zulks terwijl die [slachtoffer] -conform te
voren gemaakte afspraak- was uitgenodigd om naar die woning te komen en/of
naar die woning was gelokt) en/of -nadat die [slachtoffer] was gearriveerd en/of in
die woning was binnengelaten- meerdere malen met kracht tegen het hoofd en/of
het lichaam van die [slachtoffer] hebben/heeft geschopt, geslagen en/of gestompt
en/of (vervolgens) die [slachtoffer] in de kofferbak van een auto hebben/heeft gelegd
en/of naar een bosgebied te Rheden hebben/heeft vervoerd en/of die [slachtoffer]
aldaar op een (afgelegen) plek, zwaargewond en/of in hulpeloze toestand,
hebben/heeft achtergelaten en/of die [slachtoffer] (aldus) hebben/heeft blootgesteld
aan onderkoeling,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de
periode van 21 tot en met 22 juli 2012, althans in of omstreeks de maand juli
2012, te Arnhem en/of te Rheden en/of (elders) in Nederland medeplichtig is
geweest door het opzettelijk verschaffen van gelegenheid, middelen en/of
inlichtingen en/of door opzettelijk behulpzaam te zijn,
welke medeplichtigheid (onder meer) hieruit heeft bestaan dat verdachte,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, die [slachtoffer]
heeft uitgenodigd om naar haar/een woning (aan de [adres verdachte] te
Arnhem) te komen en/of die [slachtoffer] naar die woning heeft gelokt en/of -nadat
het geweld tegen die [slachtoffer] was begonnen- zich niet heeft gedistantieerd en/of
niet heeft ingegrepen en/of de -verdere- uitvoering van het geweld tegen die
[slachtoffer] niet heeft verhinderd en/of op de uitkijk heeft gestaan voor/tijdens het leggen van die [slachtoffer] in de kofferbak van een auto en/of het
vervoeren/achterlaten van die -zwaargewonde- [slachtoffer] naar/op die (afgelegen)
plek niet heeft verhinderd en/of geen afstand hiervan heeft genomen;
en/of
zij in of omstreeks de periode van 21 tot en met 22 juli 2012, althans in of
omstreeks de maand juli 2012, te Arnhem en/of te Rheden en/of (elders) in
Nederland, ter uitvoering van het voorgenomen misdrijf om tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, aan [slachtoffer]
opzettelijk en met voorbedachten rade, althans opzettelijk, zwaar lichamelijk
letsel toe te brengen, tezamen met verdachtes mededader(s), althans alleen,
opzettelijk na kalm beraad en rustig overleg, althans na een (kort) tevoren
genomen besluit, althans opzettelijk, die [slachtoffer] -conform te voren gemaakte
afspraak- heeft uitgenodigd om naar haar/een woning (aan de [adres verdachte]
te Arnhem) te komen en/of die [slachtoffer] naar die woning heeft gelokt en/of
die [slachtoffer] aldaar heeft opgewacht, waarna verdachte en/of verdachtes
mededader(s) -nadat die [slachtoffer] was gearriveerd en/of in die woning was
binnengelaten- meerdere malen met kracht tegen het hoofd en/of het lichaam van
die [slachtoffer] hebben/heeft geschopt, geslagen en/of gestompt en/of (vervolgens)
die [slachtoffer] in de kofferbak van een auto hebben/heeft gelegd en/of naar een
bosgebied te Rheden hebben/heeft vervoerd en/of die [slachtoffer] aldaar op een
(afgelegen) plek, zwaargewond en/of in hulpeloze toestand, hebben/heeft
achtergelaten en/of die [slachtoffer] (aldus) hebben/heeft blootgesteld aan
onderkoeling, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
en/of
[medeverdachte] in of omstreeks de periode van 21 tot en met 22 juli 2012, althans
in of omstreeks de maand juli 2012, te Arnhem en/of te Rheden en/of (elders)
in Nederland, ter uitvoering van het voorgenomen misdrijf om tezamen en
in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, aan [slachtoffer]
opzettelijk en met voorbedachten rade, althans opzettelijk, zwaar lichamelijk
letsel toe te brengen, tezamen met zijn mededader(s), althans alleen,
opzettelijk, na kalm beraad en rustig overleg, althans na een (kort) tevoren
genomen besluit, althans opzettelijk, naar een woning (aan de [adres verdachte]
te Arnhem) is gegaan en/of aldaar die [slachtoffer] heeft opgewacht (zulks
terwijl die [slachtoffer] -conform te voren gemaakte afspraak- was uitgenodigd om
naar die woning te komen en/of naar die woning was gelokt), waarna die [medeverdachte]
en/of zijn mededader(s) -nadat die [slachtoffer] was gearriveerd en/of in die woning
was binnengelaten- meerdere malen met kracht tegen het hoofd en/of het lichaam
van die [slachtoffer] hebben/heeft geschopt, geslagen en/of gestompt en/of
(vervolgens) die [slachtoffer] in de kofferbak van een auto hebben/heeft gelegd en/of
naar een bosgebied te Rheden hebben/heeft vervoerd en/of die [slachtoffer] aldaar op
een (afgelegen) plek, zwaargewond en/of in hulpeloze toestand, hebben/heeft
achtergelaten en/of die [slachtoffer] (aldus) hebben/heeft blootgesteld aan
onderkoeling, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is
voltooid,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de
periode van 21 tot en met 22 juli 2012, althans in of omstreeks de maand juli
2012, te Arnhem en/of te Rheden en/of (elders) in Nederland medeplichtig is
geweest door het opzettelijk verschaffen van gelegenheid, middelen en/of
inlichtingen en/of door opzettelijk behulpzaam te zijn,
welke medeplichtigheid (onder meer) hieruit heeft bestaan dat verdachte,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, die [slachtoffer]
heeft uitgenodigd om naar haar/een woning (aan de [adres verdachte] te
Arnhem) te komen en/of die [slachtoffer] naar die woning heeft gelokt en/of -nadat
het geweld tegen die [slachtoffer] was begonnen- zich niet heeft gedistantieerd en/of
niet heeft ingegrepen en/of de -verdere- uitvoering van het geweld tegen die
[slachtoffer] niet heeft verhinderd en/of geen afstand hiervan heeft genomen en/of op de uitkijk heeft gestaan voor/tijdens het leggen van die [slachtoffer] in de kofferbak van een auto en/of het
vervoeren/achterlaten van die -zwaargewonde- [slachtoffer] naar/op die (afgelegen)
plek niet heeft verhinderd en/of geen afstand hiervan heeft genomen.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen met betrekking tot het bewijs
Standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft in de eerste plaats gerekwireerd tot bewezenverklaring van medeplichtigheid aan de poging tot moord op [slachtoffer] (hierna: [slachtoffer]). In dit verband heeft de advocaat-generaal -kort gezegd- betoogd dat het opzet van verdachte gericht was op het laten verdwijnen van de zwaargewonde [slachtoffer] en op het bevorderen en vergemakkelijken van deze handelingen. Verdachte kan als medeplichtige aan de poging tot moord op [slachtoffer] worden aangemerkt, nu zij daartoe gelegenheid heeft geboden, op de uitkijk heeft gestaan en nu verdachte opzettelijk heeft nagelaten om in te grijpen terwijl handelen was geboden.
De advocaat-generaal heeft voorts gerekwireerd tot bewezenverklaring van medeplegen van zware mishandeling met voorbedachte raad. Daartoe heeft de advocaat-generaal -kort gezegd- aangevoerd dat verdachte voorafgaande aan het delict intensief heeft samengewerkt met de medeverdachten en dat zij een wezenlijke en onmisbare rol heeft vervuld. Direct na de geweldshandelingen heeft verdachte een belangrijke rol gespeeld bij de afhandeling van het delict. Zo is zij op alle belangrijke momenten in de woning aanwezig geweest en trok zij zich niet terug toen daartoe de mogelijkheid bestond.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte moet worden vrijgesproken van alle tenlastegelegde varianten van medeplegen. Daartoe heeft hij aangevoerd dat het opzet van verdachte in de fase voorafgaand aan de mishandeling niet was gericht op welke vorm van mishandeling dan ook. Nu het opzet van verdachte niet was gericht op de feiten die haar worden verweten, mogen de handelingen die verdachte voorafgaand aan de mishandeling heeft verricht niet worden meegenomen bij de achteraf door verdachte gepleegde handelingen. De achteraf door verdachte gepleegde handelingen maken de bijdrage van verdachte niet dusdanig significant dat zij als medepleger kan worden aangemerkt.
De raadsman heeft verder opgemerkt dat de omstandigheid dat verdachte niet zou hebben verhinderd dat [slachtoffer] in hulpeloze toestand is achtergelaten, niet kan worden meegenomen bij de beoordeling of verdachte als medepleger aangemerkt zou kunnen worden. Op het moment dat [slachtoffer] uit de woning werd weggevoerd, wist verdachte namelijk niet wat er met hem zou gaan gebeuren.
De raadsman heeft voorts betoogd dat verdachte van alle tenlastegelegde medeplichtigheidsvarianten moet worden vrijgesproken omdat haar (voorwaardelijk) opzet nimmer gericht is geweest op het gronddelict, te weten de mishandeling van [slachtoffer]. Verdachte heeft van tevoren niet geweten dat er geweld jegens [slachtoffer] zou worden gebruikt. Bovendien heeft zij nadrukkelijk aangegeven dat zij in haar woning geen ellende wilde.
Indien het hof van oordeel is dat verdachte bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat met de door haar gearrangeerde ontmoeting in haar woning een vorm van geweld zou volgen, heeft de raadsman naar voren gebracht dat het (voorwaardelijk) opzet van verdachte niet verder reikt dan een poging tot toebrengen van zwaar lichamelijk letsel.
Oordeel hof
Het hof geeft hieronder eerst de gang van zaken weer zoals deze naar zijn oordeel is komen vast te staan. De vaststellingen zijn gebaseerd op de bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Daarna beoordeelt het hof de feiten in het licht van de tenlastelegging, zoals deze door het hof wordt geïnterpreteerd.
Gang van zaken
Voor en ten tijde van het tenlastegelegde hebben verdachte en [medeverdachte] (hierna: [medeverdachte]) een relatie. Op enig moment vertelt verdachte aan [medeverdachte] dat zij last heeft van iemand en dat zij er niet meer tegen kan. Verdachte deelt [medeverdachte] mede: “Ik ken een jongen en door hem ben ik verkracht. En hij chanteert mij.” Voorts laat verdachte aan [medeverdachte] weten dat zij niet met rust wordt gelaten door deze jongen. Vervolgens belt [medeverdachte] met de bewuste “jongen”, genaamd [slachtoffer]. [medeverdachte] laat [slachtoffer] in een normaal verlopen telefoongesprek weten dat hij verdachte beter met rust kan laten.
In de periode voorafgaande aan het tenlastegelegde heeft verdachte aan [getuige], de vriendin van [vader van verdachte] (de vader van verdachte), gevraagd of haar vader haar zou helpen als zij -verdachte- een probleem zou hebben. [getuige] beantwoordt deze vraag bevestigend. Een paar weken vóór 21 juli 2012 -de pleegdatum- brengt verdachte met [medeverdachte] een bezoek aan [vader van verdachte]. Verdachte vertelt haar vader dat zij is verkracht dan wel dat zij tegen haar wil seks heeft gehad met [slachtoffer] en dat deze [slachtoffer] haar nog steeds lastigvalt. Vervolgens vraagt verdachte haar vader om hulp.
Op donderdag 19 juli 2012 bevinden [medeverdachte], verdachte en [vader van verdachte] zich in de woning van verdachte in Arnhem. Daar vraagt [vader van verdachte] aan [medeverdachte]: “Ik ben van plan om dit en dit te doen. Doe je daaraan mee?” Vervolgens zegt [vader van verdachte] tegen [medeverdachte]: “Ik wil dat [verdachte] een afspraak met hem maakt. Dan wil ik hem een lesje leren.” [medeverdachte] geeft aan dat hij wil meedoen met het plan van [vader van verdachte] om [slachtoffer] een lesje te leren. De woorden “een lesje leren” worden door [medeverdachte] verduidelijkt als: gewoon een beetje bang maken, een klap geven. [medeverdachte] gaat er vóór de mishandeling van [slachtoffer] van uit dat ze [slachtoffer] een paar tikken zouden geven. Verdachte was aanwezig bij het maken van de afspraak om [slachtoffer] een lesje te leren. Bij die gelegenheid is gesproken over de verkrachting of aanranding van verdachte. Daarin was immers de aanleiding voor de afspraak gelegen.
Op zaterdag 21 juli 2012 is de jongste zoon van [vader van verdachte] jarig en wordt zijn verjaardag gevierd in de woning van [vader van verdachte] te Veenendaal. Op deze verjaardag zijn [medeverdachte], verdachte, [vader van verdachte] en [oom van verdachte] (de broer van [vader van verdachte] en daarmee de oom van verdachte) aanwezig. [oom van verdachte] hoort die dag dat verdachte “verkracht” dan wel “aangerand” zou zijn door [slachtoffer]. Verdachte vertelde dat [slachtoffer] haar nog steeds lastig zou vallen met sms’jes dan wel via Facebook, in ieder geval telefonisch. Op enig moment rijden [medeverdachte], verdachte, [vader van verdachte] en [oom van verdachte] naar de woning van verdachte aan de [adres verdachte] te Arnhem. [oom van verdachte] bestuurt de auto. Vanuit de auto telefoneert verdachte met [slachtoffer]. Zij vraagt [slachtoffer] om naar haar woning te komen. Via Facebook heeft verdachte [slachtoffer] op de mouw gespeld dat het uit is met haar vriend.
Uit de telefoongegevens van het toestel van [medeverdachte] blijkt dat er op 21 juli 2012 verschillende keren contact is geweest tussen het telefoonnummer van [medeverdachte] en het nummer van [slachtoffer]. Ook is er diezelfde dag een instant message verstuurd met het toestel van [medeverdachte] naar ‘[voornaam verdachte]’ (het hof begrijpt: verdachte) met de tekst: “Ik laat hem niet uitpraten.”
Wanneer het viertal arriveert bij de woning van verdachte, gaat deze als eerste naar boven. [medeverdachte], [vader van verdachte] en [oom van verdachte] blijven beneden wachten. Vervolgens telefoneert verdachte met [oom van verdachte]. Het hof gaat er van uit dat verdachte heeft willen controleren of de kust veilig was en dat zij, toen zij zag dat [slachtoffer] nog niet was gearriveerd, [medeverdachte], [vader van verdachte] en [oom van verdachte] naar boven liet komen. Het hof acht niet aannemelijk dat de drie mannen om een andere reden niet meteen mee naar de woning van verdachte zijn gegaan.
De drie mannen gaan vervolgens de woning van verdachte binnen en gaan naar de slaapkamer. In de slaapkamer bevindt het drietal zich buiten het zicht van mensen die zich in de woonkamer zouden bevinden. [medeverdachte], [vader van verdachte] en [oom van verdachte] vermommen zich dan wel maken zich onherkenbaar.
Kort na de binnenkomst van [slachtoffer] stormen [medeverdachte], [vader van verdachte] en [oom van verdachte] de slaapkamer uit, de woonkamer in. Zij gaan gedrieën [slachtoffer] te lijf waarbij zij op [slachtoffer] inslaan en inschoppen. Daarbij wordt [slachtoffer] ook tegen zijn hoofd getrapt en geschopt. Door één van de klappen van [medeverdachte] op het hoofd van [slachtoffer], gaat [slachtoffer] door zijn knieën. Volgens [medeverdachte] is [slachtoffer] dan “knock-out”. Uit de verklaring van [slachtoffer] en uit de door het hof op dit punt geloofwaardig geachte verklaring van [medeverdachte] leidt het hof af dat verdachte hierbij aanwezig is geweest en uit de verklaring van [medeverdachte] bovendien dat verdachte na afloop op [slachtoffer] heeft gespuugd en hem de woorden heeft toegevoegd: “Dat is je verdiende loon.” Nadat [slachtoffer] is afgetuigd, is het slecht met hem gesteld. Hij zit onder het bloed. [medeverdachte] verklaart dat [slachtoffer] er niet uitzag. [slachtoffer] ligt uitgevloerd op de vloer. Nadat het geweld tegen [slachtoffer] is gestopt, maken [medeverdachte], verdachte, [vader van verdachte] en [oom van verdachte] eerst de woning gedurende geruime tijd schoon. [slachtoffer] wordt in een laken of dekbedhoes gewikkeld en naar beneden afgevoerd. Verdachte gaat op de uitkijk staan om te kijken of de kust veilig is. [slachtoffer] wordt in de kofferbak van de auto van [oom van verdachte] gelegd. Hij is dan als het ware meer dood dan levend. De auto staat geparkeerd voor de flat van verdachte. Er zijn plastic zakken in de auto van [oom van verdachte] gelegd. Het hof gaat ervan uit dat dit is gedaan om ervoor te zorgen dat er zo min mogelijk sporen in die auto achter zouden blijven. In de auto bevinden zich vier personen: [vader van verdachte] en [oom van verdachte], [medeverdachte] en [slachtoffer]. Verdachte niet. Vervolgens rijdt de auto via de Pleyroute naar Rheden, waar de ernstig gewonde [slachtoffer] wordt gedumpt op een afgelegen plek in een bos bij de Snippendaalseweg, nabij de plaats waar in het verleden een asielzoekerscentrum was gevestigd. In de ochtend van 22 juli 2012 wordt [slachtoffer] gevonden door een toevallige voorbijganger. Bij [slachtoffer] zijn de volgende verwondingen geconstateerd:
- zeer forse kneuzingen in het gelaat;
- een gebroken neus;
- enkele afgebroken snijtanden;
- onderkoeling;
- een bloeduitstorting in de oorschelp;
- blauwe plekken op buik en benen;
- schaafwonden op de knieën;
- coiling (verstopping) van de miltslagader.
Als [slachtoffer] een uur later gevonden zou zijn, zou hij zijn overleden ten gevolge van inwendige bloedingen.
Beoordeling tenlastelegging
Naar het oordeel van het hof is sprake van medeplegen van poging tot doodslag. Het hof acht niet bewezen dat er sprake was van voorbedachte raad op de dood.
Dat verdachte en haar medeverdachten opzet op de dood van [slachtoffer] hadden, leidt het hof in het bijzonder af uit de volgende feiten en omstandigheden.
De tevoren gemaakte afspraak om [slachtoffer] een lesje te leren, hield volgens de verklaring van [medeverdachte] niet meer in dan (mede) het geven van enkele klappen. Het hof acht bewezen dat verdachte datzelfde opzet had, omdat zij aanwezig was bij het maken van de afspraak en die afspraak werd gemaakt nadat zij haar vader had verteld dat zij verkracht was -zoals haar vader dat had begrepen- en dat zij zijn hulp nodig had. Gelet op alle hiervoor vermelde omstandigheden acht het hof niet aannemelijk dat verdachte meende dat er alleen maar met [slachtoffer] gepraat zou worden en dat zij niet wist of zich niet realiseerde dat [slachtoffer] klappen zou krijgen. Het hof is van oordeel dat niet bewezen is dat het opzet van verdachte op dat moment verder ging dan het geven van enkele klappen aan [slachtoffer].
Maar in ieder geval bij de uitvoering van de afspraak in de woning van verdachte en de gang van zaken daarna volgt dat verdachten -verdachte niet uitgezonderd- minst genomen bewust de aanmerkelijk kans hebben aanvaard dat [slachtoffer] zou komen te overlijden. In de woning hebben [medeverdachte], [vader van verdachte] en [oom van verdachte] [slachtoffer] immers op zeer gewelddadige wijze geschopt en geslagen, onder meer tegen zijn hoofd. Bij het krachtdadig meermalen schoppen tegen iemands hoofd bestaat -naar van algemene bekendheid is- de aanmerkelijke kans dat het slachtoffer komt te overlijden. Van die kans moeten verdachten zich bewust zijn geweest. Dat geldt ook voor verdachte, die bij het in elkaar slaan en schoppen van [slachtoffer] aanwezig was. Verdachte heeft niets gedaan om te voorkomen dat [slachtoffer] gedurende enige tijd werd toegetakeld, terwijl zij het is geweest die door haar eerdere gedrag -vertellen over een verkrachting, het maken van een afspraak om [slachtoffer] een lesje te leren, het arrangeren van de ontmoeting met [slachtoffer] in haar woning en het toelaten van de mannen in haar woning en haar slaapkamer- de situatie in het leven heeft geroepen. Dat zij het eerder beschreven ernstig toetakelen van [slachtoffer] en daarmee de aanmerkelijke kans op de dood van [slachtoffer] in dit stadium bewust heeft aanvaard, leidt het hof ook af uit het feit dat zij na afloop van het geweld op [slachtoffer] heeft gespuugd en hem de woorden heeft toegevoegd: “Dat is je verdiende loon”.
Hoewel [slachtoffer] zwaar gewond en hulpeloos was, heeft geen van de aanwezigen -onder wie verdachte, door wier optreden de situatie, zoals gezegd, in het leven was geroepen- hem de nodige zorg verschaft. In plaats daarvan hebben zij de tijd genomen om de sporen van hun gedragingen eerst uit te wissen en vervolgens [slachtoffer] in de kofferbak van de auto gelegd en afgevoerd, waarbij verdachte op de uitkijk heeft gestaan.1.Het hof acht niet aannemelijk dat er bij één van de aanwezigen het voornemen of de gedachte bestond om [slachtoffer] naar een ziekenhuis te brengen. In plaats daarvan hebben drie van hen het slachtoffer midden in de nacht naar een afgelegen plek in een bos gebracht en hem daar aan zijn lot overgelaten. Het hof acht weliswaar niet bewezen dat verdachte wist dat [slachtoffer] op die plaats zou worden gedumpt, maar uit haar verklaring bij de rechter-commissaris van 2 oktober 20122.leidt het hof af dat het haar -hoewel zij zich bewust was van het feit dat [slachtoffer] ernstig gewond was- geen biet interesseerde wat er met [slachtoffer] zou gebeuren.
Hoewel verdachte aan bepaalde uitvoeringshandelingen een minder groot fysiek aandeel heeft gehad dan haar medeverdachten (in elkaar slaan, het dumpen van het slachtoffer in het bos) is het hof van oordeel dat er ook ten aanzien van verdachte sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking met de anderen en dat haar bijdrage van voldoende gewicht was om van medeplegen te spreken.3.Zij is degene geweest die [medeverdachte] en haar vader erover heeft verteld dat ze verkracht zou zijn door [slachtoffer] en dat ze nog door hem zou worden lastig gevallen en haar vader om hulp heeft gevraagd, die aanwezig is geweest bij de in haar woning gemaakte afspraak om [slachtoffer] een lesje te leren, die [slachtoffer] onder valse voorwendselen naar haar woning heeft gelokt waar deze op bijzonder gewelddadige wijze is mishandeld, die de mannen in haar woning binnen heeft gelaten en zich in haar slaapkamer voor [slachtoffer] liet verstoppen, die bij het in elkaar slaan aanwezig is geweest en [slachtoffer] zelfs heeft bespuugd en hem de woorden heeft toegevoegd: “Dat is je verdiende loon”, die de ernstig gewonde [slachtoffer] gedurende enige tijd in haar woning liet liggen in plaats van hulp te halen of vragen en die heeft meegewerkt aan het doen verdwijnen van het slachtoffer uit haar woning zonder zich erom te bekommeren wat er met hem zou gebeuren. Voor het geval voor één of meer gedragingen (handelen en nalaten) van verdachte geldt dat zij met medeplichtigheid in verband plegen te worden gebracht, is met de beschrijving van het totaal van de gedragingen van verdachte naar het oordeel van het hof voldoende nauwkeurig gemotiveerd dat sprake is van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking.4.
Het hof acht niet bewezen dat sprake is van voorbedachte raad om [slachtoffer] om het leven te brengen. Uit de verklaringen van verdachte en haar medeverdachten maakt het hof niet op of en zo ja, op welk moment door verdachten een besluit is genomen om [slachtoffer] van het leven te beroven en gedurende welke tijd verdachte zich heeft kunnen beraden op dit besluit. Ook uit de door verdachte en haar medeverdachten verrichte gedragingen leidt het hof niet met de voor een bewezenverklaring vereiste overtuiging af dat van voorbedachte raad sprake is. Het hof spreekt verdachte daarom vrij van de tenlastegelegde poging tot moord.
Het hof acht overigens -met dezelfde motivering als hiervoor- ook niet bewezen dat sprake is van voorbedachte raad om [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel toe te brengen.
Conclusie
Het hof verklaart wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich als medepleger heeft schuldig gemaakt aan een poging tot doodslag op [slachtoffer] (het tweede cumulatief/alternatief tenlastegelegde feit). Van het overige zal verdachte worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tweede cumulatief/alternatief tenlastegelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat:
zij in of omstreeks de periode van 21 tot en met 22 juli 2012, althans in of
omstreeks de maand juli 2012, te Arnhem en/of te Rheden en/of (elders) in
Nederland, ter uitvoering van het voorgenomen misdrijf om tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en met
voorbedachten rade, [slachtoffer] van het leven te beroven,
tezamen met verdachtes mededader(s), althans alleen, opzettelijk na kalm
beraad en rustig overleg, althans na een (kort) tevoren genomen besluit,
die [slachtoffer] -conform te voren gemaakte afspraak- heeft
uitgenodigd om naar haar/een woning (aan de [adres verdachte] te Arnhem) te
komen en/of die [slachtoffer] naar die woning heeft gelokt en/of die [slachtoffer] aldaar
heeft opgewacht, waarna verdachte en/of verdachtes mededader(s) -nadat die
[slachtoffer] was gearriveerd en/of in die woning was binnengelaten- meerdere malen
met kracht tegen het hoofd en/of het lichaam van die [slachtoffer] hebben/heeft
geschopt, geslagen en/of gestompt en/of (vervolgens) die [slachtoffer] in de
kofferbak van een auto hebben/heeft gelegd en/of naar een bosgebied te Rheden
hebben/heeft vervoerd en/of die [slachtoffer] aldaar op een (afgelegen) plek,
zwaargewond en/of in hulpeloze toestand, hebben/heeft achtergelaten en/of die
[slachtoffer] (aldus) hebben/heeft blootgesteld aan onderkoeling, terwijl de
uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
en/of
zij in of omstreeks de periode van 21 tot en met 22 juli 2012, althans in of
omstreeks de maand juli 2012, te Arnhem en/of te Rheden en/of (elders) in
Nederland, ter uitvoering van het voorgenomen misdrijf om tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk
[slachtoffer] van het leven te beroven, tezamen met verdachtes mededader(s), althans alleen, opzettelijk, die [slachtoffer] -conform te voren gemaakte afspraak- heeft
uitgenodigd om naar haar/een woning (aan de [adres verdachte] te Arnhem) te
komen en/of die [slachtoffer] naar die woning heeft gelokt en/of die [slachtoffer] aldaar
heeft opgewacht, waarna verdachte en/of verdachtes mededader(s) -nadat die
[slachtoffer] was gearriveerd en/of in die woning was binnengelaten- meermalen
met kracht tegen het hoofd en/of het lichaam van die [slachtoffer] hebben/heeft
geschopt, geslagen en/of gestompt en/of (vervolgens) die [slachtoffer] in de
kofferbak van een auto hebben/heeft gelegd en/of naar een bosgebied te Rheden
hebben/heeft vervoerd en/of die [slachtoffer] aldaar op een (afgelegen) plek,
zwaargewond en/of in hulpeloze toestand, hebben/heeft achtergelaten en/of die
[slachtoffer] (aldus) hebben/heeft blootgesteld aan onderkoeling, terwijl de
uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
en/of
[medeverdachte] in of omstreeks de periode van 21 tot en met 22 juli 2012, althans
in of omstreeks de maand juli 2012, te Arnhem en/of te Rheden en/of (elders)
in Nederland, ter uitvoering van het voorgenomen misdrijf om tezamen en
in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en met
voorbedachten rade, althans opzettelijk, [slachtoffer] van het leven te
beroven, tezamen met zijn mededader(s), althans alleen, opzettelijk, na kalm
beraad en rustig overleg, althans na een (kort) tevoren genomen besluit,
althans opzettelijk, naar een woning (aan de [adres verdachte] te Arnhem) is
gegaan en/of aldaar die [slachtoffer] heeft opgewacht (zulks terwijl die [slachtoffer]
-conform te voren gemaakte afspraak- was uitgenodigd om naar die woning te
komen en/of naar die woning was gelokt), waarna die [medeverdachte] en/of zijn
mededader(s) -nadat die [slachtoffer] was gearriveerd en/of in die woning was
binnengelaten- meerdere malen met kracht tegen het hoofd en/of het lichaam van
die [slachtoffer] hebben/heeft geschopt, geslagen en/of gestompt en/of (vervolgens)
die [slachtoffer] in de kofferbak van een auto hebben/heeft gelegd en/of naar een
bosgebied te Rheden hebben/heeft vervoerd en/of die [slachtoffer] aldaar op een
(afgelegen) plek, zwaargewond en/of in hulpeloze toestand, hebben/heeft
achtergelaten en/of die [slachtoffer] (aldus) hebben/heeft blootgesteld aan
onderkoeling, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is
voltooid,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de
periode van 21 tot en met 22 juli 2012, althans in of omstreeks de maand juli
2012, te Arnhem en/of te Rheden en/of (elders) in Nederland medeplichtig is
geweest door het opzettelijk verschaffen van gelegenheid, middelen en/of
inlichtingen en/of door opzettelijk behulpzaam te zijn,
welke medeplichtigheid (onder meer) hieruit heeft bestaan dat verdachte,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, die [slachtoffer]
heeft uitgenodigd om naar haar/een woning (aan de [adres verdachte] te
Arnhem) te komen en/of die [slachtoffer] naar die woning heeft gelokt en/of -nadat
het geweld tegen die [slachtoffer] was begonnen- zich niet heeft gedistantieerd en/of
niet heeft ingegrepen en/of de -verdere- uitvoering van het geweld tegen die
[slachtoffer] niet heeft verhinderd en/of op de uitkijk heeft gestaan voor/tijdens het leggen van die [slachtoffer] in de kofferbak van een auto en/of het
vervoeren/achterlaten van die -zwaargewonde- [slachtoffer] naar/op die (afgelegen)
plek niet heeft verhinderd en/of geen afstand hiervan heeft genomen;
en/of
zij in of omstreeks de periode van 21 tot en met 22 juli 2012, althans in of
omstreeks de maand juli 2012, te Arnhem en/of te Rheden en/of (elders)in
Nederland, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen,
aan [slachtoffer] opzettelijk en met voorbedachten rade, althans opzettelijk,
zwaar lichamelijk letsel heeft toegebracht, hierin bestaande dat verdachte
en/of verdachtes mededader(s) opzettelijk, na kalm beraad en rustig overleg,
althans na een (kort) tevoren genomen besluit, althans opzettelijk, die [slachtoffer]
-conform te voren gemaakte afspraak- hebben/heeft uitgenodigd om naar een
woning (aan de [adres verdachte] te Arnhem) te komen en/of die [slachtoffer] naar
die woning hebben/heeft gelokt en/of die [slachtoffer] aldaar hebben/heeft opgewacht
en/of -nadat die [slachtoffer] was gearriveerd en/of in die woning was binnengelaten-
meerdere malen met kracht tegen het hoofd en/of het lichaam van die [slachtoffer]
hebben/heeft geschopt, geslagen en/of gestompt en/of (vervolgens) die [slachtoffer]
in de kofferbak van een auto hebben/heeft gelegd en/of naar een bosgebied te
Rheden hebben/heeft vervoerd en/of die [slachtoffer] aldaar op een (afgelegen) plek,
zwaargewond en/of in hulpeloze toestand, hebben/heeft achtergelaten en/of die
[slachtoffer] (aldus) hebben/heeft blootgesteld aan onderkoeling;
en/of
[medeverdachte] in of omstreeks de periode van 21 tot en met 22 juli 2012, althans
in of omstreeks de maand juli 2012, te Arnhem en/of te Rheden en/of (elders)
in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans
alleen, aan [slachtoffer] opzettelijk en met voorbedachten rade, althans
opzettelijk, zwaar lichamelijk letsel heeft toegebracht, hierin bestaande dat
die [medeverdachte] en/of zijn mededader(s) opzettelijk, na kalm beraad en rustig
overleg, althans na een (kort) tevoren genomen besluit, althans opzettelijk,
naar een woning (aan de [adres verdachte] te Arnhem) zijn/is gegaan en/of
aldaar die [slachtoffer] hebben/heeft opgewacht (zulks terwijl die [slachtoffer] -conform te
voren gemaakte afspraak- was uitgenodigd om naar die woning te komen en/of
naar die woning was gelokt) en/of -nadat die [slachtoffer] was gearriveerd en/of in
die woning was binnengelaten- meerdere malen met kracht tegen het hoofd en/of
het lichaam van die [slachtoffer] hebben/heeft geschopt, geslagen en/of gestompt
en/of (vervolgens) die [slachtoffer] in de kofferbak van een auto hebben/heeft gelegd
en/of naar een bosgebied te Rheden hebben/heeft vervoerd en/of die [slachtoffer]
aldaar op een (afgelegen) plek, zwaargewond en/of in hulpeloze toestand,
hebben/heeft achtergelaten en/of die [slachtoffer] (aldus) hebben/heeft blootgesteld
aan onderkoeling,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de
periode van 21 tot en met 22 juli 2012, althans in of omstreeks de maand juli
2012, te Arnhem en/of te Rheden en/of (elders) in Nederland medeplichtig is
geweest door het opzettelijk verschaffen van gelegenheid, middelen en/of
inlichtingen en/of door opzettelijk behulpzaam te zijn,
welke medeplichtigheid (onder meer) hieruit heeft bestaan dat verdachte,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, die [slachtoffer]
heeft uitgenodigd om naar haar/een woning (aan de [adres verdachte] te
Arnhem) te komen en/of die [slachtoffer] naar die woning heeft gelokt en/of -nadat
het geweld tegen die [slachtoffer] was begonnen- zich niet heeft gedistantieerd en/of
niet heeft ingegrepen en/of de -verdere- uitvoering van het geweld tegen die
[slachtoffer] niet heeft verhinderd en/of op de uitkijk heeft gestaan voor/tijdens het leggen van die [slachtoffer] in de kofferbak van een auto en/of het
vervoeren/achterlaten van die -zwaargewonde- [slachtoffer] naar/op die (afgelegen)
plek niet heeft verhinderd en/of geen afstand hiervan heeft genomen;
en/of
zij in of omstreeks de periode van 21 tot en met 22 juli 2012, althans in of
omstreeks de maand juli 2012, te Arnhem en/of te Rheden en/of (elders) in
Nederland, ter uitvoering van het voorgenomen misdrijf om tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, aan [slachtoffer]
opzettelijk en met voorbedachten rade, althans opzettelijk, zwaar lichamelijk
letsel toe te brengen, tezamen met verdachtes mededader(s), althans alleen,
opzettelijk na kalm beraad en rustig overleg, althans na een (kort) tevoren
genomen besluit, althans opzettelijk, die [slachtoffer] -conform te voren gemaakte
afspraak- heeft uitgenodigd om naar haar/een woning (aan de [adres verdachte]
te Arnhem) te komen en/of die [slachtoffer] naar die woning heeft gelokt en/of
die [slachtoffer] aldaar heeft opgewacht, waarna verdachte en/of verdachtes
mededader(s) -nadat die [slachtoffer] was gearriveerd en/of in die woning was
binnengelaten- meerdere malen met kracht tegen het hoofd en/of het lichaam van
die [slachtoffer] hebben/heeft geschopt, geslagen en/of gestompt en/of (vervolgens)
die [slachtoffer] in de kofferbak van een auto hebben/heeft gelegd en/of naar een
bosgebied te Rheden hebben/heeft vervoerd en/of die [slachtoffer] aldaar op een
(afgelegen) plek, zwaargewond en/of in hulpeloze toestand, hebben/heeft
achtergelaten en/of die [slachtoffer] (aldus) hebben/heeft blootgesteld aan
onderkoeling, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
en/of
[medeverdachte] in of omstreeks de periode van 21 tot en met 22 juli 2012, althans
in of omstreeks de maand juli 2012, te Arnhem en/of te Rheden en/of (elders)
in Nederland, ter uitvoering van het voorgenomen misdrijf om tezamen en
in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, aan [slachtoffer]
opzettelijk en met voorbedachten rade, althans opzettelijk, zwaar lichamelijk
letsel toe te brengen, tezamen met zijn mededader(s), althans alleen,
opzettelijk, na kalm beraad en rustig overleg, althans na een (kort) tevoren
genomen besluit, althans opzettelijk, naar een woning (aan de [adres verdachte]
te Arnhem) is gegaan en/of aldaar die [slachtoffer] heeft opgewacht (zulks
terwijl die [slachtoffer] -conform te voren gemaakte afspraak- was uitgenodigd om
naar die woning te komen en/of naar die woning was gelokt), waarna die [medeverdachte]
en/of zijn mededader(s) -nadat die [slachtoffer] was gearriveerd en/of in die woning
was binnengelaten- meerdere malen met kracht tegen het hoofd en/of het lichaam
van die [slachtoffer] hebben/heeft geschopt, geslagen en/of gestompt en/of
(vervolgens) die [slachtoffer] in de kofferbak van een auto hebben/heeft gelegd en/of
naar een bosgebied te Rheden hebben/heeft vervoerd en/of die [slachtoffer] aldaar op
een (afgelegen) plek, zwaargewond en/of in hulpeloze toestand, hebben/heeft
achtergelaten en/of die [slachtoffer] (aldus) hebben/heeft blootgesteld aan
onderkoeling, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is
voltooid,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de
periode van 21 tot en met 22 juli 2012, althans in of omstreeks de maand juli
2012, te Arnhem en/of te Rheden en/of (elders) in Nederland medeplichtig is
geweest door het opzettelijk verschaffen van gelegenheid, middelen en/of
inlichtingen en/of door opzettelijk behulpzaam te zijn,
welke medeplichtigheid (onder meer) hieruit heeft bestaan dat verdachte,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, die [slachtoffer]
heeft uitgenodigd om naar haar/een woning (aan de [adres verdachte] te
Arnhem) te komen en/of die [slachtoffer] naar die woning heeft gelokt en/of -nadat
het geweld tegen die [slachtoffer] was begonnen- zich niet heeft gedistantieerd en/of
niet heeft ingegrepen en/of de -verdere- uitvoering van het geweld tegen die
[slachtoffer] niet heeft verhinderd en/of geen afstand hiervan heeft genomen en/of op de uitkijk heeft gestaan voor/tijdens het leggen van die [slachtoffer] in de kofferbak van een auto en/of het
vervoeren/achterlaten van die -zwaargewonde- [slachtoffer] naar/op die (afgelegen)
plek niet heeft verhinderd en/of geen afstand hiervan heeft genomen.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezen verklaarde levert op:
medeplegen van poging tot doodslag.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De advocaat-generaal heeft geëist dat verdachte ter zake van het derde cumulatief/alternatief tenlastegelegde feit -medeplichtigheid aan poging tot moord- en het vierde cumulatief/alternatief tenlastegelegde feit -medeplegen van zware mishandeling met voorbedachte raad- wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaar, met aftrek van de tijd die verdachte reeds in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De advocaat-generaal heeft voorts gevorderd dat de schorsing van de voorlopige hechtenis van verdachte wordt opgeheven, met andere woorden: dat zij op de datum van deze uitspraak weer vast komt te zitten.
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan medeplegen van een poging tot doodslag op [slachtoffer], zoals hierboven uiteengezet. Mede door het handelen van verdachte is -onder meer- het verlies van de miltfunctie van [slachtoffer] opgetreden. [slachtoffer] zal daarom zijn verdere leven vaccinaties nodig hebben. Verdachte heeft een wezenlijk aandeel in het feit gehad. Het hof rekent het verdachte in het bijzonder aan dat zij de situatie in het leven heeft geroepen door haar medeverdachten aan te spreken op hun verantwoordelijkheidsgevoel en dat uit niets is gebleken dat verdachte zich om de fysieke toestand van [slachtoffer] heeft bekommerd, al was het maar door naar zijn lot te informeren na de terugkomst van [medeverdachte] in haar woning.
Gelet op het voorgaande is een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van langere duur aangewezen.
Voor wat betreft de duur van de straf merkt het hof op dat nu het anders dan de rechtbank tot een bewezenverklaring is gekomen van medeplegen van een poging tot doodslag in plaats van medeplegen van een poging tot moord een minder zware straf zal worden opgelegd dan de rechtbank heeft gedaan.
Het hof neemt bij de strafoplegging ten voordele van verdachte in aanmerking dat het aandeel van verdachte in het bewezenverklaarde in sommige opzichten beperkter is dan het aandeel van haar toenmalige vriend [medeverdachte] en de andere verdachten. Zo was verdachte niet aanwezig bij het wegbrengen en dumpen van [slachtoffer] in het bos in Rheden en heeft zij het slachtoffer niet zelf geslagen en geschopt.
Het hof heeft ten voordele van verdachte in de strafoplegging meegewogen dat verdachte blijkens het Uittreksel Justitiële Documentatie van 17 maart 2015 niet eerder met politie en justitie in aanraking is geweest ter zake van soortgelijke strafbare feiten.
Het hof neemt ten voordele van verdachte in aanzienlijke mate in aanmerking de jeugdige leeftijd van verdachte ten tijde van het tenlastegelegde -zij was toen slechts 19 jaar oud- en de slechte omstandigheden van haar jeugd daarvóór.
Per saldo is het hof van oordeel dat de oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden -met aftrek van de tijd die verdachte reeds in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht- passend en geboden is.
De advocaat-generaal heeft de onmiddellijke opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis gevorderd. Het hof zal hiertoe echter niet overgaan, nu de voorlopige hechtenis door de rechtbank reeds op 2 november 2012 is geschorst en in dit specifieke geval niet valt in te zien waarom de tenuitvoerlegging niet een aanvang zou dienen te nemen nadat de uitspraak onherroepelijk is geworden.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 66.960,10. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 31.467,06. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd. In hoger beroep heeft de benadeelde partij schadepost nummer 12, de kosten voor rechtsbijstand ad € 4.207,26, ingetrokken. De totale vordering in hoger beroep bedraagt aldus € 62.752,84.
De advocaat van de benadeelde partij, mr. Pernot, heeft het hof op 21 mei 2014, 16 oktober 2014 en 8 april 2015 per brief laten weten dat de schade van [slachtoffer] steeds verder is opgelopen. Omdat de vordering tot schadevergoeding in hoger beroep niet kan worden verhoogd, heeft mr. Pernot het hof verzocht om de schadevergoedingsmaatregel voor de daadwerkelijk geleden schade in plaats van de gevorderde schade op te leggen. Volgens hem bedraagt deze tot op heden daadwerkelijk door [slachtoffer] geleden schade in totaal € 92.344,12. Hij heeft daarom verzocht om de schadevergoedingsmaatregel voor dat bedrag op te leggen.
Standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de vordering tot schadevergoeding wordt toegewezen tot het bedrag van € 54.276,34, inclusief de wettelijke rente vanaf 21 juli 2012 en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel voor datzelfde bedrag.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat een gedeelte van de gevorderde materiële schade kan worden toegewezen en dat een gedeelte van de gevorderde immateriële schade als voorschot kan worden toegewezen. Voor het overige heeft de verdediging zich op het standpunt gesteld dat de vordering te ingewikkeld is voor het strafgeding en dat de benadeelde partij om die reden niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vordering en naar de burgerlijke rechter moet stappen om zijn schade vergoed te krijgen.
Oordeel hof
Het hof beoordeelt de gevorderde schadeposten als volgt, waarbij de nummering op het voegingsformulier wordt aangehouden.
1. Materiële schade.
Het hof is van oordeel dat de raadsman de door de benadeelde partij gevorderde materiële schade ad € 1.155,75 niet heeft weersproken dan wel onvoldoende gemotiveerd heeft betwist. Het hof zal het gevorderde bedrag onder deze schadepost daarom toewijzen.
2. Kosten zonder nut.
Het hof is van oordeel dat de raadsman de door de benadeelde partij gevorderde kosten zonder nut ad € 910,78 niet heeft weersproken dan wel onvoldoende gemotiveerd heeft betwist. Het hof zal het gevorderde bedrag onder deze schadepost daarom toewijzen.
3. Medische kosten.
Het hof is van oordeel dat de raadsman de door de benadeelde partij gevorderde medische kosten ad € 651,30 niet heeft weersproken dan wel onvoldoende gemotiveerd heeft betwist. Het hof zal het gevorderde bedrag onder deze schadepost daarom toewijzen.
4. Telefoon-, porti- en reiskosten.
Het hof is van oordeel dat de raadsman de door de benadeelde partij gevorderde telefoon-, porti- en reiskosten ad € 339,32 niet heeft weersproken dan wel onvoldoende gemotiveerd heeft betwist. Het hof zal het gevorderde bedrag onder deze schadepost daarom toewijzen.
5. Kosten opvang en verzorging.
Het hof is van oordeel dat de raadsman de door de benadeelde partij gevorderde kosten voor opvang en verzorging ad € 1.225,00 niet heeft weersproken dan wel onvoldoende gemotiveerd heeft betwist. Het hof zal het gevorderde bedrag onder deze schadepost daarom toewijzen.
6. Huishoudelijke hulp.
Het hof is van oordeel dat de raadsman voornoemde schadepost ad € 68,00 niet heeft weersproken dan wel onvoldoende gemotiveerd heeft betwist. Het hof zal het gevorderde bedrag onder deze schadepost daarom toewijzen.
Het hof zal de schadeposten 7, 8 en 9 gezamenlijk bespreken.
7. Verlies aan zelfwerkzaamheid.
De benadeelde partij heeft een bedrag ad € 51,19 gevorderd in verband met verlies aan zelfwerkzaamheid.
8. Verlies aan verdienvermogen in de hoedanigheid van uitzendkracht.
De benadeelde partij heeft een bedrag ad € 852,17 gevorderd in verband met verlies aan verdienvermogen in de hoedanigheid van uitzendkracht.
9. Verlies aan verdienvermogen in hoedanigheid van zelfstandige.
De benadeelde partij heeft een bedrag ad € 7.499,33 gevorderd in verband met verlies aan verdienvermogen in de hoedanigheid van zelfstandige.
De raadsman heeft de schadeposten 7, 8 en 9 betwist. Het hof acht de door de benadeelde partij gemaakte kosten echter voldoende onderbouwd.
Het hof zal de gevorderde schade onder de nummers 7, 8 en 9 daarom -naar redelijkheid en billijkheid- als rechtstreeks gevolg van het bewezenverklaarde gedeeltelijk toewijzen tot een bedrag van respectievelijk € 51,19, € 852,17 en
€ 5.000,00. Voor het overige is het hof ten aanzien van de onder 9 gevorderde schade van oordeel dat de behandeling van dit deel van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. In zoverre kan de benadeelde partij daarom thans in de vordering niet worden ontvangen en kan de vordering slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
10. Smartengeld.
De benadeelde partij heeft een bedrag ad € 50.000,- aan smartengeld gevorderd.
Het hof is van oordeel dat aan de benadeelde partij door het bewezenverklaarde strafbare feit rechtstreeks nadeel is toegebracht dat niet bestaat in vermogensschade.
Het hof is gebleken dat het geweldsmisdrijf een zeer grote impact heeft gehad op het leven van de benadeelde partij [slachtoffer]. Zo heeft hij ernstig en blijvend fysiek letsel opgelopen. Ten gevolge van het tegen hem gebruikte geweld is zijn milt afgestorven en daardoor is zijn immuunsysteem blijvend aangetast. Sinds het geweldsmisdrijf heeft [slachtoffer] niet meer kunnen deelnemen aan het arbeidsproces. Ook op psychisch vlak kampt hij met problemen. Zo heeft [slachtoffer] concentratieproblemen en heeft hij last van vergeetachtigheid. Voorts is hij veranderd in een wantrouwend persoon.
Dit alles is toe te rekenen aan het handelen van verdachte. Het hof is van oordeel dat aan de wettelijke vereisten voor toekenning van een bedrag ter vergoeding van immateriële schade, waaronder de eisen genoemd in artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek, is voldaan. Gelet op de aard en de ernst van het letsel, de omstandigheid dat dit letsel van blijvende aard is en de psychische problemen waar [slachtoffer] nog steeds onder te lijden heeft, acht het hof het volledige gevorderde bedrag aan smartengeld ad € 50.000,00 als voorschot toewijsbaar.
Toewijsbaar is een bedrag van in totaal € 60.253,51, opgebouwd als volgt:
Bedrag (€) | |
1 | 1.155,75 |
2 | 910,78 |
3 | 651,30 |
4 | 339,32 |
5 | 1.225,00 |
6 | 68,00 |
7 | 51,19 |
8 | 852,17 |
9 | 5.000,00 |
10 | 50.000,00 |
Totaal | 60.253,51 |
De gevorderde wettelijke rente is toewijsbaar over de materiële schade ad € 10.253,51 vanaf 24 februari 2013 en over de immateriële schade ad € 50.000,- vanaf 21 juli 2012.
Verdachte is niet langer tot vergoeding gehouden indien en voor zover het gevorderde door haar mededader(s) is of wordt voldaan.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze. Gelet op de aan verdachte op te leggen langdurige vrijheidsstraf ziet het hof termen om de vervangende hechtenis op één dag te stellen. Het hof ziet -anders dan de advocaat van de benadeelde partij- geen aanleiding om de schadevergoedingsmaatregel op te leggen voor een hoger bedrag dan de gevorderde schade.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 36f, 45, 47 en 287 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het eerste, derde, vierde, vijfde, zesde en zevende cumulatief/alternatief ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het tweede cumulatief/alternatief ten laste gelegde feit heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 42 (tweeënveertig) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer] ter zake van het bewezen verklaarde tot het bedrag van € 60.253,51 bestaande uit € 10.253,51 materiële schade en € 50.000,00 immateriële schade en veroordeelt de verdachte die, evenals haar mededaders, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de een of meer anderen daarvan in zoverre zullen zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Verklaart de benadeelde partij in de vordering voor het overige niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Bepaalt dat voormeld toegewezen bedrag aan materiële schadevergoeding vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 24 februari 2013 tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt dat voormeld toegewezen bedrag aan immateriële schadevergoeding vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 21 juli 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer], ter zake van het bewezen verklaarde een bedrag te betalen van
€ 60.253,51 bestaande uit € 10.253,51 materiële schade en € 50.000,00 immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 1 (één) dag hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat de verplichting tot betaling van schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer voor de verdachte komt te vervallen indien en voor zover mededaders hebben voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer.
Bepaalt dat voormelde betalingsverplichting ter zake van de materiële schade vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 24 februari 2013 tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt dat voormelde betalingsverplichting ter zake van de immateriële schade vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 21 juli 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan haar verplichting tot betaling aan de Staat daarmee haar verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan haar verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee haar verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Bepaalt dat indien en voor zover de mededaders van de verdachte voormeld bedrag hebben betaald, verdachte in zoverre is bevrijd van voornoemde verplichtingen tot betaling aan de benadeelde partij of aan de Staat.
Wijst af het verzoek van de advocaat-generaal strekkende tot onmiddellijke opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis.
Aldus gewezen door
mr. J.A.W. Lensing, voorzitter,
mr. M.L.H.E. Roessingh-Bakels en mr. A. van Waarden, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. R. Jansen, griffier,
en op 8 mei 2015 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Voetnoten
Voetnoten Uitspraak 08‑05‑2015
“Ik wist niet waar hij heen was gegaan. (…) Ik heb niet gevraagd wat ze met [slachtoffer] gingen doen toen hij naar de auto werd gebracht”.
Zie: HR 2 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3474.
Vgl. HR 14 april 2015, ECLI:NL:HR:2015:928.