Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/689 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 wat betreft regels voor bewaking, uitroeiingsprogramma's en de ziektevrije status voor bepaalde in de lijst opgenomen ziekten en nieuwe ziekten
Artikel 9 Gevalsdefinitie
Geldend
Geldend vanaf 23-06-2020
- Bronpublicatie:
17-12-2019, PbEU 2020, L 174 (uitgifte: 03-06-2020, regelingnummer: 2020/689)
- Inwerkingtreding
23-06-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-12-2019, PbEU 2020, L 174 (uitgifte: 03-06-2020, regelingnummer: 2020/689)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Dierenrecht / Veterinair recht
Dierenrecht / Veehouderij
Dierenrecht / Dierenwelzijn
1.
De bevoegde autoriteit deelt een dier of een groep dieren als vermoedelijk geval van een in de lijst opgenomen ziekte of een nieuwe ziekte in wanneer:
- a)
uit klinisch, post-mortem- of laboratoriumonderzoeken blijkt dat een of meer klinische tekenen of post-mortemlaesies of histologische bevindingen op die ziekte wijzen;
- b)
een of meer resultaten van een diagnostische methode op de waarschijnlijke aanwezigheid van de ziekte in een monster van een dier of een groep dieren wijzen, of
- c)
er een epidemiologisch verband met een bevestigd geval is vastgesteld.
2.
De bevoegde autoriteit deelt een dier of een groep dieren als bevestigd geval van een in de lijst opgenomen ziekte of een nieuwe ziekte in wanneer:
- a)
de ziekteverwekker, vaccinstammen uitgezonderd, is geïsoleerd in een monster van een dier of een groep dieren;
- b)
een antigeen of nucleïnezuur dat specifiek is voor de ziekteverwekker en niet het gevolg is van vaccinatie, is aangetroffen in een monster van een dier of een groep dieren waarbij klinische symptomen die bij de ziekte passen of een epidemiologisch verband met een vermoedelijk of bevestigd geval zijn vastgesteld, of
- c)
een positief resultaat van een indirecte diagnostische methode dat niet het gevolg is van vaccinatie, is verkregen in een monster van een dier of een groep dieren waarbij klinische symptomen die bij de ziekte passen of een epidemiologisch verband met een vermoedelijk of bevestigd geval zijn vastgesteld.
3.
De ziektespecifieke definities van een vermoedelijk geval en een bevestigd geval van in de lijst opgenomen ziekten zijn voor landdieren vastgesteld in bijlage I en voor waterdieren telkens in afdeling 5, punt 3, van de hoofdstukken 1 tot en met 6 van bijlage VI, deel II.
4.
Bij het ontbreken van ziektespecifieke definities zoals bedoeld in lid 3 zijn de criteria van de leden 1 en 2 van toepassing op de definities van een vermoedelijk geval en een bevestigd geval van in de lijst opgenomen ziekten en, in voorkomend geval, van nieuwe ziekten.