Einde inhoudsopgave
Renteaftrekbeperkingen in de VPB (FM nr. 119) 2006/2.3.3
2.3.3 Het onderscheid tussen eigen en vreemd vermogen
Dr. J. van Strien, datum 20-10-2006
- Datum
20-10-2006
- Auteur
Dr. J. van Strien
- JCDI
JCDI:ADS585150:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vennootschapsbelasting (V)
Ondernemingsrecht / Jaarrekeningenrecht
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
Dividendbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
Voetnoten
Voetnoten
De Algemene Vergadering van Aandeelhouders (verder AVA) heeft overigens geen directe zeggenschap op een terrein dat is voorbehouden aan het bestuur of aan andere organen; Forum Bank arrest, HR 21 januari 1955, NJ 1959/43.
Overigens ontbreekt het de reguliere particuliere aandeelhouder van een beursgenoteerde onderneming in de regel aan feitelijk materiële zeggenschap. Deze verschaffer van eigen vermogen kan eerder worden gezien als belegger dan als eigenaar. Op het gebied van de zeggenschap bestaat er dan nog wel formeel een verschil met een belegger die vreemd vermogen verschaft, maar materieel bestaat er tussen deze twee beleggers nauwelijks verschil.
Zie art. 7A:1800 BW.
Zie art. 2:105/216 BW.
Ook verschaffers van vreemd (niet-ondernemend) vermogen lopen overigens (enig) risico, aangezien het denkbaar is dat er bij een faillissement onvoldoende baten zijn om alle schuldeisers (volledig) terug te betalen.
Overigens zijn niet altijd alle aandeelhouders gerechtigd tot het liquidatieoverschot.
Hierbij dient de crediteur wel de belangen van de medecrediteuren in het oog te houden. (HR 28 juni 1957, NJ 1957/514 en HR 20 maart 1959, NJ 1959/581 Erba-arresten).
Voor het fiscale recht is het onderscheid tussen eigen vermogen en vreemd vermogen van eminent belang. Vreemd vermogen en eigen vermogen worden namelijk verschillend behandeld. Ook in het civiele recht is het belangrijk verschaffers van eigen vermogen en verschaffers van vreemd vermogen te onderscheiden. Aan een vordering op een vennootschap zijn namelijk andere rechten verbonden dan aan een aandeel in een vennootschap. Eigen vermogen onderscheidt zich in beginsel van vreemd vermogen op de volgende vier punten:
eigendom en zeggenschap;
tijdsduur vermogensoverdracht;
vergoeding; en
risico voor het ter beschikking gestelde vermogen.
Ad 1: Eigendom en zeggenschap
Een aandeel in een vennootschap representeert in wezen de eigendom van een (ondeelbaar) stuk van de onderneming en/of de bezittingen van de vennootschap. Daarentegen wordt de verstrekker van een schuldvordering geen eigenaar van de vennootschap. Door dit verschil zijn aan een aandeel andere rechten verbonden dan aan een vordering. Hierbij valt onder meer te denken aan de zeggenschap over het bestuur en de leiding van de onderneming1, statutenwijziging en ontbinding. De verstrekker van vreemd vermogen heeft dergelijke zeggenschap (in beginsel) niet.2
Ad 2: Tijdsduur vermogensoverdracht
Het tweede verschil tussen eigen en vreemd vermogen is de termijn van het ter beschikking stellen van het vermogen. Bij eigen vermogen heeft de vermogensoverdracht veelal een permanent karakter en is geen sprake van een terugbetalingsverplichting van het ter beschikking gestelde vermogen. Bij vreemd vermogen verplicht de vennootschap zich daarentegen het geleende in gelijke hoeveelheid en hoedanigheid op een bepaalde tijd terug te geven.3 Bij vreemd vermogen vindt in tegenstelling tot eigen vermogen in beginsel dus wel een terugbetaling plaats. Wanneer de terugbetaling plaatsvindt, is afhankelijk van wat de partijen met elkaar zijn overeengekomen. Ook de aflossingsstructuur is afhankelijk van de wil van beide partijen. Er kan sprake zijn van een terugbetaling ineens op een vooraf vastgesteld tijdstip. Dit is de zogeheten bulletlening. Omdat de financieringsbehoefte van een vennootschap doorgaans niet zo abrupt eindigt, bestaan er ook meer geleidelijke aflossingsstructuren. Hierbij valt te denken aan de aflossing in termijnen en de aflossing via annuïteiten. Ook is het mogelijk dat crediteur en debiteur afspreken dat de debiteur vervroegd mag aflossen. Verder bestaan er ook leningen met een heel lange looptijd: de perpetuele leningen. Hoewel de naam anders doet vermoeden, is het niet zo dat perpetuele leningen nooit worden afgelost. Het betekent slechts dat zo’n lening geen bepaalde looptijd heeft en slechts opeisbaar is in bepaalde situaties, zoals de liquidatie van de schuldenaar. Onder perpetuele leningen worden ook wel leningen met een heel lange looptijd begrepen, bijvoorbeeld een looptijd van honderd jaar. Ten slotte valt te denken aan een rekening-courantverhouding. Een voorbeeld hiervan is de situatie waarin een vennootschap bij een groepsvennootschap bedragen kan opnemen tot een bepaald maximumbedrag en indien gewenst weer kan aflossen.
Ad 3: Vergoeding
Een volgend verschil tussen eigen vermogen en vreemd vermogen is de vergoeding die wordt ontvangen voor de ter beschikkingstelling ervan. Verschaffers van eigen vermogen ontvangen hun beloning in de vorm van dividend, terwijl verschaffers van vreemd vermogen een rentevergoeding ontvangen. Dividend kan in twee vormen worden uitgekeerd, in de vorm van contanten (cashdividend) en in de vorm van aandelen (stockdividend). Een combinatie van beide is natuurlijk ook mogelijk. De hoogte van het dividend is afhankelijk van het resultaat dat door de vennootschap is behaald in een bepaalde periode. Bij tegenvallende resultaten kan de leiding van de vennootschap aan de aandeelhouders voorstellen om af te zien van dividend. Dividend mag ook niet te allen tijden worden uitgekeerd. Een vennootschap mag alleen winst uitkeren, indien en voor zover haar eigen vermogen groter is dan het gestorte en opgevraagde deel van het kapitaal, vermeerderd met de reserves die moeten worden aangehouden krachtens de wet of de statuten.4 Om redenen van inkomstenbelastingtechnische aard zien directeuren-grootaandeelhouders soms ook af van dividend, terwijl daar geen aanleiding toe is op grond van het behaalde resultaat.
De interestvergoeding die de verschaffers van vreemd vermogen ontvangen, bedraagt veelal een vast, vooraf overeengekomen percentage van de nominale hoofdsom van de lening. Deze is verschuldigd op een vooraf overeengekomen tijdstip (maandelijks, per kwartaal of (half)jaarlijks) en is daarmee in beginsel onafhankelijk van de winst. Het interestpercentage kan bijvoorbeeld ook worden gekoppeld aan ontwikkelingen van de marktrente (vergelijk LIBOR of EURIBOR). Partijen kunnen ook afspreken dat de interestvergoeding (deels) afhankelijk is van de winst van de debiteur. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om af te spreken dat (een deel van) de vergoeding bestaat uit een recht om de vordering (al dan niet met bijbetaling of terugbetaling) na of binnen een bepaalde periode om te wisselen in aandelen, zoals bij de converteerbare obligatielening. Bij deze leningen neemt de crediteur doorgaans genoegen met een lager rentepercentage, in ruil voor het recht op termijn aandelen te verkrijgen.
Ad 4: Risico voor het ter beschikking gestelde vermogen
Eigen vermogen wordt wel aangeduid als risicodragend/ondernemend vermogen. Naast risico ten aanzien van de vergoeding bestaat er een risico ten aanzien van de terugbetaling. Bij een faillissement worden namelijk eerst de verschaffers van vreemd vermogen terugbetaald, in wettelijke volgorde van hun preferentie.5 Pas nadat de schuldeisers volledig zijn voldaan, komt uitkering aan de aandeelhouders aan de orde. In geval van een overschot bij liquidatie is het onderscheid tussen eigen en vreemd vermogen ook van belang. Dit overschot komt namelijk toe aan de aandeelhouders en niet aan de verschaffers van vreemd vermogen.6 Crediteuren hebben in de regel namelijk slechts recht op de terugbetaling van de door hen uitgeleende hoofdsom (inclusief rente). Het verschil in risico wordt ook geïllustreerd door het feit dat de verschaffers van vreemd vermogen de mogelijkheid hebben om bij de vermogensverschaffing zekerheid te eisen, zoals een pandrecht en een hypotheekrecht.7 Indien de vennootschap zijn verplichtingen niet nakomt, kan de crediteur deze zekerheden effectueren. Het karakter van eigen vermogen brengt met zich dat verschaffers van eigen vermogen dergelijke zekerheden niet kunnen stellen.