Einde inhoudsopgave
Richtsnoeren 2014/C 99/03 voor staatssteun aan luchthavens en luchtvaartmaatschappijen
3.2 Het gebruik van staatsmiddelen en de toerekenbaarheid aan de Staat
Geldend
Geldend vanaf 04-04-2014
- Redactionele toelichting
De datum van afkondiging is de datum van het Publicatieblad.
- Bronpublicatie:
04-04-2014, PbEU 2014, C 99 (uitgifte: 04-04-2014, regelingnummer: 2014/C 99/03)
- Inwerkingtreding
04-04-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-04-2014, PbEU 2014, C 99 (uitgifte: 04-04-2014, regelingnummer: 2014/C 99/03)
- Vakgebied(en)
Mededingingsrecht / EU-mededingingsrecht
Vervoersrecht / Luchtvervoer
Staatssteun (V)
38
De overdracht van staatsmiddelen kan vele vormen aannemen, zoals rechtstreekse subsidies, belastingverlagingen (1), zachte leningen of andere soorten gunstige financieringsvoorwaarden. Van staatsmiddelen zal ook sprake zijn indien de Staat een voordeel verschaft in natura of in de vorm van gesubsidieerde diensten (2), zoals luchthavendiensten. Staatsmiddelen kunnen worden ingezet (3) op nationaal, regionaal of lokaal niveau. Ook bij financiering uit fondsen van de Unie zal er van staatsmiddelen sprake zijn wanneer de toekenning van de middelen uit die fondsen ter discretie van een lidstaat staat (4).
39
Het Hof van Justitie heeft echter ook geoordeeld dat, zelfs indien de Staat de mogelijkheid heeft een overheidsbedrijf te controleren en een dominerende invloed op de activiteiten ervan uit te oefenen, dit niet automatisch het vermoeden rechtvaardigt dat deze controle in een concreet geval ook metterdaad wordt uitgeoefend (5). Daarom moet verder worden onderzocht of de door overheidsbedrijven verleende maatregelen aan de Staat toe te rekenen zijn. Het Hof van Justitie heeft aangegeven dat de toerekenbaarheid aan de Staat van een door een overheidsbedrijf verleende maatregel kan worden afgeleid uit een samenstel van aanwijzingen die blijken uit de omstandigheden van de zaak en de context waarin deze maatregel is genomen (6).
40
Tegen die achtergrond vormen de middelen van een luchthaven in overheidshanden overheidsmiddelen. Bijgevolg is het mogelijk dat een luchthaven in overheidshanden steun verleent aan een luchtvaartmaatschappij die de luchthaven gebruikt, wanneer het besluit tot toekenning van de maatregel aan de Staat valt toe te rekenen en de overige voorwaarden van artikel 107, lid 1, van het Verdrag zijn vervuld. Voorts heeft het Hof van Justitie verklaard dat de vraag of een maatregel rechtstreeks door de Staat wordt verleend dan wel door van overheidswege ingestelde of aangewezen publiek- of privaatrechtelijke beheersorganen, niet ter zake doet om deze als staatssteun aan te merken (7).
Voetnoten
Zie besluit van de Commissie van 24 oktober 2006 betreffende steunmaatregel N 324/2006 — Frankrijk — Aide pour l'affrètement d'un ATR 72–500 par la compagnie aérienne Air Caraïbes (PB C 300 van 9.12.2006, blz. 10).
Zie arrest van 20 november 2003, zaak C-126/01, Ministère de l'Économie, des Finances et de l'Industrie / GEMO SA, Jurispr. 2003, blz. I-13769, punt 29.
Middelen van een overheidsbedrijf zijn staatsmiddelen in de zin van artikel 107, lid 1, van het Verdrag omdat de overheid zeggenschap over die middelen uitoefent; zie arrest van 16 mei 2002, zaak C-482/99, Frankrijk/Commissie (‘Stardust Marine’), Jurispr. 2002, blz. I-4397.
Het Hof van Justitie heeft bevestigd dat wanneer financiële middelen constant onder openbaar toezicht, en daarmee ter beschikking van de bevoegde nationale autoriteiten staan, dit volstaat om ze als staatsmiddelen aan te merken; zie arrest van 16 mei 2000, zaak C-83/98 P, Frankrijk / Ladbroke Racing Ltd en Commissie, Jurispr. 2000, blz. I-3271, punt 50.
Zie arrest-Stardust Marine, reeds aangehaald, punt 52.
Zie arrest-Stardust Marine, reeds aangehaald, punten 55 en 56.
Arrest van 22 maart 1977, zaak 78/76, Firma Steinike & Weinlig / Duitsland, Jurispr. 1977, blz. 595, punt 21.