De exhibitieplicht
Einde inhoudsopgave
De exhibitieplicht (BPP nr. X) 2010/12.4.4:12.4.4 Mogelijkheid om een nieuwe vordering of verzoek in dezelfde instantie in te dienen
De exhibitieplicht (BPP nr. X) 2010/12.4.4
12.4.4 Mogelijkheid om een nieuwe vordering of verzoek in dezelfde instantie in te dienen
Documentgegevens:
mr. J. Ekelmans, datum 02-12-2010
- Datum
02-12-2010
- Auteur
mr. J. Ekelmans
- JCDI
JCDI:ADS377097:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Rb. Amsterdam 3 oktober 2007, HA ZA 06-790, r.o. 2.8 (X c.s./Y c.s.).
Rb. Zuthpen 11 juni 2008, LJN BD7231, r.o. 3.3 (Meat Provider/Pluimveeverwerkende Industrie c.s.).
Vgl. Rb. Rotterdam 9 september 2009, LJN BJ8977 r.o. 4.2 (X c.s./Banque Artesia)
HR 13 september 1996, NJ 1996, 731, r.o. 3.4 (Van der Woude/Nedlloyd).
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Wanneer in een bodemprocedure - dagvaarding of verzoekschrift - een verzoek tot verstrekken van bescheiden is beoordeeld, kan de vraag opkomen, of in dezelfde instantie vervolgens een gelijk of andersluidend verzoek tot verstrekken van bescheiden gedaan kan worden.
Voor de hand ligt, dat een procespartij een eerder afgewezen verzoek tot verstrekking van bescheiden niet opnieuw ter beoordeling kan voorleggen: wie een hernieuwde beoordeling wil, zal een rechtsmiddel moeten aanwenden,1 tenzij gerechtvaardigd is dat op een bindende eindbeslissing wordt teruggekomen.2 Zo'n hernieuwde beoordeling kan bijvoorbeeld op zijn plaats zijn, wanneer een eerder verzoek is afgewezen, omdat een bewijsthema te vroeg aan de orde was gesteld, of omdat nieuwe feiten beschikbaar zijn gekomen die een ander licht op de eerdere afwijzing werpen.
Een andere situatie doet zich voor, wanneer in een latere fase van de procedure een niet eerder ingediend verzoek tot verstrekking van bescheiden wordt ingediend, bijvoorbeeld omdat een bewijsthema dat eerder nog geen aandacht kreeg in een latere fase van de procedure aandacht vraagt. In dat geval ligt een meer lankmoedige beoordeling voor de hand.
Minder voor de hand ligt die lankmoedigheid, wanneer een bewijsthema wel al aan de orde is geweest, maar in een eerdere fase slechts getuigenbewijs is geleverd en in een latere fase alsnog ook bewijs door bescheiden wordt aangebo-den.3 Voor die situatie kan aansluiting gezocht worden bij de rechtspraak van de Hoge Raad over heropening van een reeds afgesloten getuigenverhoor. Voor die situatie heeft de Hoge Raad overwogen dat het weliswaar in zijn algemeenheid aanbeveling verdient dat alle getuigen van wie redelijkerwijs te verwachten valt dat zij aan het bewijs kunnen bijdragen tijdig worden voorgebracht, maar dat het belang van de waarheidsvinding in rechte met zich kan brengen dat na sluiten van het verhoor toch nog getuigen worden voorgebracht. Daarvoor is, aldus de Hoge Raad, slechts geen ruimte, wanneer de eisen van een goede procesorde zich daar, mede gelet op het belang van een voortvarende procesvoering, tegen verzetten.4