Rb. Rotterdam, 09-09-2009, nr. 100636 / HA ZA 98-1908
ECLI:NL:RBROT:2009:BJ8977
- Instantie
Rechtbank Rotterdam
- Datum
09-09-2009
- Zaaknummer
100636 / HA ZA 98-1908
- LJN
BJ8977
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBROT:2009:BJ8977, Uitspraak, Rechtbank Rotterdam, 09‑09‑2009; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
Uitspraak 09‑09‑2009
Inhoudsindicatie
Incident: vordering ex artikel 843a Rv in strijd met de eisen van een goede procesorde.
Partij(en)
RECHTBANK ROTTERDAM
Sector civiel recht
Zaak-/rolnummer: 100636 / HA ZA 98-1908
Uitspraak: 9 september 2009
VONNIS van de enkelvoudige kamer in de zaak van:
1. [eiser sub 1],
wonende te [woonplaats],
2. [eiseres sub 2],
wonende te [woonplaats],
3. [eiseres sub 3],
gevestigd te Rotterdam,
eisers in het incident,
gedaagden in conventie, eisers in reconventie, in de hoofdzaak,
advocaat mr. P.W.M. Steenbergen,
- tegen -
de naamloze vennootschap
BANQUE ARTESIA NEDERLAND N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
verweerster in het incident,
eiseres in conventie, verweerster in reconventie, in de hoofdzaak,
advocaat mr. H.E. Schweers.
Partijen blijven hierna aangeduid als: [eiser sub 1], [eiseres sub 2], [eiseres sub 3] (gezamenlijk: [eisers]) en de Bank.
1. Het verdere verloop van het geding
1.1
De rechtbank heeft kennisgenomen van de volgende stukken:
- -
het tussenvonnis van deze rechtbank d.d. 9 januari 2008 en de daaraan ten grondslag liggende proces¬stukken;
- -
de na 9 januari 2008 ingekomen correspondentie van beide partijen;
- -
de akte verzoek tot verschaffing van inzage in bescheiden onder beslag ex artikel 843a Rv aan door recht-bank benoemde deskundigen, aan de zijde van [eisers], met producties;
- -
de antwoordakte ex artikel 843a Rv, aan de zijde van de Bank, met producties.
1.2
De rechtbank vat het door [eisers] gedane verzoek ex artikel 843a Rv op als een incidentele vorde-ring. De Bank wordt hierdoor niet in haar processuele belangen geschaad, nu de Bank blijkens haar antwoordak-te er vanuit gaat dat [eisers] bedoeld hebben een dergelijke vordering in te stellen.
2. De vaststaande feiten in het incident
In het incident staan de navolgende feiten vast:
2.1
[eisers] hebben ter verzekering van hun rechtspositie in de hoofdzaak op 20 februari 2007 en op 6 maart 2007 ten laste van de Bank (in de beslagstukken abusievelijk aangeduid als Banque Artesia N.V.) conser-vatoir beslag doen leggen op bij akte d.d. 1 april 2009 door [eisers] nader omschreven stukken (hierna: de beslagen stukken).
2.2
Afschriften van de beslagen stukken bevinden zich in gerechtelijke bewaring.
3. Het geschil in het incident
3.1
De vordering luidt - zakelijk weergegeven - om:
- a.
te bepalen dat de beslagen stukken, zoals die zich in kopie in gerechtelijke bewaring bevinden, ter inzage dan wel ter beschikking van de deskundigen worden gesteld, en dat [eiser sub 1] en [persoon 1] in de gelegenheid worden gesteld, al dan niet in aanwezigheid van de deskundigen, een medewerker van de Bank en/of de raadslieden van partijen, kennis te nemen van die stukken, teneinde de deskundigen over de betekenis van de afzonderlijke stukken te kunnen adviseren;
- b.
de Bank te bevelen aan de deskundigen ter beschikking te stellen (kopieën van), althans hen inzage te ver-schaffen in:
- -
alle interne bancaire instructies en memo’s aan medewerkers op schrift, althans opgeslagen op een ge-gevensdrager of in een computer(server), betreffende opdrachten van [eisers] en betreffende de trading-stop, beperkt tot de periode juli 1997-mei 1998;
- -
alle geluidsopnames en/of vastleggingen op gegevensdragers of in een computer (server) van telefoon-gesprekken tussen [eisers] en de Bank, beperkt tot de periode juli 1997-mei 1998;
- -
alle registraties van de transacties en posities van [eisers] in systeem Lobs en/of andere registra-tiesystemen van de Bank, beperkt tot de periode juli 1997-mei 1998;
- -
alle liquidatielijsten betreffende [eisers] en hun portefeuille over de periode juli 1997-mei 1998;
- -
een overzicht van de door de Bank aan [eisers] in rekening gebrachte, althans met hun porte-feuille verrekende, kosten over de periode juli 1997-mei 1998,
alsmede bekend te maken de exacte locaties van haar archieven en aan te geven welke relevante documen-ten en audiotapes en/of gegevensdragers zich daarin bevinden.
3.2
De Bank heeft de incidentele vordering gemotiveerd betwist en geconcludeerd tot afwijzing daarvan, zulks met veroordeling van [eisers] in de kosten van het incident.
4. De beoordeling
in het incident
4.1
Bij tussenvonnis van 22 januari 2003 is [eisers] (onder meer) opgedragen te bewijzen dat zij na de instelling van de trading-stop (op 12 januari 1998) schadebeperkende opdrachten die geen verhoging van het risicoprofiel tot gevolg hadden, aan de Bank hebben gegeven en dat de Bank die opdrachten heeft geweigerd. Bij tussenvonnis van 12 juli 2006 is het door [eisers] geleverde bewijs geëvalueerd. Dit heeft er uitein-delijk in het tussenvonnis van 9 januari 2008 toe geleid dat deskundigen benoemd zijn om de rechtbank voor te lichten ten aanzien van drie specifieke en in bedoeld tussenvonnis nader omschreven door [eisers] aan de Bank verstrekte opdrachten.
4.2
Met de in dit incident gevorderde inzage in stukken beogen [eisers] in essentie aan te tonen dat zij meer opdrachten dan de hiervoor bedoelde drie opdrachten aan de Bank hebben gegeven. Naar het oordeel van de rechtbank voert dit, gelet op het stadium waarin de hoofdprocedure zich thans bevindt, te ver. [eisers] zijn na het tussenvonnis van 22 januari 2003 in de gelegenheid gesteld om op dit punt bewijs te leveren. Het is in strijd met de eisen van een goede procesorde om enkele jaren later langs de band van een artikel 843a Rv ver-zoek de bewijsvoering te heropenen.
4.3
Voor zover [eisers] met hun vordering andere doeleinden nastreven dan het alsnog leveren van het hiervoor bedoelde bewijs, geldt dat zij hebben nagelaten om concreet aan te geven wat zij met de gevorderde inzage verder nog beogen en om inzichtelijk te maken wat hun belang hierbij is.
4.4
De incidentele vordering van [eisers] zal dan ook worden afgewezen. De uitspraak over de kosten zal worden gereserveerd tot de einduitspraak in de hoofdzaak.
in de hoofdzaak
4.5
In de hoofdzaak zal de procedure naar de parkeerrol worden verwezen in afwachting van het deskundigen-rapport. De rechtbank houdt iedere verdere beslissing aan.
5. De beslissing
De rechtbank,
in het incident
- -
wijst de vordering van [eisers] af;
- -
reserveert de uitspraak over de kosten tot de einduitspraak in de hoofdzaak;
in de hoofdzaak
- -
verwijst de zaak naar de parkeerrol;
- -
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. N. Doorduijn.
Uitgesproken in het openbaar.
1734/1876