Smartengeld
Einde inhoudsopgave
Smartengeld 1998/2.5.5:2.5.5 Andere functies
Archief
Smartengeld 1998/2.5.5
2.5.5 Andere functies
Documentgegevens:
prof. mr. S.D. Lindenbergh, datum 21-06-1998
- Datum
21-06-1998
- Auteur
prof. mr. S.D. Lindenbergh
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
EV I, PG Bk 6, p. 388.
Schadevergoeding (Deurvorst), art. 106, aant. 6.
Bijv. omdat aan bewijs en begroting van die schade te hoge eisen worden gesteld (hetgeen volgens mij overigens nogal meevalt).
Zie over deze 'stoplapfunctie' ook in kritische zin Overeem 1979, p. 67 en Van Wassenaer van Catwijck in zijn noot onder Hof Amsterdam 27 juni 1991, VR 1991, 142.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Naast de drie besproken begrippen compensatie, genoegdoening en preventie worden soms aan het smartengeld nog wel andere functies toegedacht. Zo is tijdens de parlementaire behandeling van artikel 6:106 gezegd dat het artikel er soms toe zal kunnen leiden dat, in gevallen waarin vermogensschade moeilijk aan te tonen valt, toch tot een redelijke vergoeding kan worden gekomen.1 In de literatuur is deze gedachte wel aangeduid als de 'stoplapfunctie'.2 Hoewel het recht op vergoeding van immateriële schade die rol in feite wel kan vervullen, mag deze gedachte niet worden opgevat als leidraad voor de vormgeving van dat recht op vergoeding. Is er aanleiding om aan te nemen dat de vergoeding van vermogensschade onbevredigend werkt of tekortschiet,3 dan ligt het in de rede op dat terrein tot een bevredigender regeling te komen.4 Dat de mogelijkheid van vergoeding van immateriële schade de facto het 'tekort kan opvullen' doet daaraan niet af.