Einde inhoudsopgave
Verzamelbesluit aanmerkelijk belang inkomstenbelasting 2018
5.4.4 Doorschuiven bij schenking; toepassing van de 36-maandseis
Geldend
Geldend vanaf 19-03-2024
- Bronpublicatie:
14-03-2024, Stcrt. 2024, 7703 (uitgifte: 18-03-2024, regelingnummer: 2023-16550)
- Inwerkingtreding
19-03-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-03-2024, Stcrt. 2024, 7703 (uitgifte: 18-03-2024, regelingnummer: 2023-16550)
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Aanmerkelijk belang (box 2)
De wijze waarop de dienstbetrekkingeis in artikel 4.17c, eerste lid, onderdeel d, van de Wet IB 2001 is verwoord, betekent dat de beoogde bedrijfsopvolger gedurende de 36 maanden die onmiddellijk voorafgaan aan het tijdstip van vervreemding in dienstbetrekking moet zijn geweest bij de vennootschap waarop de aandelen betrekking hebben. Hiermee wordt invulling gegeven aan de gewenste duurzame betrokkenheid van de verkrijger bij de onderneming die wordt overgedragen.
Goedkeuring
- a.
Opvolgende dienstverbanden of deelname in samenwerkingsverband
Voor de bepaling van de dienstbetrekkingeis worden bij elkaar geteld de perioden dat een verkrijger direct achtereenvolgens:
- −
in dienstbetrekking is geweest bij de vennootschap waarvan de aandelen worden geschonken;
- −
in dienstbetrekking is geweest bij een werkmaatschappij zoals bedoeld in artikel 26d URIB;
- −
heeft deelgenomen in een samenwerkingsverband zoals bedoeld in onderdeel 5.4.3.;
- −
in dienstbetrekking is geweest bij de onderneming zoals bedoeld in onderdeel 5.4.3a.;
- −
in dienstbetrekking is geweest bij vennootschap A zoals bedoeld in onderdeel 5.4.3b.;
- −
in dienstbetrekking is geweest bij de splitsende vennootschap zoals bedoeld in onderdeel 5.4.3c.;
- −
werkzaamheden heeft verricht zoals bedoeld in onderdeel 5.4.5.
- b.Onderbreking dienstbetrekking
Het kan voorkomen dat de verkrijger van de aandelen in verband met een onderbreking van de dienstbetrekking bijvoorbeeld vanwege een sabbatical, niet voldoet aan hierboven genoemde dienstbetrekkingeis. Onder bijzondere omstandigheden ben ik bereid ervan uit te gaan dat geacht wordt te zijn voldaan aan de voorwaarden genoemd in artikel 4.17c, eerste lid, onderdeel d, van de Wet IB 2001. De hierna genoemde criteria spelen bij de beoordeling in onderlinge samenhang een rol:
- –
de duur van de onderbreking;
- –
de duur van de dienstbetrekking vóór de onderbreking;
- –
de duur van de dienstbetrekking na de onderbreking maar direct voorafgaand aan de vervreemding van de aandelen;
- –
de reden van de onderbreking.
Situaties die vergelijkbaar zijn met een sabbatical, kunnen worden voorgelegd aan Belastingdienst/ Corporate Dienst Vaktechniek/ Team Brieven en Beleidsbesluiten, Postbus 20201, 2500 EE Den Haag.