Einde inhoudsopgave
Pensioenwet
Artikel 176 Bestuurlijke boete
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2023
- Bronpublicatie:
03-06-2023, Stb. 2023, 216 (uitgifte: 30-06-2023, kamerstukken: 36067)
- Inwerkingtreding
01-07-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-06-2023, Stb. 2023, 218 (uitgifte: 30-06-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
1.
De toezichthouder kan een bestuurlijke boete opleggen ter zake van een overtreding van voorschriften, gesteld bij of krachtens de artikelen 10a, 10b, 10c, 10d, 10e, 17, 21, eerste lid, tweede lid, tweede volzin en vierde lid, 23, 25, 26, 28, 29, eerste lid, 29, zevende lid, voor zover het betreft de overeenkomstige toepassing van artikel 29, eerste lid, 34 tot en met 48, 48a, 48b, 48c, 49, 50, tweede en vierde lid, 51, 51a, 52, 52a, 52b, 58, 60, 61, 61a, 62, 63, 63b, artikel 66, vierde tot en met zesde, achtste en tiende lid, 67, tweede lid, 68, tweede lid, 69, vierde, vijfde en achtste lid, 70a, derde, vierde, vijfde en zevende lid, 71, eerste tot en met vijfde en zevende lid, 74, tweede en derde lid, 76, eerste tot en met vierde en zevende lid, 83, tweede en vierde lid, 84, tweede en vierde lid, 85, eerste lid, 86, eerste en tweede lid, 87, 91, 94, tweede lid, 96, 99 tot en met 107, artikel 111, 112, 112a, 112b, 113, 115, 115a, 115b, 115c, 115e, 115f, 115g, 115h, 116, 117, 120, eerste en tweede lid, 125, 129, 134, 135, 136, 137, 138, 139, 140, 143, 145, 146, 147, eerste tot en met derde, vijfde en zesde lid, 150, 150a, eerste en vijfde lid, 150g, tweede lid, 150i, 150j, 150k, 150l, derde en vierde lid, 150m, tweede tot en met achtste en tiende lid, 150p, derde tot en met zesde lid, 150q, tweede en vierde lid, 167, 169, 170, eerste tot en met vierde lid, 171, eerste lid, 172, vijfde lid, 194, 197, 199, 203, derde en vierde lid, 204 en van artikel 5:20, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.
2.
Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot de uitoefening van de bevoegdheid, bedoeld in het eerste lid.