Einde inhoudsopgave
Pensioenwet
Artikel 112a Vergunning en weerstandsvermogen algemeen pensioenfonds
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2016
- Bronpublicatie:
23-12-2015, Stb. 2015, 549 jo Stb. 2015, 550 (uitgifte: 30-12-2015, kamerstukken: 34320)
23-12-2015, Stb. 2015, 549 jo Stb. 2015, 550 (uitgifte: 30-12-2015, kamerstukken: 34117)
- Inwerkingtreding
01-01-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-12-2015, Stb. 2015, 551 (uitgifte: 30-12-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
1.
Het is verboden zonder een daartoe door de toezichthouder verleende vergunning in Nederland het bedrijf van een algemeen pensioenfonds uit te oefenen.
2.
De toezichthouder verleent op aanvraag een vergunning als bedoeld in het eerste lid indien de aanvrager zetel heeft in Nederland en aantoont dat zal worden voldaan aan:
- a.
het achtste lid en de artikelen 33 en 34;
- b.
een van de artikelen 100, 101 of 101a; en
- c.
de artikelen 102a, 103, derde of vierde lid, 104, 105, eerste lid, 106, 106a, 111 en 143.
3.
De aanvraag van de vergunning geschiedt onder opgave van bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen gegevens.
4.
Aan de vergunning kunnen voorschriften worden verbonden en beperkingen worden gesteld met het oog op de belangen die deze wet beoogt te beschermen.
5.
De toezichthouder kan de door hem verleende vergunning wijzigen of intrekken.
6.
De vergunning is persoonlijk en niet overdraagbaar.
7.
Een algemeen pensioenfonds meldt binnen drie maanden aan de toezichthouder:
- a.
dat gestart is met het gebruikmaken van de vergunning; en
- b.
het aanhouden van een nieuw afgescheiden vermogen.
Artikel 112, derde lid, is van overeenkomstige toepassing bij deze meldingen.
8.
Een algemeen pensioenfonds beschikt over voldoende weerstandsvermogen.
9.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld met betrekking tot dit artikel die onder meer betrekking hebben op de aanvraag, de procedure, de omstandigheden die kunnen leiden tot het wijzigen of intrekken van de vergunning en het weerstandsvermogen.