Einde inhoudsopgave
Pensioenwet
Artikel 111 Statuten
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2016
- Bronpublicatie:
23-12-2015, Stb. 2015, 549 (uitgifte: 30-12-2015, kamerstukken: 34117)
- Inwerkingtreding
01-01-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-12-2015, Stb. 2015, 551 (uitgifte: 30-12-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
1.
In de statuten van een pensioenfonds worden in ieder geval bepalingen opgenomen betreffende:
- a.
het doel van het pensioenfonds, waaronder een omschrijving van de werkingssfeer;
- b.
de bestemming van de middelen van het pensioenfonds;
- c.
het beheer van het pensioenfonds;
- d.
de inkomsten van het pensioenfonds;
- e.
de belegging van de gelden;
- f.
het bestuursmodel van het pensioenfonds, bedoeld in artikel 99;
- g.
de wijze waarop de bestuurders worden benoemd en ontslagen;
- h.
de wijze waarop het intern toezicht is georganiseerd;
- i.
de wijze waarop de leden van de raad van toezicht dan wel de visitatiecommissie worden benoemd en ontslagen;
- j.
de wijze waarop de leden van het verantwoordingsorgaan dan wel het belanghebbendenorgaan worden benoemd en ontslagen;
- k.
de wijziging van de statuten;
- l.
de liquidatie van het pensioenfonds, waaronder begrepen de verplichtingen van de liquidateuren en de bestemming van de bezittingen van het pensioenfonds; en
- m.
de toepassing van artikel 105, derde lid.
2.
De omschrijving van de werkingssfeer, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, vindt ten aanzien van een bedrijfstakpensioenfonds plaats door het omschrijven van de bedrijfsactiviteiten van de bedrijfstak.
3.
Een bedrijfstakpensioenfonds dat aan werkgevers de mogelijkheid biedt om zich vrijwillig aan te sluiten bepaalt in zijn statuten onder welke voorwaarden deze vrijwillige aansluiting mogelijk is.