Einde inhoudsopgave
Pensioenwet
Artikel 146 Jaarrekening en bestuursverslag
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2016
- Bronpublicatie:
30-09-2015, Stb. 2015, 549 jo Stb. 2015, 349 (uitgifte: 09-10-2015, kamerstukken: 34176)
23-12-2015, Stb. 2015, 549 jo Stb. 2015, 349 (uitgifte: 30-12-2015, kamerstukken: 34117)
- Inwerkingtreding
01-01-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-12-2015, Stb. 2015, 551 (uitgifte: 30-12-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
1.
Een pensioenfonds met zetel in Nederland stelt binnen zes maanden na afloop van het boekjaar de jaarrekening en het bestuursverslag overeenkomstig titel 9, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek vast, met dien verstande dat artikel 390 van genoemd wetboek niet van toepassing is en dat de in artikel 360, derde lid, 396 en 397 van genoemd wetboek geformuleerde uitzonderingen niet van toepassing zijn.
2.
Een algemeen pensioenfonds beschrijft ieder afgescheiden vermogen afzonderlijk in de jaarrekening en het bestuursverslag.