Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek Boek 2
Artikel 397 [Vrijstelling middelgrote vennootschappen]
Geldend
Geldend vanaf 13-03-2024
- Redactionele toelichting
Deze wijziging is van toepassing op jaarrekeningen, bestuursverslagen en afzonderlijke jaarlijkse verslagen die worden opgesteld over de boekjaren die zijn aangevangen op of na 01-01-2024 en kan worden toegepast op jaarrekeningen, bestuursverslagen en afzonderlijke jaarlijkse verslagen die worden opgesteld over de boekjaren die zijn aangevangen op of na 01-01-2023.
- Bronpublicatie:
05-03-2024, Stb. 2024, 52 (uitgifte: 12-03-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
13-03-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-03-2024, Stb. 2024, 52 (uitgifte: 12-03-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Jaarrekeningenrecht
1.
Behoudens artikel 396 gelden de leden 3 tot en met 7 voor een rechtspersoon die op twee opeenvolgende balansdata, zonder onderbreking nadien op twee opeenvolgende balansdata, heeft voldaan aan twee of drie van de volgende vereisten:
- a.
de waarde van de activa volgens de balans met toelichting, bedraagt, op de grondslag van verkrijgings- en vervaardigingsprijs, niet meer dan € 25 miljoen;
- b.
de netto-omzet over het boekjaar bedraagt niet meer dan € 50 miljoen;
- c.
het gemiddeld aantal werknemers over het boekjaar bedraagt minder dan 250.
2.
Voor de toepassing van lid 1 worden meegeteld de waarde van de activa, de netto-omzet en het getal der werknemers van groepsmaatschappijen, die in de consolidatie zouden moeten worden betrokken als de rechtspersoon een geconsolideerde jaarrekening zou moeten opmaken. Dit geldt niet, indien de rechtspersoon artikel 408 toepast.
3.
In de winst- en verliesrekening worden de posten genoemd in artikel 377 lid 3, onder a–d en g, onderscheidenlijk lid 4, onder a–c en f, samengetrokken tot een post bruto-bedrijfsresultaat; de rechtspersoon vermeldt in een verhoudingscijfer, in welke mate de netto-omzet ten opzichte van die van het vorige jaar is gestegen of gedaald.
4.
De artikelen 380 en 382a zijn niet van toepassing.
5.
Van de in afdeling 3 voorgeschreven opgaven behoeven in de openbaar gemaakte balans met toelichting slechts vermelding die welke voorkomen in de artikelen 364, 365 lid 1 onder a en d, 366, 367 onder a–d, 368 lid 2 onder a, 370 lid 1 onder b–d, 373, 374 leden 3 en 4, 375 lid 1 onder a, b, f en g en lid 3, alsmede 376 en de overlopende posten. De leden 2 van de artikelen 370 en 375 vinden toepassing zowel op het totaal van de vorderingen en schulden als op de posten uit lid 1 van die artikelen welke afzonderlijke vermelding behoeven. De openbaar te maken winst- en verliesrekening en de toelichting mogen worden beperkt overeenkomstig lid 3 en lid 4.
6.
De informatie die ingevolge artikel 381 lid 2 moet worden vermeld, wordt beperkt tot informatie over de aard en het zakelijk doel van de aldaar genoemde regelingen. Artikel 381 lid 3 is niet van toepassing, tenzij de rechtspersoon een naamloze vennootschap is, in welk geval de vermelding als bedoeld in artikel 381 lid 3 beperkt is tot transacties die direct of indirect zijn aangegaan tussen de vennootschap en haar voornaamste aandeelhouders en tussen de vennootschap en haar leden van het bestuur en van de raad van commissarissen.
7.
De gegevens, bedoeld in artikel 392 lid 1, onderdelen d en e, en lid 3, worden niet openbaar gemaakt.
8.
In het bestuursverslag behoeft geen aandacht te worden besteed aan niet-financiële prestatie-indicatoren als bedoeld in artikel 391 lid 1.