Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek Boek 2
Artikel 364 [Vaste en vlottende activa; passiva]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1984
- Redactionele toelichting
Het afdelings- en paragraafopschrift is ingevoegd.
- Bronpublicatie:
07-12-1983, Stb. 1983, 663 (uitgifte: 01-01-1983, kamerstukken: 16326 )
- Inwerkingtreding
01-01-1984
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-12-1984, Stb. 1984, 664 (uitgifte: 01-01-1984, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Jaarrekeningenrecht
1.
Op de balans worden de activa onderscheiden in vaste en vlottende activa, al naar gelang zij zijn bestemd om de uitoefening van de werkzaamheid van de rechtspersoon al of niet duurzaam te dienen.
2.
Onder de vaste activa worden afzonderlijk opgenomen de immateriële, materiële en financiële vaste activa.
3.
Onder de vlottende activa worden afzonderlijk opgenomen de voorraden, vorderingen, effecten, liquide middelen, en, voor zover zij niet onder de vorderingen zijn vermeld, de overlopende activa.
4.
Onder de passiva worden afzonderlijk opgenomen het eigen vermogen, de voorzieningen, de schulden en, voor zover zij niet onder de schulden zijn vermeld, de overlopende passiva.