Einde inhoudsopgave
Overeenkomst, door de Raad vastgesteld overeenkomstig artikel 34 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese Unie
Artikel 20 Het aftappen van telecommunicatie zonder technische bijstand van een andere lidstaat
Geldend
Geldend vanaf 23-08-2005
- Bronpublicatie:
29-05-2000, Trb. 2000, 96 (uitgifte: 01-09-2000, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
23-08-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-11-2005, Trb. 2005, 280 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
1.
Onverminderd de algemene beginselen van het internationale recht en de bepalingen van artikel 18, lid 2, onder c, zijn de verplichtingen krachtens dit artikel van toepassing op aftapbevelen die door de bevoegde autoriteit van een lidstaat zijn gegeven of toegestaan in het kader van een strafrechtelijk onderzoek dat de kenmerken vertoont van een onderzoek naar aanleiding van een specifiek strafbaar feit, met inbegrip van pogingen daartoe voorzover deze krachtens de nationale wetgeving strafbaar zijn gesteld, teneinde de verantwoordelijken te identificeren en aan te houden, in beschuldiging te stellen, te vervolgen of te berechten.
2.
Wanneer de bevoegde autoriteit van een lidstaat, hierna te noemen de aftappende lidstaat, ten behoeve van een strafrechtelijk onderzoek het aftappen van telecommunicatie heeft bevolen, en het telecommunicatieadres van de in het aftapbevel genoemde persoon in gebruik is op het grondgebied van een andere lidstaat, hierna te noemen de in kennis gestelde lidstaat, waarvan geen technische bijstand voor het aftappen nodig is, brengt de aftappende lidstaat de in kennis gestelde lidstaat op de hoogte van het aftappen:
- a.
vóór het aftappen, indien hem reeds bij het geven van het aftapbevel bekend is dat de persoon zich op het grondgebied van de in kennis gestelde lidstaat bevindt;
- b.
in andere gevallen, onmiddellijk nadat hem bekend wordt dat de persoon zich op het grondgebied van de in kennis gestelde lidstaat bevindt.
3.
De door de aftappende lidstaat te verstrekken gegevens omvatten:
- a.
de vermelding van de autoriteit die het aftapbevel geeft;
- b.
de bevestiging dat in verband met een strafrechtelijk onderzoek een rechtmatig aftapbevel is gegeven;
- c.
gegevens voor de vaststelling van de identiteit van de af te tappen persoon;
- d.
een aanduiding van de strafbare gedragingen waarnaar een onderzoek wordt ingesteld; en
- e.
de verwachte duur van het aftappen.
4.
Het onderstaande is van toepassing wanneer een lidstaat overeenkomstig de leden 2 en 3 in kennis wordt gesteld:
- a.
Nadat de bevoegde autoriteit van de in kennis gestelde lidstaat de in lid 3 bedoelde gegevens heeft ontvangen, antwoordt zij onverwijld en uiterlijk binnen 96 uur aan de aftappende lidstaat, teneinde:
- i.
het aftappen of het voortzetten daarvan toe te staan. De in kennis gestelde lidstaat kan aan zijn instemming voorwaarden verbinden die in acht zouden moeten worden genomen in een soortgelijke nationale zaak;
- ii.
te eisen dat het aftappen niet plaatsvindt of wordt beëindigd, in gevallen waarin het aftappen niet toelaatbaar zou zijn krachtens het nationale recht van de in kennis gestelde lidstaat of om de in artikel 2 van het Europees Rechtshulpverdrag genoemde redenen. Indien de in kennis gestelde lidstaat dit eist, moet hij zijn beslissing schriftelijk met redenen omkleden;
- iii.
in de gevallen, bedoeld in punt ii), te eisen dat gegevens die reeds werden afgetapt terwijl de persoon zich op zijn grondgebied bevond, niet worden gebruikt of uitsluitend worden gebruikt onder nader aan te geven voorwaarden. De in kennis gestelde lidstaat deelt de aftappende lidstaat de redenen mee die bedoelde voorwaarden rechtvaardigen;
- iv.
om een korte, met de aftappende lidstaat overeen te komen verlenging, met een periode van maximaal 8 dagen, van de oorspronkelijke termijn van 96 uur te verzoeken, teneinde interne procedures uit hoofde van zijn nationale recht te kunnen volgen. De in kennis gestelde lidstaat deelt de aftappende lidstaat schriftelijk de omstandigheden mee die ingevolge zijn nationale recht het verlangde uitstel rechtvaardigen.
- b.
Totdat door de in kennis gestelde lidstaat een besluit is genomen overeenkomstig het bepaalde onder a, punten i of ii, kan de aftappende lidstaat:
- i.
het aftappen voortzetten; en
- ii.
de afgetapte gegevens niet gebruiken, tenzij:
- —
tussen de betrokken lidstaten anders is overeengekomen; of
- —
voor het treffen van spoedeisende maatregelen ter voorkoming van een onmiddellijke en ernstige bedreiging van de openbare veiligheid. De in kennis gestelde lidstaat wordt ingelicht over een dergelijk gebruik en over de redenen die het rechtvaardigen.
- c.
De in kennis gestelde lidstaat kan een beknopt overzicht van de feiten van de zaak verlangen alsmede alle nadere inlichtingen die hij nodig heeft om te kunnen beoordelen of het aftappen zou worden toegestaan in een soortgelijke nationale zaak. Een dergelijk verzoek laat de toepassing van het bepaalde onder b onverlet, tenzij anders is overeengekomen tussen de in kennis gestelde en de aftappende lidstaat.
- d.
De lidstaten treffen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat binnen de termijn van 96 uur kan worden geantwoord. Hiertoe wijzen zij contactpunten aan, die 24 uur per dag beschikbaar zijn, en die zij vermelden in hun verklaringen krachtens artikel 24, lid 1, onder e.
5.
De in kennis gestelde lidstaat dient de uit hoofde van lid 3 verstrekte gegevens met inachtneming van zijn nationale recht als vertrouwelijk te behandelen.
6.
Indien de aftappende lidstaat van oordeel is dat de op grond van lid 3 te verstrekken gegevens bijzonder gevoelig van aard zijn, kunnen deze via een specifieke autoriteit naar de bevoegde autoriteit worden doorgezonden, indien de betrokken lidstaten zulks onderling zijn overeengekomen.
7.
Elke lidstaat kan bij de in artikel 27 lid 2, bedoelde kennisgeving of op enig ander later tijdstip verklaren dat het niet noodzakelijk is hem de gegevens over het aftappen, bedoeld in dit artikel, te verstrekken.