JOW 2010, 52
verjaring
HR 11-05-2010, ECLI:NL:HR:2010:BL7660
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 mei 2010
- Magistraten
Van Dorst, De Hullu, Splinter-van Kan
- Zaaknummer
07/12144 P
- Conclusie
A‑G Vellinga
- LJN
BL7660
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht (V)
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BL7660, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑05‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BL7660, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑03‑2010
- Wetingang
Essentie
verjaring
Samenvatting
Ontneming uit verjaarde feiten op grond van soortgelijke of andere feiten van art. 36e, lid 2 en 3, Sr is mogelijk (zie JOW 2009/36, NJ 2009,422).
Als het feit na de veroordeling maar voor de ontneming verjaart, betekent dat niet dat de ontneming (ook op grond van art. 36e, lid 1, Sr) niet meer mogelijk is. Dus verjaring heeft betrekking op de vervolging in de hoofdzaak en niet op de ontnemingszaak.
Partij(en)
[Betrokkene], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1955, ten tijde van de betekening ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.