JOW 2009, 36
verjaring; soortgelijke feiten
HR 07-07-2009, ECLI:NL:PHR:2009:BI2307
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 juli 2009
- Magistraten
Van Dorst, Ilsink, De Hullu, Thomassen, Groos
- Zaaknummer
08/00157
- Conclusie
A‑G Vellinga
- LJN
BI2307
- JCDI
JCDI:ADS67253:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht (V)
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BI2307, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑07‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BI2307, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑07‑2009
- Wetingang
Sr art. 36e
Essentie
verjaring; soortgelijke feiten
Samenvatting
Het middel klaagt dat het hof ten onrechte bij de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel geen rekening heeft gehouden met voordeel dat is verkregen door middel van soortgelijke feiten waarvoor het recht tot strafvordering door verjaring is vervallen.
Noch de tekst van de verjaringsbepaling noch de tekst van art. 36e, tweede lid, Sr, sluit uit dat voordeel wordt ontnomen uit soortgelijke feiten ten aanzien waarvan het recht tot strafvordering door verjaring is vervallen. Laatstgenoemde bepaling stelt geen enkele beperking ten aanzien van de periode waarin die soortgelijke feiten moeten hebben plaatsgevonden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.