Einde inhoudsopgave
RvdW 2008, 863
HR, 16-09-2008, nr. 00431/07
HR 16-09-2008, ECLI:NL:HR:2008:BD1707
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 september 2008
- Magistraten
Mrs. G.J.M. Corstens, J.P. Balkema, B.C de Savornin Lohman, J.W. Ilsink, J. de Hullu
- Zaaknummer
00431/07
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
BD1707
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Voorfase
Materieel strafrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BD1707, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑09‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BD1707, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑09‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑05‑2007
- Wetingang
WVW 1994 art. 165 lid 1; SV art. 29; EVRM art. 6
Essentie
OM-cassatie. Het in HR NJ 1994, 629 gegeven oordeel m.b.t. art. 41 WVW (oud), inhoudende dat de eigenaar of houder van een motorrijtuig die als verdachte van een verkeersmisdrijf wordt gehoord, niet hoeft te voldoen aan de vordering de bestuurder bekend te maken, geldt ook voor het huidige art. 165 lid 1 WVW 1994, nu de wettelijke regeling naar de kern genomen niet is gewijzigd. Het hof, dat aldus heeft beslist, heeft terecht geen onderscheid gemaakt al naar gelang de verdachte al dan niet gebruik maakt van zijn zwijgrecht.
Partij(en)
Arrest op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.