Einde inhoudsopgave
RvdW 2008, 866
HR, 16-09-2008, nr. S 00505/07
HR 16-09-2008, ECLI:NL:HR:2008:BD3654
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 september 2008
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, W.A.M. van Schendel, W.M.E. Thomassen
- Zaaknummer
S 00505/07
- Conclusie
A-G Knigge
- LJN
BD3654
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BD3654, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑09‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BD3654, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑09‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑06‑2007
- Wetingang
Essentie
Het hof heeft het verzoek twee getuigen te doen horen terecht getoetst aan het noodzaakcriterium cfm art. 418 lid 3 Sv. ’s Hofs kennelijke oordeel zich geen bijzondere omstandigheden voordoen als bedoeld in HR NJ 2007, 626, geen geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is toereikend gemotiveerd.
Samenvatting
In HR NJ 2007, 626 heeft de HR m.b.t. de uitleg van art. 414 lid 2 en art. 418 lid 3 Sv uiteengezet dat onder omstandigheden van de verdachte bezwaarlijk zal kunnen worden gevergd dat hij getuigen reeds bij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.