NJ 1994, 629
Geen ‘criminal charge’ ter zake overtreding 30.1.a WVW / nu verdachte ten tijde van tot haar gerichte vorderingen (41.1 WVW) reeds als verdacht door politie was gehoord, was zij niet gehouden aan die vorderingen gevolg te geven / geen strafbaarheid ter zake 41.1 WVW
HR 26-10-1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC9475, m.nt. G.J.M. Corstens
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
26 oktober 1993
- Magistraten
Haak, Mout, Govaerts, Bleichrodt, Van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp, Leijten
- Zaaknummer
94871
- Noot
G.J.M. Corstens
- LJN
ZC9475
- JCDI
JCDI:ADS66192:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Voorfase
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1993:ZC9475, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 26‑10‑1993
- Wetingang
Sv art. 29; WVW art. 30 lid 1 onder a; WVW art. 41 lid 1; EVRM art. 6 lid 1
Essentie
1. Geen ‘criminal charge’ ter zake van overtreding art. 30 lid 1 onder a. WVW. 2. Nu verdachte ten tijde van de tot haar gerichte vorderingen als bedoeld in art. 41 lid 1 WVW reeds als verdacht van overtreding van art. 30 lid 1 onder a WVW door de politie was gehoord, was zij niet gehouden om aan die vorderingen gevolg te geven. Geen strafbaarheid ter zake van art. 41 lid 1 WVW. 1
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's‑Gravenhage van 30 september 1992 alsmede tegen alle op de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.