Einde inhoudsopgave
RvdW 2008, 583
HR, 27-05-2008, nr. 00380/07
HR 27-05-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BC7904
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
27 mei 2008
- Magistraten
Mrs. G.J.M. Corstens, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
00380/07
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
BC7904
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BC7904, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 27‑05‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BC7904, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑05‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑06‑2007
- Wetingang
Essentie
Omdat volgens art. 437 lid 2 Sv uitsluitend een raadsman namens verdachte middelen van cassatie kan indienen, kan de schriftuur – inhoudende ‘Requirant heeft zelf de middelen van cassatie opgesteld. Namens requirant verzoek ik u deze middelen als hier ingelast en ingelezen te beschouwen. De middelen met bijlagen worden als productie 1 ingevoegd.’ – niet worden beschouwd als een schriftuur houdende middelen van cassatie (vgl. HR 19 juni 2001, NJ 2002, 7). Verdachte is niet-ontvankelijk in zijn beroep.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.