Einde inhoudsopgave
RvdW 2008, 440
HR, 08-04-2008, nr. 02534/06 E
HR 08-04-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BC3795
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
8 april 2008
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, J.W. Ilsink, J. de Hullu, W.M.E. Thomassen, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
02534/06 E
- Conclusie
A-G Wortel
- LJN
BC3795
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BC3795, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑04‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BC3795, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑04‑2008
Essentie
Cassatieberoep te laat ingesteld.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem, Economische Kamer, van 20 maart 2006, nummer 21/007366-04, in de strafzaak tegen: [Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1969, wonende te [woonplaats].
Uitspraak
Hoge Raad:
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. M.F.J. Martens, advocaat te Rosmalen, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Wortel heeft geconcludeerd dat de verdachte niet-ontvankelijk zal worden verklaard in het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.