Einde inhoudsopgave
RvdW 2008, 424
HR, 11-04-2008, nr. C06/295HR
HR 11-04-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BC2801
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 april 2008
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, P.C. Kop, F.B. Bakels, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C06/295HR
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
BC2801
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht (V)
Verbintenissenrecht (V)
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BC2801, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑04‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BC2801, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑04‑2008
Essentie
Vervolg op HR 12 maart 2004, NJ 2004, 284 m.nt. PV. Persoonlijke aansprakelijkheid bestuurder voor schade geleden doordat vennootschap overeenkomst met derde niet is nagekomen. Bewijswaardering. Toewijsbaarheid Belgische verwijlinteressen. Zowel principaal als incidenteel cassatieberoep verworpen met toepassing van art. 81 RO.
Partij(en)
[Eiser], te België, eiser tot cassatie, verweerder in het incidentele cassatieberoep, adv. mr. J. de Bie Leuveling Tjeenk,
tegen
De vennootschap naar Belgisch recht N.V. IDAT, te Sint-Lambrechts-Woluwe, België, verweerster in cassatie, eiseres in het incidentele cassatieberoep, adv. mr. P.J.M. von Schmidt auf Altenstadt.