Einde inhoudsopgave
RvdW 2008, 115
HR, 15-01-2008, nr. 02808/06
HR 15-01-2008, ECLI:NL:HR:2008:BA8499
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
15 januari 2008
- Magistraten
Mrs. G.J.M. Corstens, A.J.A. van Dorst, W.A.M. van Schendel, W.M.E. Thomassen, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
02808/06
- Conclusie
A-G Wortel
- LJN
BA8499
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
Bestuursrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BA8499, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑01‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BA8499, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 15‑01‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑01‑2007
- Wetingang
Sr art. 197a; Vreemdelingenwet 2000 art. 8 (oud), 27; Vreemdelingenbesluit art. 3.1 lid 1
Essentie
Van wederrechtelijk verblijf cfm art. 197a (oud) Sr is sprake indien het verblijf geschiedt zonder enige subjectief recht of enige bevoegdheid. De Vreemdelingenwet bepaalt in welke gevallen een vreemdeling het recht heeft in Nederland te verblijven. Het oordeel van het Hof dat in casu ten aanzien van betrokkenen 1 en 1 niet is voldaan aan de in art. 8 aanhef en onder f en h (oud) Vreemdelingenwet 2000 vermelde clausule, waardoor hun verblijf wederrechtelijk is, is niet zonder meer begrijpelijk gezien de inhoud van de gedingstukken. Derhalve is de bewezenverklaring in zoverre ontoereikend gemotiveerd
Samenvatting
HR: De tenlastelegging ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.