Einde inhoudsopgave
RvdW 2008, 111
HR, 18-01-2008, nr. C06/251HR
HR 18-01-2008, ECLI:NL:HR:2008:BB7649
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
18 januari 2008
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, O. de Savornin Lohman, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C06/251HR
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- LJN
BB7649
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BB7649, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑01‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BB7649, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 18‑01‑2008
Essentie
Proceskostenveroordeling; in eerste aanleg (grotendeels) in het ongelijk gestelde partij. Cassatieberoep verworpen met toepassing van art. 81 RO.
Partij(en)
1. [Eiser 1],
2. [Eiseres 2], te [woonplaats], eisers tot cassatie, adv. mr. E. Grabandt,
tegen
[Verweerder], te [woonplaats], verweerder in cassatie, adv. mr. M. Ynzonides.
Voorgaande uitspraak
Hoge Raad:
1. Het geding in feitelijke instanties.
[Eiser] c.s. hebben bij exploot van 3 augustus 2000 [verweerder] gedagvaard voor de rechtbank Alkmaar en gevorderd, kort gezegd, [verweerder] te veroordelen om aan [eiser] c.s. te betalen een bedrag van Æ’Â 331.880,81, met rente en kosten.
[Verweerder] heeft de vordering bestreden en, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.