Einde inhoudsopgave
RvdW 2008, 135
HvJ EG, 13-12-2007, nr. C-463/06
HvJ EG 13-12-2007, ECLI:EU:C:2007:792
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
13 december 2007
- Magistraten
C.W.A. Timmermans, J. Makarczyk, P. Kūris, J.C. Bonichot, C. Toader
- Zaaknummer
C-463/06
- Conclusie
A-G V. Trstenjak
- LJN
BC3910
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht / Europees burgerlijk procesrecht
Verzekeringsrecht (V)
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2007:792, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 13‑12‑2007
- Wetingang
EEX-Verordening art. 9 lid 1 sub b, 11 lid 2
Essentie
FBTO Schadeverzekeringen tegen Jack Odenbreit
Verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens art. 68 en 234 EG-Verdrag, ingediend door het Bundesgerichtshof (Duitsland) bij beslissing van 26 september 2006. EEX-Verordening. Bevoegdheid in verzekeringszaken. Rechtstreekse vordering van getroffene tegen verzekeraar. Regel van bevoegdheid van gerechten van woonplaats van eiser.
De verwijzing in art. 11 lid 2 EEX-Verordening naar art. 9 lid 1 sub b, moet aldus worden uitgelegd dat de getroffene bij het gerecht van zijn woonplaats in een lidstaat rechtstreeks tegen de verzekeraar een vordering kan instellen, indien een dergelijke rechtstreekse vordering ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.